-9-
wanneer gezegd wordt dat de Raad het besluit van de commissie gevolgd heeft of
ondersteund heeft. Het was geen besluit, maar zoals hij al zei alleen maar een ad
vies. De gemeenteraad als zodanig moet het besluit tot opheffing nemen. Dat is voor
opheffing nog niet genoeg, want alle deelnemende gemeenteraden moeten dan dit be
sluit nemen en dat gebeurt niet want Oosterhout wil dat niet. Theoretisch kunnen
Gedeputeerde Staten misschien de opheffing opleggen, maar de Heer PEGEL ziet dat
niet gebeuren. Bij opheffing, aldus de Heer PEGEL, zijn er ook geen financiële
konsekwenties, althans niet door de individuele gemeenten, wel voor het Stadsgewest.
Op het ogenblik is het zo, dat een aantal gemeenten (Chaam, Teteringen, Waspik,
Raamsdonk) is uitgetreden per 1 januari a.s. en alleen Nieuw-Ginneken en Oosterhout
blijven over.
De VOORZITTER interumpeert met de opmerking, dat bedoelde gemeenten aan
gesloten blijven totdat hun uittreding door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd; ook
deze goedkeuring zal echter niet komen en genoemde gemeenten blijven dus vooralsnog
in de Schoolartsendienst Oosterhout.
De Heer PEGEL zegt dat hij het hiermee wel eens is, maar Nieuw-Ginneken
heeft niet tot uittreding besloten en daarom kunnen Gedeputeerde Staten wat onze
gemeente betreft er zeker géén goedkeuring aan verlenen. Hij meent, dat Nieuw-Ginne
ken ook nog tot uittreding zou moeten besluiten.
De VOORZITTER antwoordt, dat het college voor deze houding als motief
heeft aangevoerd stel dat alle gemeenten behalve Oosterhout uittreden en stel dat
Gedeputeerde Staten dat zelfs goedkeuren, dan betekent dat dat er voor Oosterhout
voorzien moet worden in een leemte, want"* dan is er geen Schoolartsendienst meer.
Oosterhout claimt dat die verzorging door de Schoolartsendienst daar nog plaats
vindt. Dat betekent hogere kosten voor Oosterhout en dan zal Oosterhout zeker stellen
dat die hogere kosten veroorzaakt zijn door de uitgetreden gemeenten en dat die ge
meenten dan ook in die kosten moeten meebetalen. Om dit financiële risiko te voor
komen heeft het college gezegd laten we nu niet uittreden, want die financiële
konsekwenties willen we niet nemen.
De Heer PEGEL zegt bang te zijn dat de financiële risiko's nu groter zijn;
als Gedeputeerde Staten de uittreding van de andere gemeenten goedkeuren worden de
kosten van de Schoolartsendienst voor de overblijvende gemeenten per inwoner hoger.
Hij betwijfelt of dié meerkosten verhaald kunnen worden op de uitgetreden gemeenten.
De Heer PEGEL zegt persoonlijk voorstander van uittreden te zijn.
De VOORZITTER herhaalt dat de financiële konsekwenties het enige motief
voor de houding van het college zijn. Wanneer de artsen, die momenteel in dienst
van de Schoolartsendienst zijn, naar de stadsgewestregeling overgaan, zal Oosterhout
weer personeel gaan aantrekken, een arts, een psycholoog, een spraakleraar enz. Dan
ontstaan extra kosten en die zouden wel eens ten laste gelegd kunnen worden van de
genen die deze extra kosten veroorzaakt hebben, nl. de uitgetreden gemeenten. Uiter
aard is dit maar een taxatie van hetgeen mogelijk de gevolgen kunnen zijn, maar vol
doende om voorlopig niet tot uittreden te besluiten. Overigens is een werkgroep
bezig een kompromis te zoeken tussen Oosterhout en het stadsgewest en in die werkgroep
zitten vertegenwoordigers van de provincie, van Oosterhout en het stadsgewest. Komt
dat kompromis tot stand, dan is dat het moment om samen met Oosterhout de School
artsendienst op te heffen.
De Heer PEGEL zegt dat dit vanuit het stadsgewest iets anders getaxeerd
wordt. Ongetwijfeld zijn er extra kosten bij opheffing en in de regeling staat dat
het stadsgewest die voor zijn rekening zal nemen.
De VOORZITTER zegt, dat wanneer het stadsgewest zou verklaren ook de
kosten bij uittreding voor zijn rekening te zullen nemen onmiddellijk aan de Raad
zal worden voorgesteld het besluit tot uittreding te nemen.
Naar aanleiding van de vraag van de Heer Paulussen om meer informatie
naar de bevolking toe te geven over de uitbreiding van het gemeentehuis zegt de
VOORZITTER, na overleg met de beide wethouders, dat in het binnenkort verschijnende
informatieblad informatie zal worden gegeven over de gang en stand van zaken. Elke
inwoner van de gemeente zal er dan kennis van kunnen nemen. Zo'n informatie is ook
in overeenstemming met de bedoeling van het informatieblad, nl. zaken behandelen die
aktueel zijn.