-3-
De Heer VERKOOIJEN zegt het met de Heer Aarts eens te zijn. Hij meent, dat
het zaak is het bestemmingsplan Buitengebied zo snel mogelijk ter visie te krijgen en
de grond van de Heer Stulemeijer te betrekken bij de kern Bavel, waar dan wèl gebouwd
zou mogen worden,
De VOORZITTER antwoordt, dat het de Raad bekend is, dat fprmeel op basis
van het geldende plan géén bouwvergunning kon worden verleend. Toen hier toch om ge
vraagd werd, heeft het toenmalige College van Burgemeester en Wethouders alle mede
werking verleend om bouw toch mogelijk te maken. Vorig jaar heeft de Raad zelfs een
voorbereidingsbesluit vastgesteld; vervolgens is de zaak voorgedragen bij Gedeputeerde
Staten, uiteraard met een positief advies. Het afwijzend standpunt van Gedeputeerde
Staten, dat niet bepaald sterk lijkt, heeft ook het College verrast. Het College is
dan ook bereid opnieuw met de Provincie kontakt op te nemen om alsnog een verklaring
van geen bezwaar te verkrijgen. Het door de Heer Aarts bedoelde bezwaarschrift is wel
meegezonden naar Gedeputeerde Staten, zonder kommentaar. Dit bezwaarschrift is voor
Gedeputeerde Staten niet het argument geweest géén verklaring van geen bezwaar te
geven. Wat de tekening betreft, die onvolledig zou zijn geweest, wijst de VOORZITTER
er op, dat de architekt van de Heer Stulemeijer inderdaad een tekening heeft ingediend
waarop slechts twee pandjes zijn ingetekend; het College heeft een andere tekening
bijgevoegd voor Gedeputeerde Staten, waarop de huidige kadastrale situatie is weerge
geven. Door de weigering van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar af
te geven, stonden Burgemeester en Wethouders voor de noodzaak op het verzoek om bouw
vergunning afwijzend te beslissen. Dit heeft geleid tot het beroepschrift van de Heer
Stulemeijer, waarop de Raad helaas óók geen andere dan een afwijzende beslissing zal
kunnen nemen. Het College wil bevorderen, dat de betreffende grond wordt opgenomen
in het plan voor de kom Bavel en het is bereid opnieuw aan Gedeputeerde Staten te
vragen toch nog een verklaring van geen bezwaar af te geven.
De Heer AARTS zegt te willen wijzen op de sektienummers 2422, 1212 en 1992.
De daarop gebouwde panden zijn niet op de tekening vermeld. Hij zou graag zien, dat
aan de Provincie een geheel bijgewerkte tekening wordt ingezonden.
De VOORZITTER zegt, dat het mogelijk is dat de betreffende kadasterkaart
niet geheel bij was. Het ontbreken van de aanduiding van die panden is overigens voor
het oordeel van de Provincie niet beslissend geweest.
De Heer PAULUSSEN vraagt, of het College de indruk heeft, dat de verande
ring van bestemming gekoppeld blijft aan de bestemming Buitengebied.
De VOORZITTER antwoordt, dat in de bewuste hoek van de rijksweg en het
viaduct een andere bestemming dan die van agrarisch gebied zou moeten komen, zodat
er wèl gebouwd zou mogen worden.
De Heer PAULUSSEN merkt op, dat wanneer deze verandering van bestemming
zou moeten wachten op de totstandkoming van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied,
het nog lang kan duren voordat de Heer Stulemeijer zal kunnen bouwen.
De VOORZITTER antwoordt, dat vorig jaar, vooruitlopend op de komende wij
ziging van het komplan Bavel, een voorbereidingsbesluit juist voor deze situatie is
genomen. Gedeputeerde Staten menen echter, dat zij nog onvoldoende inzicht hebben in
de afbouw van Bavel aan deze kant en daarom houden zij de zaak af. Momenteel wordt
nog niet gewerkt aan een plan voor geheel Bavel en het College zal - gezien de veel
heid van plannen waaraan momenteel gewerkt wordt - moéten nagaan, of met zo'n her
zieningsplan voor Bavel begonnen kan worden. De vraag is, of de herziening van dit
komplan een zodanige prioriteit moet hebben, dat de afwikkeling van de andere plannen
er door vertraagd mag worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten afwijzend op het
beroepschrift te beschikken.
14. VOORSTEL TOT GRONDVERKOOP AAN J.C.W.M. GRAUMANS, AKKERSTRAAT 5 TE ULVENHOUT,
VOOR HET BOUWEN VAN TWEE GARAGES
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.