Hij is het echter niet met hem eens, dat er geen verkeersproblemen zijn. Overigens
was de Inspekteur zelf in 1969 een andere mening toegedaan. Een van de redenen toen
het busvervoer in te stellen, was juist het feit, dat er nogal wat verkeersproblemen
waren. Hij wil er op aandringen maatregelen te treffen om de veiligheid van de kin
deren te waarborgen. En dan denkt hij met name aan de Annevillelaan en de Rouppe
van der Voortlaan. Misschien is het mogelijk daar waarschuwingsborden te plaatsen
(overstekende schoolkinderen)of voetgangersoversteekplaatsen te maken, of te zorgen
voor meer begeleiding van politie. Met name benadrukt de Heer VAN DER WESTERLAKEN
de situatie bij "Jeugdland", waar veel kinderen oversteken en lang niét altijd in
schoolverband.
De VOORZITTER merkt op, dat hier op de eerste plaats een taak ligt
voor de hoofden en onderwijzers van de scholen. Maatregelen van de kant van de ge
meente komen pas op de 2e plaats en wanneer blijkt dat er inderdaad gevaarlijke si
tuaties ontstaan die niet door schoolbestuur of schoolhoofden kunnen worden opgelost.
Dan moet uiteraard wel de verkeerscommissie hierin gekend worden.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN merkt op, dat men in 1969 van oordeel was,
dat er wel verkeersproblemen waren. Nu wordt het busvervoer voor klassen 3 en 4 af
geschaft en daar mogen toch wel maatregelen tegenover staan. Roostertechnisch is
het niet mogelijk om kinderen uit de 6e klas te laten brigadieren ten behoeve van de
3e en 4e klassertjes. Hij zou het op prijs stellen, dat hier van gemeentewege meteen
iets aan gedaan wordt en om te beginnen zou de zaak in de verkeerscommissie aan de
orde gesteld kunnen worden.
De VOORZITTER herhaalt dat eerst de gelegenheid gegeven moet worden
aan die organen, die primair verantwoordelijk zijn, in casu schoolbestuur en school
hoofden. De zaak moet niet paniekerig worden aangepakt; anders kun je wel in het
hele dorp waarschuwingsborden plaatsen enz. De leerlingen krijgen toch ook niet voor
niets verkeerslessen
De Heer J.H. VAN GILS zegt zich te herinneren, dat er in 1969 in de
Raad uitvoerig over dit busvervoer is gediskussiëerdBij wijze van proef is de Raad
toen akkoord gegaan met vervoer voor de laagste 4 leerjaren. De proefperiode is wat
lang uitgevallen, maar nu stemmen ook de schoolbesturen in met beperking tot 2 leer
jaren. Dan mag aangenomen worden, dat men ook niet zo zwaar tegen de problemen aan
kijkt.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN wijst er op, dat in 1969 ook nog iets
anders meespeelde, namelijk de wens van het schoolbestuur een gymnastieklokaal te
bouwen bij de basisscholen. De Raad heeft toen besloten in plaats hiervan tot dit
busvervoer over te gaan.
De VOORZITTER meent, dat het weinig zin heeft in het verleden te dui
ken. Momenteel is er volledige overeenstemming tussen de Inspekteur, de schoolhoofden
en het gemeentebestuur.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda
voorgesteld.
12. MEDEDELINGEN
De VOORZITTER begint met de beantwoording van enkele vragen, die in
de vorige vergadering niet afgedaan werden.
De Heer «J.H. van Gils meende, dat méér grond aan het schoolbestuur
Bavel werd overgedragen dan nodig was voor de nieuwe school. Het blijkt, dat het toen
gedane voorstel korrekt was. Een en ander is al aan de vragensteller medegedeeld.
De Heer van der Westerlaken drong aan op het opnieuw laten verschijnen
van een informatiegids over de gemeente. De vorige verscheen in 1973. Intussen is
vrijwel een einde gekomen aan de groei van de gemeente en bovendien is vorig jaar
begonnen met het enkele malen per jaar laten verschijnen van een informatieblad. Het
College stelt zich voor middels die informatiebladen regelmatig aktuele gegevens te
verschaffen over onderwerpen, die in bedoelde informatiegids behandeld zijn.