gemeente nieuw-gmneken Raadsvergadering Onderwerp: 19 april 1977 Mededelingen Agenda Nr. 19 Klass. nr. -1.855.43 Ulvenhout, 6 april 1977. Aan de Raad, Galderse Meren Begin 1976 zijn weer besprekingen begonnen tussen de gemeenten Breda, Rijsbergen en Nieuw-Ginneken teneinde te komen tot een oplossing van meer be perkte omvang ten aanzien van de recreatie in het gebied van de Galderse Meren. De problemen in dat gebied zijn U voldoende bekend. De hete zomer van 1976 heeft deze problemen nog eens geaccentueerd en het is begrijpelijk dat op bestuurlijk gebied naar een oplossing daarvoor werd gezocht. Een studiegroep van de drie genoemde gemeenten heeft een rapport op gesteld over de mogelijkheden van te treffen voorzieningen. Over dat rapport is overleg gepleegd door de Colleges van Burgemees ter en Wethouders van de 3 betrokken gemeenten (op 9 september 1976)en toen werd ook ter tafel gebracht een plan van meer beperkte omvang, opgesteld door de diensten van Openbare Werken van de gemeenten Rijsbergen en Nieuw-Ginneken. Aangezien dit beperkte plan op dat moment (9 september) nog niet door Breda beoordeeld kon worden, werd afgesproken dat de bedoelde studiegroep (ad viesgroep) zou moeter. proberen binnen 6 weken met een operationeel- advies te komen, met andere woorden met een plan dat in 1977 uitgevoerd zou kunnen zijn. Hierbij moet worden aangetekend dat zowel het College van Burgemees ter en Wethouders van Rijsbergen als ons College daarbij van oordeel waren, dat de gemeenten Rijsbergen en Nieuw-Ginneken slechts in de kosten van het te reali seren object zouden kunnen bijdragen naar rato van het inwonertal, welke maat staf van het begin af aan ten aanzien van de Galderse Meren is gehanteerd. Op 29 november 1976 bood de adviesgroep de eind-nota aan. Deze voor zag in een uitgewerkt voorstel tot een recreatieve voorziening van beperkte om vang op korte termijn, d.w.z. te realiseren vóór het seizoen 1977. Vervolgens had op 10 januari 1977 opnieuw overleg plaats tussen de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de betrokken gemeenten. Teleurstellend was het toen te vernemen, dat Breda slechts bereid was aan de uitvoering van het beoogde beperkte projektdeel te nemen, wanneer elke gemeente 1/3 van de kosten voor haar rekening zou nemen.. Dit was volkomen in strijd met het tot dan toe gehuldigde principe dat elke gemeente zou bijdragen naar verhouding van ieders inwonertal. Bij schrijven van 19 januari 1977 deelden Burgemeester en Wethouders van Rijsbergen aan ons mede, dat Rijsbergen niet accoord kon gaan met een kos ten verhouding 1/3 - 1/3 - 1/3. Ons College heeft eenzelfde standpunt ingenomen en dit bij brief van 21 januari 1977 aan het College van Burgemeester en Wethouders van Breda mede gedeeld met verzoek de kostenverdeelsleute1 toch te baseren op het inwonertal van de betrokken gemeenten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 111