De sprekers beantwoordend zegt de VOORZITTER dat de indiening van het alternatieve plan van de fraktie Leefbaarheid inderdaad vertragend gewerkt heeft. Enerzijds geeft dat de Heer AARTS aanleiding om te wijzen op de kostenstijging die daarvan het gevolg is omdat elke maand uitstel hogere bouwkosten met zich brengt, doch anderzijds merkt de Heer PEGEL terecht op dat dit alternatief mede aanleiding is geweest om alle mogelijkheden nog eens goed af te wegen. Aan de Heer Aarts houdt de VOORZITTER voor dat men niet zorgvuldig genoeg te werk kan gaan bij zulke projekten. In de anderhalf jaar van voorbereiding is dat ook steeds geschied mogelijkheden en kosten afwegen van een uitbreiding, die funktioneel voldoet, die efficiënt moet zijn, die optimaal moet kunnen benut worden en dat tegen zo laag mogelijke doch verantwoorde bedragen. In dat licht is ook het alternatieve plan bezien. Het college is tot de konklusie gekomen dat het inwendige van het gebouw zo min mogelijk moet worden aangetast. Reeds 15 jaren funktioneert dit gebouw voor de samenleving van Nieuw-Ginneken en het college wil dit waardevolle gebouw intakt laten. Het huidige gebouw is zo gaaf, dat elke uit breiding in feite schade toebrengt. Mét de Heer J.H. van Gils is de VOORZITTER ech ter van mening dat de nu voorgestelde oplossing het minst afbreuk doet. Na uitvoe rige inventarisatie van al datgene waarvoor ruimte moet komen is het huidige plan opgesteld. Ook nu is de bedoeling dat het uitgebreide gemeentehuis zeker 15 jaren aan zijn doel zal kunnen beantwoorden. Vaak blijkt in de praktijk een situatie te ontstaan dat een pas uitgebreid gemeentehuis al weer te klein is. Zo iets moet ver meden worden om nieuwe noodoplossingen te voorkomen. Het aanvankelijke plan beliep 3.000.000,maar toen is meteen gezegd dat kan alléén wanneer er DACW-subsidie komt. Toen bleek dat dit niet haalbaar was is, overeenkomstig hetgeen met de raads leden besproken is, teruggevallen op een kleiner plan en het college is verheugd vast te kunnen stellen dat toch vrijwel alle ruimten die ondergebracht moeten wor den ook in dit kleinere plan terug te vinden zijn. O.a. is de aanvankelijk inge bouwde reserve van 10% vervallen en verder is het aantal onbenutte m2 (nodig voor gangen e.d.) zo klein mogelijk gehouden. Na beschikking over de reserves tot een bedrag van 1.300.000,is de reserve overigens nog lang niet uitgeput. Volgens de jongste gegevens van de afdeling financiën bedraagt het totaal aan reserves circa, 1.900.000, zodat na aanwending voor de uitbreiding van het gemeentehuis nog 600.000,resteert. Inderdaad is maar éénmaal aanwending mogelijk, maar bedacht moet worden dat ook hierbij de inflatie een rol speelt; het kan verstandiger zijn er nü over te beschikken dan de reserve in de boeken te laten toenemen door rentetoevoeging. De ervaring heeft geleerd dat bouwkosten sterker stijgen dan het percentage van de rente, zodat men uiteindelijk met het geld minder kan doen dan enkele jaren geleden. Wat de opmerking van de Heer Paulussen over gezamenlijk ver gaderen van commissies betreft zegt de VOORZITTER, dat reeds toen aan de Raad een voorbereidingskrediet van 50.000,werd gevraagd uitdrukkelijk is gesteld dat dit projekt ontwikkeld zou worden in samenwerking en samenspraak met de Raad. Dat is ook gebeurd. Niet alleen de commissies ruimtelijke ordening en financiën zijn er bij betrokken, maar ook het seniorenconvent en alle raadsleden in een informele bijeenkomst. Het college meent dat op deze manier volop terugkoppeling naar de Raad heeft plaatsgehad. Deze handelwijze leek bovendien efficiënter dan telkens de commissies gezamenlijk bijeen te roepen. De praktijk heeft ook uitgewezen dat het herhaald overleg met de diverse commissies en het seniorenconvent vruchtbaar heeft gewerkt. In de gehele procedure was een bepaalde opgaande ontwikkeling te bespeuren. Daar komt bij dat het college het minder juist vindt de Raad vaak in informele bij eenkomst bijeen te roepen. Aan de Heer Van der Westerlaken antwoordt de VOORZITTER dat het bedrag van 2.000.000,uiteraard is gebaseerd op de kostencijfers 1976. Als daar in 1977 bijv. 10% kostenstijging op komt dan kan dat betekenen dat meer dan 2.000.000,nodig zal zijn; anderzijds is het zo dat dan ook de reserve weer is toegenomen. De Raad kan er wel van verzekerd zijn, dat het college er naar streeft de totale kosten toch zoveel mogelijk binnen de 2.000.000,te houden. Duidelijk moet echter wel zijn, dat de uitbreiding moet passen bij het bestaande gebouw en dat kan konsekwenties hebben, bijv. voor de materiaalkeuze. Zou in de toekomst aan belastingverhoging gedacht moeten worden, dan zal dat niet zijn omdat de uitbrei- dingskosten een staartje krijgen. Zou echter de noodzaak van andere nieuwe uitgaven opkomen, bijv. voor projekten van enige omvang of bijv. omdat de deelneming in de Stadsgewestregeling hogere eisen stelt, dan is niet ondenkbaar dat met het oog daar op gekomen moet worden met voorstellen om nieuwe inkomsten te kreëren. Over het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 280