oemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering
30 maart 1976
Agenda Nr17
Klass. Nr. -1.777.811.3.
Onderwerp
Voorstel tot het bepalen van een standpunt inzake
de positie van de gemeente Nieuw-Ginneken in het
Streekplan "West-Brabant"
UIvenhout, 16 maart 1976.
Aan de Raad,
Bij brief d.d. 9 juli 1975 heeft het college van Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant, naast de streekcommissie West-Brabant, ook de ge
westen, de gemeenten en andere instanties in het streekplangebied West-
Brabant in de gelegenheid gesteld zich bezig te houden met de herwaardering
van het streekplan "West-Brabant" en Gedeputeerde Staten van de resultaten
daarvan op de hoogte te brengen.
In verband hiermede hebben wij het Ekonomisch Technologisch In
stituut Noord-Branant verzocht ons van advies te dienen bij het bekommen-
tariëren van het streekplan "West-Brabant" voor zoveel betreft de positie
van Nieuw-Ginneken in het streekplan. Wij hebben met name gekozen voor het
E.T.I.N., omdat voornoemd instituut in onze gemeente werkzaam is o.a. in
het kader van het opstellen van het ontwikkelingsplan, zodat, een groot
aantal van de, in het kader van de herwaardering van het streekplan, beno
digde gegevens reeds aanwezig is.
Nauw overleg tussen het E.T.I.N. en ons college heeft geresulteerd
in de "Nota omtrent de positie van Nieuw-Ginneken in het streekplan West-
Brabant". Met nadruk willen wij stellen, dat de in voornoemde nota weerge
geven visie, ook de visie van ons college is.
In voornoemde nota worden achtereenvolgens aan de orde gesteld
Par. 1. De volgens het Streekplan "West-Brabant" (vastgesteld 20 april 1970)
gewenste ontwikkeling van Nieuw-Ginneken.
Par. 2. De feitelijke ontwikkeling van Nieuw-Ginneken in het recente verleden.
Par. 3. De huidige visie op de toekomstige ontwikkeling van Nieuw-Ginneken
Par. 4. De in verband met de gewijzigde visie op Nieuw-Ginneken gewenste
aanpassing van het Streekplan.
De inhoud van voornoemde nota kan paragraafsgewijs als voxgt
worden geresumeerd
Sub, par. 1 (Visie Streekplan 1970).
In het streekplan "West-Brabant" wordt Breda als hoofdcentrum van geheel
West-Brabant beschouwd met een industriële en een woonfunktieBreda wordt
verder gezien als een centrum van stuwende dienstverlening en als gewestelijk
verzorgingscentrum. Om zijn funkties te kunnen vervullen zal Breda in de
toekomst woongebieden van formaat moeten kunnen realiseren, nl. tot 1380
in de Haagse Beemden en na 1980 in het gebied Bavel/Dorst.
Nieuw-Ginneken ligt voor een groot deel in de Bredase urbane ontwik-
kelingszöneDe kernen Ulvenhout en Bavel worden als stadsrandkernen beschouwd,
welke de taak hebben om binnen de agglomeratie Breda de gewenste differen
tiatie van het woonmilieu te kompleteren. In verband met het behoud van de
eigen identiteit, het sparen van natuurgebieden, alsook het tempo, waarin
de Bredase woongebieden worden gerealiseerd, worden aan de uitbreidingsmo
gelijkheden van Bavel en Ulvenhout beperkingen gesteld.