9
De Heer VAN DER WESTERLAKEN komt terug op de grote antennemast achter
de Molenstraat. De bewoners van de Molenstraat hebben een aanbieding gekregen van
C.A. Markdal II, die aanmerkelijk duurder was, dan die van C.A. 't Hofflandt
610,vergeleken bij 475,De moeilijkheid is, dat 't Hofflandt geen
toestemming krijgt kabels te leggen in de Molenstraat. Hij vraagt of deze prijzen
in overeenstemming zijn met de indertijd gemaakte afspraken.
De VOORZITTER merkt ten aanzien van het plan Eikberg op, dat dit
uitvoerig in de commissie ruimtelijke ordening is behandeld; de commissie stemde
er ook mee in. Het is een plan, dat het laatste half jaar een nieuwe vorm heeft
gekregen en dat in deze nieuwe vorm inderdaad de instemming van provinciale in
stanties heeft verkregen. De VOORZITTER meent, dat de Heer Pegel gelijk heeft
wanneer hij indirekt wijst op het beleid van de provincie tegenover de randgemeen
ten en met name de onvrijheid van randgemeenten om bestemmingsplannen te kunnen
ontwikkelen. Steeds weer is het nodig door allerlei spoedmaatregelen de bouw van
woningwetwoningen veilig te stellen. Het College zou veel liever in alle rust der
gelijke plannen en procedures afwerken, waardoor het ook mogelijk zou zijn de Raad
er eerder bij te betrekken. Nu dat door het provinciale beleid niet altijd mogelijk
is, heeft het College deze zaak toch in zoverre gekorrigeerddat reeds in de be
ginfase overleg met de bevolking heeft plaatsgehad middels een hoorzitting. Momen
teel ligt het woningbouwplan ter visie en daartegen kunnen bezwaren worden inge
diend. Over eventuele bezwaren zal in laatste instantie geoordeeld worden, niet
door het gemeentebestuur, doch door de-provincieHet zou het College veel liever
zijn, dat éérst een bestemmingsplan op normale manier tot stand komt en dat daarna
pas woningbouwplannen ontwikkeld worden. Feit blijft echter, dat er zo spoedig
mogelijk woningen gebouwd moeten worden.
Aan de Heer van der Westerlaken antwoordt de VOORZITTER, dat volgens
zijn informatie de aansluitkosten op de C.A. Markdal II óók 475,bedragen,
evenals bij 't Hofflandt; alleen het jaarabonnement zou 10,duurder zijn, nl.
35,in plaats van 25,
De Heer PEGEL zegt het er helaas mee eens te zijn dat, wat de woning
bouw betreft, de gemeente te maken heeft met een falend provinciaal beleid.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN merkt op, dat de bewoners van Beekhoek I
inderdaad een aanbieding hebben gekregen van 475,maar de bewoners van de
Molenstraat kregen de afgelopen week een brief, waarin als bijdrage genoemd werd
575,35,inschrijfgeld.
De VOORZITTER wijst er op, dat - zoals ook al eerder in een raads
vergadering werd medegedeeld - er een voorlopige afspraak gemaakt is over de ver
deling van Ulvenhout in twee gedeelten. Prijzen zijn toen niet naar voren gekomen.
Wanneer de aanbieding aan de Molenstraatbewoners 100,duurder uitkomt, ligt
dat waarschijnlijk aan de noodzaak meer voorzieningen te treffen, zoals bijv.
duurdere kabels. Overigens hebben we hier te maken met een groot aantal stichtingen
ten aanzien waarvan de gemeente gepoogd heeft enigszins ordenend op te treden. Op
een vraag van de Heer van der Westerlaken, of er dan geen mogelijkheid is dat 't
Hofflandt de panden in de Molenstraat aansluit voor 475,antwoordt de VOORZIT
TER, dat van de kant van de gemeente althans de gemaakte voorlopige afspraak niet
moet worden aangetast. Denkbaar is natuurlijk, dat de Raad vindt dat het probleem
van de centrale antennes een overheidstaak is geworden of gaat worden; maar ook
dan zal nagegaan moeten worden hoe de situatie is en in hoeverre de gemeente nog
kan ingrijpen.
De Heer PEGEL meent, dat de Heer van der Westerlaken zich het beste
zou kunnen wenden tot het bestuur van C.A. Markdal II, bij voorkeur met een aantal
andere bewoners, om daar zijn klachten naar voren te brengen.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN antwoordt, dat dit een stichtingsbestuur
is; anderen hebben daar weinig vat op.
De VOORZITTER zegt in de gesprekken met de stichtingsbesturen inder
tijd voorgesteld te hebben er een beheerscommissie van te maken, voor het gehele
C.A.-systeem in Ulvenhout. Toen waren er 8 stichtingen en 1 coöperatie. Men wilde
echter niets weten van de figuur van de beheerscommissie en het enige wat bereikt
kon worden was de afspraak over de verdeling van Ulvenhout in 2 delen.