noodgedwongen de gemeente hebben verlaten. Een aantal van deze gezinnen wil
zich thans opnieuw in deze gemeente vestigen en oefent thans een extra druk
uit op de plaatselijke woningmarkt.
In de nabije toekomst zou voor deze kategorie woningzoekenden én
voor ekonomiscn gebondenen nog woonruimte moeten kunnen worden geschapen in
Nieuw-Ginneken
De natuurlijke groei van Ulvenhout en Galder/Strijbeek zal om
eerdergenoemde redenen (par 1) niet geheel binnen de eigen kernen kunnen
worden opgevangen en zal gedeeltelijk op net gebied van Bavel moeten worden
gerealiseerd.
Ten aanzien van een rekreatief attraktiepunt nabij Galder hebben
wij een andere visie dan het streekplan. Wij zijn namelijk van mening, dat
men in bedoeld gebied hoogstens rekreatieve voorzieningen dient te realiseren
om te voorzien in een regionale behoefte. Een rekreatieve funktie als om
schreven in het streekplan zou het gebied zo zwaar belasten, dat de inwoners
van de eigen regio het nieuw aan te leggen rekreatieprojekt zouden gaan
mijden. Een rekreatieve funktie van dit projekt voor de Randstad of voor
de provincie Antwerpen zouden wij vooralsnog willen afwijzen.
Ter nadere informatie omtrent het gestelde in de Verstedelijkings-
nota kan, terzijde van het gestelde in bijgevoegde nota, worden vermeld, dat
de aanwijzing van Breda als groeistad het volgende inhoudt
Naast de bouw van 10.000 woningen in Breda tot 1987, nodig in
verband met o.a. de gezinsverdunning,zullen 10.000 extra woningen moeten
worden gerealiseerd op gronden in de omgeving van Breda.
De Verstedelijkingsnota noemt niet, zoals het streekplan, het
gebied Bavel/Dorst als stedelijk woongebied, doch in een brief d.d. 11 sep
tember 1975 aan het college van Burgemeester en Wethouders van Breda, wordt
door de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het gebied
Bavel/Dorst met name als uitbreidingsgebied genoemd. De Verstedelijkings-
nota is oyerigens nog geen parlementair stuk en doorloopt thans de procedure
van een planologische kernbeslissing. Woningbouw is overigens een stadsge
westelijke aangelegenheid en wij hebben deze problematiek bij het Stadsge
west Breda aanhangig gemaakt. Met name hebben wij bij het stadsgewest de
vraag gesteld of het verantwoord is in West-Brabant tienduizenden woningen
te bouwen ter opvang van inwoners van de zuidelijke Randstad.
Sub, par. 4 (Gewenste aanpassing streekplan)
De in de voorgaande neergelegde visies omtrent de toekomstige
ontwikkeling van de tot de gemeente Nieuw-Ginneken behorende woonkernen
zullen alleen in de praktijk kunnen worden gebracht als de provincie Noord-
Brabant hier achter gaat staan en bereid is het streekplan aan veranderde
inzichten aan te passen.
Met betrekking tot Nieuw-Ginneken houdt dit in, dat met name de
woonkern Bavel in de toekomst een grotere uitgroei wordt toegestaan, dan in
het streekplan wordt aangegeven.
In verband met de onmogelijkheid uitbreidingen van enig formaat
in Ulvenhout en Galder/Strijbeek te realiseren, zouden wij ervoor willen
pleiten om het Streekplan West-Brabant zodanig aan te passen, dat de kern
Bavel in de periode 1975 - 1990 tot een leefbare kern van 5.000 a 5.500
inwoners kan uitgroeien. Hiertoe zal in de komende 15 jaar behalve een
verdere kleine afronding aan de zuidzijde ook een uitbreiding in noord
oostelijke richting moeten worden toegestaan. Bij uitbreiding in noord
oostelijke richting zal men in het oog moeten houden, dat in het streekplan