graad van zwemvaardigheid van de scholieren van Bavel en Ulvenhout erg hoog is.
Voor de schoolkinderen van Galder is een regeling getroffen met Etten-Leur. Het
aantal schoolkinderen aldaar is te gringcom de exploitatielast in betekenende
mate te verlichten. De VOORZITTER wijst de Heer Verkooijen er op, dat het aange
haalde tekort een tekort is niet van een veraf gelegen gemeente, doch van een
zwembad in Breda. Duidelijk mag zijn, dat dit een beeld is van een doorsnee
zwembad; het resultaat blijft hetzelfde als men de exploitaitelasten provinciaal
of zelfs landelijk beziet. Dat is ook de reden, waarom gedeputeerde Van der
Heijden tegen het college heeft gezegd, dat niet op een D.A.C.W.-subsidie gere
kend mag worden. Gedeputeerde Staten, als adviserende instantie, kijken ook naar
de verwachte exploitatieresultaten. Bij zwembaden gaat het niet om de kapitaals
investering, maar met name om de exploitatielasten. Als geen D.A.C.W.-subsidie
wordt toegekend, wordt het exploitatiesaldo nog eens verhoogd met de kapitaals-
lasten, waardoor het jaarlijks tekort zou komen te liggen op rond de 300.000,
Noodgedwongen zal dus gewacht moeten worden tot er bijv. uit Breda een forse
vraag komt uit de onderwijssfeer. In dat geval zal zeker opnieuw getracht worden
samen met Breda bijv. op Woifslaar een overdekt zwembad te realiseren. Naar aan
leiding van het pleidooi van de Heer van der Westerlaken met bepaalde klassen
vanuit Bavel en Ulvenhout in Breda zwemonderwijs te gaan volgen, merkt de VOOR
ZITTER op, dat er vanuit de partikuliere sfeer een vrij groot animo is om in
Woifslaar zwemles te nemen. Dat kan elke week op een ochtend gebeuren en wel
gratis. In dat opzicht lijkt het weinig zoden aan de dijk te zetten de scholen
naar overdekte zwembaden in Breda te laten gaan. Bovendien zou dit gaan ten koste
van het onderwijs in lichamelijke oefening.en dat heeft weer gevolgen voor de
onderwijsvergoedingen voor de akkommodaties in deze gemeente, voor welker nadelig
saldo de gemeente zich door het garanderen van de betaling van renten en aflos
singen op gesloten geldleningen borg heeft gesteld. Het college wil in de toekomst
beslist wel kontakt met Breda blijven houden en bij gunstige ontwikkeling met
nieuwe voorstellen in de Raad komen. Naar aanleiding van een opmerking van de
Heer Aarts onderstreept de VOORZITTER nog eens, dat het zwemonderricht in Woifs
laar inderdaad gratis is; wel moet men uiteraard een zwemabonnement hebben.,
De Heer AARTS zegt uit de cijfers begrepen te hebben, dat gemid
deld 56% van alle kinderen kan zwemmen; bij de schoolverlaters is dat 75%, zeker
niet slecht, maar toch lijkt hem dat bevorderen van de gelegenheid om vanuit
Bavel en Ulvenhout in overdekte baden in Breda te leren zwemmen niet zo'n slechte
zaak zou zijn. Als dat gebeurt net na schooltijd en dus slechts voor een heel
klein gedeelte in_ de schooltijd, behoeft geen enkele gymnastiekakkommodatie hier
onder te lijden. En dat zou aanzienlijk minder kosten dan de nu aangegeven jaar
lijkse exploitatielasten.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt van mening te zijn, dat school
zwemmen niet behoeft te gaan ten koste van de uitkeringen voor de gymnastiek-
akkommodatiesHij meent, dat het schoolzwemmen gewoon een onderdeel moet zijn
van de hele opvoeding, te beginnen in een vrij vroeg stadium, bijv. de 3e klas.
Aan de Heer Berger antwoordt de VOORZITTER, dat nog niet officieel
op de brief van Breda is geantwoord. Dat antwoord hangt af van hetgeen de Raad
hedenavond besluit. Overigens merkt de VOORZITTER op, dat de zwemvaardigheid
stijgt van 16% in de eerste klas tot zo ongeveer 80% in de zesde klas. Er blijft
altijd een kategorie mensen die nooit zal leren zwemmen. Gezien die hoge graad
van zwemvaardigheid is toch wel zeer de vraag of de gemeente aan schoolzwemmen
in de door diverse raadsleden bepleite zin moet meewerken. De VOORZITTER meent,
dat het misschien wel leuk kan zijn het percentage van 80% reeds te bereiken
bijv. in de 3e klas, maar er zijn méér gemeenschapsbelangen en de gemeente moet
ook in dat opzicht haar gelden evenwichtig besteden.
De Heer AARTS zegt er toch voorstander van te blijven (en hij
meent dat de gehele fraktie Bavel daar achter staat) dat nagegaan wordt of er
mogelijkheden zijn om met een bepaalde klas te beginnen in een overdekt zwembad.
De resultaten in Galder doen uitkomen dat dan een percentage van wel 90% gehaald
kan worden.
De VOORZITTER herhaalt, dat te Bavel en Ulvenhout alleen door par-
tikulier initiatief al een zeer hoog percentage gehaald wordt. Voor de gehele