4
6^_VOORSTELjrOTJHET_VASTSTEI^
De Heer PEGEL merkt op dat de stukken wat aan de late kant ontvangen
zijn. Ook het College heeft dikwijls maanden nodig om beleidsnota's door te nemen.
Hij wil voorstellen dit agendapunt uit te stellen tot de volgende vergadering om
het nog eens rustig te kunnen bekijken.
De VOORZITTER merkt op dat de stukken voor deze vergadering toch op
tijd bij de leden bezorgd zijn; de voorgeschreven termijn van 10 dagen is ruim
in acht genomen.
De Heer VERKOOIJEN beaamt dat de agenda zeker op tijd gekomen is. De
Raad heeft al dikwijls gevraagd om deze subsidieverordening en zijn fraktie vindt
dat degenen die er aan gewerkt hebben zondermeer een goed stuk hebben afgeleverd.
Hij zegt aan uitstel van behandeling geen behoefte te hebben.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN sluit zich hierbij aan. Ook in de Commis
sie is er uitvoerig over gesproken. De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt waardering
te hebben voor dit stuk werk. Verschuiving van de behandeling hoeft voor hem niet.
De Heer J.H. VAN GILS zegt toch wel voor uitstel te voelen. Als dit
voor de verenigingen geen nadeel oplevert dan ziet hij niet in waarom niet tot de
volgende raadsvergadering gewacht kan worden.
De VOORZITTER zegt, na overleg met de wethouders, dat nu van de kant
van twee frakties om uitstel wordt gevraagd, het College hier toch wel rekening
mee wil houden. Het is waar wat de He-ren Verkooijen en van der Westerlaken gezegd
hebben, nl. dat er veel en lang op gestudeerd is, maar een onderwerp als dit is
waard de volle aandacht van alle raadsleden te krijgen. Verenigingen die door uit
stel in moeilijkheden zouden kunnen komen kunnen rekenen op het zo nodig verstrek
ken vein voorschotten. Hij stelt daarom voor de behandeling uit te stellen tot de
vergadering van 31 mei.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad hiermede akkoord.
7. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANSCHAF VAN EEN
VIERTAL LUXAFLEX JALOUZIEËN VOOR DE KLEUTERSCHOOL 'T WEITJE TE ULVENHOUT
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda voorgesteld.
8. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE EERSTE INRICHTING
VAN EEN DERDE LOKAAL TEN BEHOEVE VAN DE OPENBARE BASISSCHOOL "DE KLOKKEBEI"
TE ULVENHOUT
De Heer VAN DER WESTERLAKEN wijst er op dat zijn fraktie in de vorige
raadsvergadering al heeft gewezen op de nood die momenteel bij het openbaar onder
wijs heerst. Weliswaar gaat het nu alleen om de eerste inrichting van het derde
lokaal, maar dit derde lokaal zelf zal op zeer korte termijn toch ook wel aan de
orde komen. Het eventuele noodlokaal zal niet voorzien in de dringende behoefte
aan een lokaal voor handenarbeid, een kamertje voor het hoofd der school, ruimte
om jassen weg te hangen, enz. Bovendien zou een noodlokaal weer een lokaal toevoe
gen aan het nu reeds bestaande overschot aan lokalen. Hij meent dat het tijd
wordt om op korte termijn weer in overleg te treden met het bijzonder schoolbe
stuur om te trachten tot overeenstemming te komen.
De VOORZITTER zegt zo aanstonds op de opmerkingen van de Heer van der
Westerlaken te zullen ingaan. Eerst echter wil hij het thans aan de orde zijnde
voorstel afwerken.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op
de agenda voorgesteld.
De VOORZITTER zegt dat het College als bestuur van de openbare school
uiteraard er mede bekend is dat er voor deze school een derde lokaal moet komen.
In dit verband is een oproep geplaatst voor de benoeming van een derde onderwijzer
waarschijnlijk zal op korte termijn deze benoeming kunnen plaatshebben. De huidige
huisvesting van de openbare school in twee lokalen is te zien als noodvoorziening.
In de eindsituatie is te voorzien dat in Ulvenhout op 3 plaatsen in volwaardige
units onderwijs zal worden gegeven en één daarvan is dan de openbare school.