autochtonen rond de oorspronkelijke kern. De Heer PAULUSSEN zegt in het hoofdstuk "Gewenste aanpassing streekplan" weer tegen te komen de gedachte van ontwikkeling van de openluchtrekreatie rond de Galderse Meren. Het College schrijft te dien aanzien terecht, dat dit hoogstens een regionale funktie behoeft te vervullen. De Heer PAULUSSEN vraagt zich af, of niet beter in plaats van het woordje "behoeft" gesproken zou moeten worden van "moet" of "mag"; hij zou graag van het College vernemen, hoe het denkt maatregelen te nemen om dit inderdaad tot een regionale voorziening beperkt te doen blijven. Dan vraagt hij, welke maatregelen genomen zullen moeten worden met betrekking tot de afwikkeling van het verkeer, waarbij hij met name denkt aan de aansluiting op de rijksweg 58 met rijksweg 16. Deze vraag heeft hij ook eerder al gesteld in de commissie Ruimtelijke Ordening, met name over het aanhangig maken van deze aansluiting bij Rijkswaterstaat. Het staat hem voor, dat de voorzitter toen geantwoord heeft, dat dit zou gebeuren samen met Breda, althans er zou met Breda overlegd worden om dit te doen. Hij zegt dit een belangrijke aangelegenheid te vinden, omdat ook wel eens gesproken is over het opvangen van rekreanten uit het gebied van Antwerpen. De leefbaarheid van Galder komt hierbij in het geding. Een ander punt is, dat hij graag uiterste waakzaamheid zou willen aanbevelen ten aanzien van de annexatieplannen van Minister Gruijters en Wet houder van Dun, omdat zij beiden daarover regelmatig hun stem laten horen. De Heer J.H. VAN GILS zegt al eerder naar voren te hebben gebracht, er moeite mee te hebben, dat zowat alle toekomstige bouw van Nieuw-Ginneken in Bavel moet plaatshebben. Hij zou graag alternatieven of tafel gebracht willen zien. Met name voor Galder/Strijbeek ziet hij die zeker zitten en hij is er niet van overtuigd, dat dit in Ulvenhout niet meer kan. De Heer VERKOOIJEN zegt ten a~anzien van de Galderse Meren dezelfde opvat tingen te hebben als de Heer Paulussen. Hij is het er niet mee eens, dat de autochto nen van Ulvenhout en Galder/Strijbeek persé rond de eigen woonkern moeten bouwen, zoals de Heer Berger dat ziet, maar hij kan zich wel voorstellen, dat Bavel er minder gelukkig mee is, dat het zou uitgroeien tot nog meer inwoners dan Ulvenhout telt. De VOORZITTER, de sprekers beantwoordend, zegt, dat in het streekplan een uitspraak voorkomt, volgens welke Galder een niet-volledig-leefbare-kern is en dat er nogal wat bezwaren zijn om daar uitbreiding aan te geven. In Nieuw-Ginneken is de laatste jaren erg veel gebouwd, hoofdzakelijk - zoals uit het E.T.I.N.-rapport is gebleken - door mensen uit Breda. Dit voltrok zich aanvankelijk in Ulvenhout, maar de laatste 5 jaren ook in Bavel, Er is een aantal planologische faktoren, waardoor de groei van Ulvenhout geremd wordt, te weten de aanwezigheid van het natuurschoon, de grens met Breda, het Markdal en tenslotte de projektie van de rijksweg ten zuiden van Ulvenhout. Dit alles verhindert, dat te Ulvenhout nog bestemmingsplannen gerealiseerd worden van een zodanige maat, dat daarmede de Ülvenhoutse bevolking gediend is. Wel is gedacht aan de projektie van een woongebied langs de Kraaijenbergsestraat. Dat is zelfs aangekaart bij de provinciale instanties, maar het standpunt van de Provincie dat in 1975 werd uitgesproken, was negatief. Deze kwestie is ook doorgesproken met de Heer Siepman bij zijn werkbezoek vorig jaar augustus en ook toen bleek, dat de Provincie geen aanleiding zag voor een uitbreiding van Ulvenhout, richting Kraaijen- bergsestraatDe bevinding van het College is, dat er in Ulvenhout - buiten de plannen Beekhoek I en II - geen enkele andere mogelijkheid meer is, tenzij men een uitzonder lijk waardevol gebied gaat opofferen. Ook het plan Beekhoek is aanzienlijk kleiner uitgevallen dan eerst de be doeling was. Het standpunt van Gedeputeerde Staten, anno 1975, is, dat er voor Ulven hout nog maar een bescheiden uitbreidingsmogelijkheid is en dat kwantificeerde men op 30 woningen per jaar. Momenteel wordt dat gefaseerde programma uitgevoerd, waarbij de in 1974 opgelopen achterstand ingelopen mag worden. De Raad zelf heeft spelregels vastgesteld voor de uitgifte van de nog beschikbare grond. Nog slechts enkele Jaren kan met de uitgifte van grond in Ulvenhout worden doorgegaan en dat betekent, dat voor de eigen inwoners van Ulvenhout binnen afzienbare tijd geen grond meer in de eigen woonkern beschikbaar zal zijn,Desondanks zou ook het College veel liever voor de Ülvenhoutse bevolking de gelegenheid kreëren in het eigen gemeentedeel te bouwen. Het voornemen bestaat dam ook, om in de toekomst nogmaals de projektie van een woon gebied langs de Kraaijenbergsestraat in onderzoek te nemen en dat met de Provinciale instanties te bediskussiëren. In overleg met Breda hebben de randgemeenten de barrière kunnen doorbreken dat de randgemeenten in het geheel niet meer mochten bouwen. Voor 3 jaren is er een werkafspraak gemaakt, dat Nieuw-Ginneken zich zal baseren op een aantal van 90 woningen per jaar, voor de eigen behoefte. Die afspraak heeft geleid tot de goedkeuring van het plan Beekhoek I. Verder moet uitgezien worden naar Galder of Bavel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 93