De Heer van Dun heeft t.a.v. het informatieblad nog gepleit voor het
daarin publiceren van gedeelten van het beleidsplan. Het lijkt ons zinvol om deze
suggestie over te nemen.
Tariefstelling onroerendgoedbelasting.
Met betrekking tot de realisering van het door ons voorgestane beleid
voor de jaren 1977 t/m 1981 hebben alle frakties de wens uitgesproken dat een en
ander geen konsekwenties mag hebben voor de tariefstelling ten aanzien van de hef
fing van de onroerendgoedbelastingen. Het is Uw Raad bekend dat belastingverhoging
niet het enige middel is ter verkrijging van aanvullende dekkingsbehoeften. Ook
besnoeiing van uitgaven, temporisering van investeringen en beschikking over reser
ves zijn mogelijkheden om het gemeentelijk budget in evenwicht te brengen. Mede
hierom onderstrepen wij nogmaals dat juist de paragraaf "konfrontatie van de kapi-
taalslasten van de voorgenomen investeringen met de budgettaire mogelijkheden binnen
de gewone dienst" een belangrijk onderdeel uitmaakt van het totale beleidsplan.
Daarin nl. treft U aan het kriterium, de toets, die U zult moeten hanteren om uit
te maken of het beleidsplan de komende jaren uitgevoerd wordt. Maar wij zullen uiter
aard met Uw wens om zo mogelijk géén belasting te verhogen zoveel mogelijk rekening
houden, temeer omdat uiteraard het beleid hier door Uw Raad bepaald wordt. Ander
zijds zult U ook moeten erkennen, dat het niet aangaat verlangens te hebben die het
uitgavenpatroon van onze gemeente verhogen, zonder dat Uwerzijds de richting wordt
aangegeven waarin door ons gezocht zal moeten worden naar dekkingsmiddelen. Overigens
zullen wij ook trachten rijks- en provinciale subsidies te verkrijgen die het moge
lijk maken investeringen te realiseren zonder dat belastingverhoging nodig is. Be
lastingverhoging is geen sympatiek middel, dat realiseren we ons. Op een gegeven
ogenblik kun je er echter niet aan ontkomen als andere middelen zijn uitgeput of als
er een te eenzijdige besnoeiing van uitgaven plaats zou vinden. Intussen is voor
1977 helemaal nog geen belastingverhoging te voorzien maar wat niet is kan voor
de latere jaren wel komen. Zo kan bijvoorbeeld het uitgavenpakket stijgen als ge
volg van toenemende uitgaven van het stadsgewest. De integratie van onze gemeente
in het stadsgewest brengt toenemende uitgaven met zich, in niet geringe mate. Ook
is denkbaar dat een gewijzigde subsidieregeling een verhoging van uitgaven zal ver
oorzaken.
Stedelijke woonwijkprojektie
Wij delen met U de door de Heren van Gils, Verkooijen, Pegel en Pau-
lussen uitgesproken bezorgheid die Uwerzijds bestaat voor de leefbaarheid en een
bloeiend voortbestaan van Bavel na realisering van een woonwijk ten oosten van
Bavel, in welke vorm dan ook uitgevoerd. Ons college heeft zich op het standpunt
gesteld geen woningbouw te realiseren voor andere doeleinden dan de opvang van de
natuurlijke bevolkingsgroei en ekonomisch gebondenen. Indien ten oosten van Bavel
echter woningbouw zal moeten worden gerealiseerd, zijn wij voorstander van een zo
danige spreiding over de regio, dat hierdoor zo weinig mogelijk druk op de Bavelse
gemeenschap zal ontstaan. Deze spreidingsgedachte is reeds ter kennis gebracht van
de gemeenten Breda en Oosterhout, het stadsgewest Breda en de Provinciale Planolo
gische Dienst. Thans zal met spoed het onderzoek naar de konsekwenties van de rea
lisering van een stedelijke woonwijk en de mogelijke alternatieven ter hand worden
genomen. De resultaten van dit onderzoek zullen met de Raad worden besproken, waarna
een standpunt te dezer zake kan worden geformuleerd. Dit standpunt zal kenbaar
worden gemaakt aan de provincie, als bijdrage in de herwaardering van het streekplan
West-Brabant en aan het stadsgewest Breda, als bijdrage in het stadsgewestelijke
struktuurplan. Overigens zullen de initiatieven van andere belanghebbende instanties
nauwlettend worden gevolgd.
Bestemmingsplan "Buitengebied".
De Heren Verkooijen en Paulussen informeren naar de stand van zaken
t.a.v. het bestemmingsplan "Buitengebied". Het buitengebied met zijn veelheid aan
landschappelijke en landbouwkundige waarden zal in de komende periode onze volle
dige aandacht opeisen. Een onderzoek naar voornoemde waarden heeft inmiddels plaats
gevonden en de onderzoekresultaten zijn vertaald in een ontwerp-juridisch plan, dat