-8-
besteksklaar plan gereed te maken waarna de Raad in het voorjaar 1977 een voorstel
zal ontvangen om het benodigde krediet te voteren. Dat is dus de procedure die het
college zich voorstelt verder in de kwestie van de uitbreiding van het gemeentehuis
te volgen. Het college is van mening dat voldoende deskundigen zijn aangetrokken in
de persoon van de gekozen adviseurs en dat verder voldoende deskundigheid in eigen
huis aanwezig is om aan de Raad een verantwoord voorstel te kunnen doen. Het college
ziet dus niet de noodzaak hierover een hearing onder de inwoners te houden. Uiter
aard is het mogelijk dat de Raad hier anders over denkt. De VOORZITTER zegt dat hij
dit dan wel graag nu zou vernemen.
Geen enkel raadslid geeft te kennen dat hij het idee van de Heer Paulus-
sen steunt.
De VOORZITTER vervolgt zijn beantwoording van de gestelde vragen met de
toezegging dat zal worden nagegaan of bij de Pekhoeve papierbakken kunnen worden
aangebracht.
Aan de Heer van der Westerlaken antwoordt de VOORZITTER, dat aan een
algemeen verlichtingsplan voor het buitengebied hard gewerkt wordt; binnen enkele
maanden zal dit aan de Raad voorgelegd kunnen worden.
Terzake van het schoolzwemmen zijn nog geen nadere gegevens bekend.
Na het recente ongeluk op de Chaamseweg heeft het college opnieuw aan
Gedeputeerde Staten aandacht gevraagd voor het fietspadenplan; inmiddels is uit het
wegenplan van de provincie voor de jaar 1977-1981 gebleken dat het fietspad langs
de Chaamseweg een hogere urgentie heeft verkregen. Zodra antwoord van de provincie
binnenkomt zal de Raad er van op de hoogte gesteld worden.
Op de vraag van de Heer Verkooijen inzake de stacaravan antwoordt de
VOORZITTER dat dit waarschijnlijk betreft de caravans bij de Heer Geerts aan de
Geersbroekseweg. De kwestie van de illegale caravans is erg komplex. Reeds het vorige
college heeft hieraan aandacht geschonken. Er is een inventarisatie gemaakt van alles
wat er illegaal staat en reeds zijn vele personen aangeschreven dat zij de caravans
of andere bouwsels die er zonder vergunning staan moeten opruimen. Juridisch ligt
de zaak heel duidelijk, maar de praktische uitvoering levert toch wel grote moeilijk
heden op. Dit is wellicht een aangelegenheid die zich leent voor een gedachtenwisse-
ling met de Raad of met een commissie uit de Raad om het beleid te bepalen wat ge
volgd zou moeten gaan worden om het buitengebied in dit opzicht te saneren.
Aan de Heer Pegel antwoordt de VOORZITTER, dat het college bewust niet
heeft voorgesteld om de Schoolartsendienst Oosterhout op te heffen c.q. uit te tre
den en wel om financiële redenen. Wel is besloten toe te treden tot de stadsgeweste
lijke gezondheidsdienst, maar met uitzondering van enkele taken die door de School
artsendienst Oosterhout gedaan blijven worden. De intentie is heel duidelijk ook
Nieuw-Ginneken wil van die Schoolartsendienst af en dus integraal aansluiten bij
het Stadsgewest Breda, maar om dubbele betaling te voorkomen is voor enkele taken
die door de stadsgewestelijke gezondheidsdienst verricht worden een uitzondering
gemaakt
De Heer PAULUSSEN antwoordt dat - hoewel de raadsleden de gekozen ver
tegenwoordigers zijn van de burgerij - het toch goed is in dit soort belangrijke
beslissingen een reaktie te krijgen van de inwoners, niet alleen door het houden van
een openbare vergadering door een of andere fraktie, maar middels een door het ge
meentebestuur georganiseerde informatie-avond. Hij zegt teleurgesteld te zijn dat
van de andere frakties in de Raad geen reaktie op zijn idee is gekomen, waaruit hij
konkludeert, dat het overgrote deel van deze Raad toch niet zo erg veel fiducie heeft
in ruime informatie in dit soort belangrijke beslissingen.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN spreekt zijn waardering uit voor het feit,
dat het college zo snel bij Gedeputeerde Staten gereageerd heeft na het ongeluk op
de Chaamseweg.
De Heer PEGEL zegt de zaak van de Schoolartsendienst Oosterhout wat
mistig te vinden. Het is zo dat de commissie van Beheer helemaal geen besluiten kan
nemen, alleen maar advies kan geven en de Heer PEGEL meent dan ook dat het taalge
bruik in de voorstellen op de agenda en ook in de notulen wat slordig is geweest