—2—
Op voorstel van de VOORZITTER wordt vervolgens niet agendapunt 7
doch eerst agendapunt 8 aan de orde gesteld
8. VOORSTEL TOT AANKOOP C.Q. RUILING VAN GRONDEN IN DE BESTEMMINGSPLANNEN "DE
ROOSBERG" TE BAVEL EN "BEEKHOEK" I te ULVENHOUT
De Heer VERKOOIJEN merkt op, dat in het voorstel abusievelijk sprake
is van "Beekhoek II". Tegen ruiling enz. heeft hij overigens geen bezwaar.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voor
gesteld.
8AVOORSTEL TOT AANKOOP VAN GROND VAN DE FAMILIE BOOMAARS
De VOORZITTER zegt dat het college verheugd is dat overeenstemming
kon worden bereikt met de familie Boomaars en wel overeenkomstig het uitgebrachte
taxatierapport. Het grootste gedeelte van het plan "Eikberg" kan nu in uitvoering
worden genomen.
De Heer VERKOOIJEN vraagt of bij de exploitatie-opzet rekening is
gehouden met de financiële konsekwenties van deze aankoop.
De VOORZITTER antwoordt, dat de exploitatie zeker niet ongunstiger
zal worden als gevolg van deze aankoop; in eerste instantie is uitgegaan van een
kleiner plan, rekening houdend met de mogelijkheid dat over de boerderij geen
overeenstemming zou worden bereikt. Nu wèl overeenstemming is bereikt kan het
oorspronkelijke plan worden uitgevoerd, waarover ook de P.P.D. zich reeds heeft
uitgesproken
De Heer VERKOOIJEN informeert vervolgens of ten aanzien van de woning
wetwoningen reeds een verklaring van geen bezwaar door Gedeputeerde Staten is af
gegeven.
De VOORZITTER zegt, dat hij hierop bij de "Mededelingen" zal terug
komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda
voorgesteld.
Hierna komt punt 7 van de agenda aan de orde
7. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "MOLENSTRAAT/PENNENDIJK"
De VOORZITTER zegt dat een ontwerp is gemaakt dat tegemoetkomt aan
de bezwaren van Gedeputeerde Staten tegen het bestemmingsplan Beekhoek I; het is
stedebouwkundig aanvaardbaar en ook uit financieel oogpunt zijn er geen moeilijk
heden. Er is toch een drietal bezwaarschriften ingediend en daarna is er nog een
brief van "De Hollandse Molen" gekomen. In het ontwerp-besluit wordt uitvoerig
aandacht besteed aan deze bezwaarschriften.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN meent, dat een molen thuis hoort in een
meer open landschap. Hij zou graag een groenstrook zien waar nu de 4 bungalows
gepland zijn. Overigens vindt hij het opmerkelijk, dat zij,die bezwaren hebben
ingediend, niet gehoord zijn.
De Heer VERKOOIJEN zegt de voorgestelde afronding van het plan een
goede zaak te vinden, ook het plan ten aanzien van de kleinere bungalows. Hij
heeft een bezwaarschrift gezien van Paulus van Daesdonck. Dit is een vereniging,
waarvan misschien meerdere raadsleden lid zijn, die echter niet in kennis gesteld
zijn van de indiening van het bezwaarschrift. De Heer VERKOOIJEN zegt dit niet
juist te vinden. De Heer VERKOOIJEN zegt verder, dat in de toelichting een zin
snede voorkomt die hem te persoonlijk voorkomt, nl. betreffende het agrarische
bedrijf dat nabij de molen is gelegen.
De Heer AARTS merkt op, dat de dakhelling van de 4 bungalows minimaal
30 en maximaal 40 mag zijn. Hij vraagt of het niet veiliger is een maximum nok-
hoogte vast te stellen.