6
school komt, anderzijds gaat er een school gesticht worden die eigen te weinig
kinderen heeft. De Heer VAN GILS zegt dit laatste niet zo erg te vinden als er
op redelijke termijn uitzicht was dat het aantal kinderen er wel zou komen. Maar
het tegenovergestelde is het geval, nu in het voorstel is vermeld dat de school
over enkele jaren nog maar 5 kleuters zal tellen. De Heer VAN GILS zegt dat echter
de integratiegedachte bij hem overweegt en dat hij uit dien hoofde toch met het
voorstel zal meegaan.
De VOORZITTER wijst er op, dat het aantal kleuters straks van 5 ge
put is uit de overgelegde handtekeningenlijst. Niemand weet echter of er straks
een overloop zal komen van kleuters die nu misschien nog op de bijzondere kleuter
scholen geplaatst zouden worden. Het overwegende motief, ook voor het gemeentebe
stuur, is echter de integratiegedachte. Het is nu de Raad die de beslissing moet
nemen wel of niet ontheffing vragen aan de Kroon; in oevestigend geval moet
dus ook het Rijk hier nog mee instemmen. Bij een bevestigende beslissing neemt
het Rijk de financiële konsekwenties voor zijn rekening. Overigens is het zo dat
het wel een aantal maanden duurt voordat het Rijk een beslissing neemt. Met in
gang van het nieuwe schooljaar zal de openbare kleuterklas dus nog niet gereali
seerd kunnen worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voor
gesteld.
De VOORZITTER schorst hierna de vergadering voor een korte pauze.
Na heropening stelt hij aan de orde
10. VOORSTEL MET BETREKKING TOT DE SCHOOL VOOR MUZISCHE VORMING TE NIEUW-GINNEKEN
De Heer PEGEL zegt dat over dit voorstel gesproken is in de Commissie
Welzijn. De notulen van die commissievergadering heeft hij gemist.
De VOORZITTER antwoordt dat die notulen nog niet vastgesteld zijn,
maar over de inhoud kunnen al wel mededelingen worden gedaan.
De Heer PEGEL zegt dan te willen herhalen wat hij in de Commissie
Welzijn heeft gezegd, dat als er gesproken wordt over Muzische Vorming, over de
subsidie aan die instelling en over de dingen die daarbij zouden moeten gebeuren,
dat dit dan moet gebeuren aan de hand van de Beleidsgedachten die de Stichting
Muzische Vorming bij de gemeente heeft gedeponeerd. Hij zegt begrepen te hebben
dat het College ook tijd nodig heeft om het betreffende boekwerk door te werken,
net als de raadsleden trouwens. Een periode van 4 maanden is niet zo lang om dit
soort dingen niet alleen door te lezen maar ook er een oordeel over te vormen.
Daarom wil de Heer PEGEL voorstellen dit punt Muzische Vorming uit te stellen
totdat de volgende keer de Beleidsgedachten uitvoerig besproken kunnen worden
en meteen over het geheel een beslissing kan worden genomen.
De Heer J.H. VAN GILS zegt te kunnen instemmen met de instelling van
de Beheerscommissie Muzische Vorming Nieuw-Ginneken die op zo kort mogelijke ter
mijn de aktiviteiten van de Stichting Muzische Vorming zoals die tot heden werden
uitgeoefend zal overnemen en doorzetten. Wat het subsidievoorstel betreft vindt
hij het in feite evenals de Heer Pegel onjuist dat niet eerst het toekomstige
beleidsplan in zijn algemeenheid in de Raad kan worden behandeld. Pas daarna zou
de subsidie aan de orde moeten komen. Maar de Heer VAN GILS zegt begrepen te heb
ben dat een beslissing zoals nu door het College voorgesteld niet langer kan wor
den uitgesteld. Zijn fraktie zal zich dan ook niet tegen dit voorstel verzetten,
al is het een beetje onaangenaam overgekomen dat de Raad min of meer voor een
voldongen feit wordt gesteld. Zijn fraktie meende dat de Koördinator pas zou
worden aangetrokken in het kader van de uitbreiding die Muzische Vorming aan haar
aktiviteiten wil geven. Aan het verlenen van de subsidie zou de Heer VAN GILS
echter toch één voorwaarde willen verbinden, dat nl. als vandaag besloten wordt
een Beheerscommissie in te stellen ook vanaf vandaag de besluiten die door Muzi
sche Vorming genomen moeten worden, genomen worden door de Beheerscommissie,
vooral als het gaat om belangrijke zaken, waarbij de Heer VAN GILS met name denkt
aan de Koördinator. Hij zou willen stellen dat die aanstelling gebeurt door de
Commissie, of als dit niet kan laat dan de Raad of B W tijdelijk de bevoegd
heid van de Commissie waarnemen.