zal aan de gemeente Breda worden medegedeeld. Zonder hoofdelijke stemming wordt door de Raad aldus besloten. De VOORZITTER vraag verder de aandacht voor de tweede mededeling, nl. inzake de blauw-witte schildjes voor sommige monumenten. Er moest een keuze gedaan worden uit de objekten die hiervoor in aanmerking zouden komen. Het col lege wil voorstellen met de gedane keuze voorlopig te volstaan en zo mogelijk het aantal objekten in de toekomst geleidelijk uit te breiden. De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt dat hij het hiermee wel eens is, al zou hij er voor willen pleiten de beide molens, die nu gerestaureerd gaan worden, er zeker bij te betrekken. Dat zijn unieke monumenten, die toch zeker beschermd moeten worden in tijden van oorlog en dat zijn dan objekten die erg gewild zijn. Ook de Prinsenhoef in Ulvenhout en de pastorie in Bavel zou hij er aan willen toevoegen. De VOORZITTER antwoordt, dat hij met de toevoeging van de molens kan instemmen; meer moeite heeft hij met de toevoeging van de beide andere pan den, want dan zouden er nog wel 10 andere objekten aan toegevoegd kunnen worden. De Raad gaat zonder hoofdelijke stemming met de toevoeging van de molens akkoord. 9. SCHRIFTELIJKE VRAGEN Deze zijn niet ingekomen. 10. RONDVRAAG EN SLUITING De Heer PAULUSSEN informeert hoe de overlegsituatie is met betrek king tot de vuilstortplaats Bavel. Verder hoe het staat met de Galderse Meren en met het overleg inzake de omlegging Ulvenhout. Hij voegt hieraan toe, dat dit drie zaken zijn, die zo'n beetje door Breda geregeerd worden. Ondanks de motie van de Raad van Nieuw-Ginneken heeft Breda toch een meerjarig kontrakt aangegaan met de Grontmij en volgens de krant vindt de wethouder van openbare werken van Breda het absurd dat het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken een dergelijk voor stel op tafel durft te leggen. De Heer PAULUSSEN zou hier tegenover willen stel len, dat nu de onbehaaglijke situatie is ontstaan, dat Nieuw-Ginneken, voor wat zijn ruimtelijke aangelegenheden betreft, volledig afhankelijk schijnt te zijn van Breda. Het komt hem verder absurd voor, dat Breda niet in staat is gebleken in 10 jaar tijd een behoorlijk plan voor Bavel op tafel te leggen en ook niet voor de Galderse Meren. De voorliggende vraag is dus moet Nieuw-Ginneken zich hierbij neerleggen? Heeft het college konkrete gedachten hierover De Heer VERKOOIJEN vraagt aan de voorzitter van de verkeerscommis- sie of de nieuwe dienstregeling van de B.B.A. al bekend is; hierover is in ge noemde commissie gesproken met enkele direktieleden van de B.B.A. Verder vraagt hij of er geen maatregelen te nemen zijn tegen de ongeregeldheden, zoals die zich bij de laatste wielerronde van Ulvenhout hebben voorgedaan. Hij vindt het gebeurde zeer betreurenswaardig; de goede naam en faam van de wielerronde worden er door geschaad. Vervolgens vraagt hij aandacht voor de belabberde toestand, waarin het Mariakapelletje aan de Dorpstraat/Molenstraat zich bevindt. Verder vraagt hij of de woningwetwoningen en bejaardenwoningen allemaal al verdeeld zijn. De Heer VAN DUN vraagt hoe het staat met het bestemmingsplan Galder en wanneer de Kerzelseweg afgewerkt wordt. De Heer PEGEL vraagt of het aantal leerlingen van de openbare school al bekend is; of al iets gehoord is van de beleidsnota van Muzische Vor ming, met name of die eerder komt dan eerst gezegd was en hoe het staat met het plan Eikberg (zijn er veel bezwaren ingediend, is al kontakt geweest met de pro vincie, is al bekend wanneer met de bouw van woningwetwoningen begonnen kan wor den De Heer H.M.C.J. VAN GILS vraagt of al iets gezegd kan worden over de nieuwe bestemming van de AloysiusschoolVerder merkt hij op, dat er te Bavel nogal wat ongenoegen is bij het verenigingsleven over de tijdsduur van de beloof-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 188