-25-
ekonoraisch, noch anderszins met de gemeente verbonden. De Heer PEGEL zegt beide
zaken te betreuren en te hopen dat in het vervolg de eigen mensen meer aandacht
zullen krijgen.
De VOORZITTER antwoordt aan de Heer Paulussen, dat bij de aanleg
van de weg twee zaken meespelen op de eerste plaats het tracé dat al vastligt
in een besluit van de Minister van enkele jaren geleden en op grond waarvan hij
met toepassing van de onteigeningswet kan onteigenen als de grond niet in minnelijk
overleg kan worden aangekocht en op de tweede plaats het bestemmingsplan waarin
deze weg moet worden opgenomen. In theorie kan de weg aangelegd worden voordat de
hele procedure van het bestemmingsplan is afgerond. De verantwoordelijkheid voor de
keuze, wat er gedaan moet worden, ligt bij het Rijk. De Minister zelf heeft inmiddels
gevraagd de bestemmingsplanprocedure in werking te gaan zetten. De tekeningen daar
voor zijn toegezonden en te zijner tijd zullen een of meer haerings gehouden worden.
Net als bij een gewoon bestemmingsplan kan dan de bezwaarschiftepprocedure gevolgd
worden. De vormgeving is een kwestie van overleg met rijkswaterstaat en van die kant
is alle medewerking toegezegd.
Naar aanleiding van de opmerking van de Heer Pegel zegt de VOOR
ZITTER, dat het niet mogelijk was de bedoelde gronden, bestemd voor partikuliere
woningbouw, te onteigenen. De medewerking van de eigenaren van de bewuste grondenwas
overigens nodig om de woningwet bouw te kunnen realiseren. Het overleg met hen heeft
tot gunstig resultaat geleid. De aanvrage om goedkeuring voor de bouw van de woning
wetwoningen ligt in Den Bosch; Gedeputeerde Staten willen met de afgifte van de ver
klaring van geen bezwaar wachten totdat de bezwaren tegen het bestemmingsplan zijn
afgehandeld. Op ambtelijk niveau is overleg gepleegd met de provincie en toen is
toegezegd, dat de verklaringen van geen bezwaar voor de partikuliere woningbouw niet
zouden worden afgegeven voordat die inzake de woningwetwoningen afgegeven konden wor
den, maar het is nu toch anders gelopen. Nu die verklaringen er eenmaal zijn is het
niet meer mogelijk met de afgifte van bouwvergunning te wachten. Dat kan wellicht
verkeerd uitgelegd worden, maar de VOORZITTER is van mening, dat niet anders ge
handeld kon worden dan gebeurd is. De VOORZITTER wijst op het steeds weer opduikend
konflikt enerzijds de belangen van mensen die dringend een woningwetwoning nodig
hebben, anderzijds het niet ongerechtvaardigde verlangen om inspraak van de bevol
king bij bestemmingsplannen. Er ijs voor het plan Eikberg een hearing gehouden. De
VOORZITTER zou aan de Heer Pegel willen vragen wat belangrijker is inspraak of
woningen. Het college kiest in elk geval voor woningbouw, zonder nochtans de in
spraak te vergeten. Wil de Raad meer inspraak, dan zal het college die mogelijk
maken, maar dan moet de Raad ook de verantwoordelijkheid nemen voor de huisvesting
van de mensen die staan te dringen om woningwetwoningen. Wat de woning bij boerderij
Vergouwen betreft merkt de VOORZITTER op, dat op het moment van toewijzing die man
wèl ekonomische binding met Nieuw-Ginneken had hij was verbonden aan de groep
Nieuw-Ginneken van de rijkspolitie. Uitvoerig is toen ook in de Raad uiteengezet
waarom het college de keuze op die man had laten vallen en de Raad is daarmee
akkoord gegaan.
De Heer PAULUSSEN vraagt wat de zin van de inspraakprocedure ten
aanzien van het bestemmingsplan voor de rijksweg is.
De VOORZITTER wijst er op, dat in het verleden bij de aanleg van
de rijksweg Tilburg/Breda, er helemaal geen inspraak geweest is. Die weg is er ge
komen zonder dat er aktiegroepen in het geweer kwamen. Dat is zowat 8 a 9 jaren
geleden. Intussen is de gehele samenleving wat meer inspraakminded geworden en de
Minister heeft nu gezegd akkoord te gaan met de inspraakprocedure en overleg met
de belangengroeperingen kan worden toegezegd. Deze toezegging van de Minister moet
niet gezien worden als een doekje voor het bloeden. Het zal nog wel enkele jaren
duren, voordat de aanleg van het nieuwe gedeelte van de rijksweg zal aanvangen. De
mogelijkheid dat reëel aandacht wordt geschonken aan eventuele bezwaarschriften is
dus zeer zeker aanwezig.
De Heer PAULUSSEN wil nog onderstrepen, dat het werkelijk stagneren
via de inspraakprocedure niet meer mogelijk is, omdat toch op basis van het vastge
stelde tracé onteigend kan worden.