Na de behandeling van dit agendapunt schorst de VOORZITTER de ver
gadering voor een korte pauze.
Na ongeveer 20 minuten heropent de VOORZITTER de vergadering. Hij
stelt aan de orde
9. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET IN VERBAND MET HET VERHAR
DEN VAN DE PARKEERPLAATS VOOR DE VOETBALVERENIGING BAVEL
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals
op de agenda voorgesteld.
10. BEROEPSCHRIFT C.J. DE GROOT, HOGE ZIJDE 48 TE BAVEL, TEGEN HET NIET VERLENEN
VAN MEDEWERKING AAN HET BOUWEN VAN WONINGEN AAN DE GILZEWEG TE BAVEL
De Heer PEGEL wijst er op, dat het verzoek van de Heer de Groot
blijkens het voorstel van het College gebaseerd is op informaties die betrokkene
bij de provincie zou hebben ontvangen. Hij vraagt zich af hoe het mogelijk is, dat
een funktionaris van de provincie dergelijke foutieve mededelingen kan doen.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt, dat bij hem dezelfde vraag opkomt.
De Heer VERKOOIJEN wijst er op, dat betrokkene blijkbaar het paard
achter de wagen heeft gespannen; hij had bij de gemeente moeten informeren, niet
bij de provincie.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij op een gegeven ogenblik werd opge
beld door het Hoofd van de afdeling bestemmingsplannen van de P.P.D.., die uit eigen
initiatief mededeelde, dat er geruchten gingen als zouden provinciale ambtenaren
bepaalde toezeggingen hebben gedaan aan reklamant. Bedoelde funktionaris merkte op,
dat de gemeente hier uiteraard zelf de beslissing moet nemen. Het is de VOORZITTER
niet bekend waar de bedoelde foutieve informatie vandaan kwam, maar in elk geval
lag de oorzaak niet bij de gemeente.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda
voorgesteld.
11. VOORSTEL TOT HET ONGEGRONDVERKLAREN VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER L.H.C.
PAULUSSEN TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN BOUWVERGUNNING
De Heer HUIJBEN merkt op, dat uiteraard volgens de wettelijke voor
schriften gehandeld moet worden, maar dit neemt niet weg, dat ook na verwijdering
van het hok, voorzover dat te hoog is, men in de achtertuin van degene die tegen
deze aanbouw bezwaar heeft gemaakt zou kunnen kijken.
De VOORZITTER antwoordt, dat hier inderdaad twee aspekten aan de orde
zijn een van publiekrechtelijke aard, nl. dat gebouwd is tot 5m hoogte, terwijl
dat mag zijn tot 3m en een ander van privaatrechtelijke aard, nl. dat iemand bijv.
vanaf een balkon kan uitkijken op de tuin van een ander. Dit laatste is een zaak
die buiten de gemeente om gaat; eventueel kan iemand die zich benadeeld voelt,
zich wenden tot de burgerlijke rechter.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt zich af te vragen of verwijdering
van dit duivenhok ook konsekwenties heeft voor anderen, die een dergelijk bouwsel
hebben.
De VOORZITTER antwoordt, dat het niet de bedoeling is een soort
heksenjacht te ontketenen tegen illegale te hoge bouwsels. In dit geval is echter
heel duidelijk gehandeld in strijd met de voorschriften, wat tot een klacht heeft
geleid. Anderzijds is het zo, dat de gemeente ook kan optreden zónder dat een
klacht is ingekomen, maar dit is een kwestie van afwegen van geval tot geval.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, zoals op de agenda
voorgesteld.
12. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT "WILHELMINAPLEIN"
De Heer VERKOOIJEN vraagt wat bedoeld wordt met de alinea "zodra meer
inzicht bestaat in de stedebouwkundige mogelijkheden ter plaatse zullen wij U vol
ledig verslag doen van de studieresultaten, tot dusverre bereikt