gemeente nieuw-gsrmeken
Raadsvergadering
31 mei 1977
Agenda Nr. 5A.
Klass.nr. -1.855.42.
Onderwerp
Voorstel tot beschikbaarstelling van financiële
middelen voor het jaar 1977 aan de "Beheerscommissie
Muzische Vorming Nieuw-Ginneken"
Ulvenhout, 24 mei 1977.
Aan de Raad,
Gedurende de periode gelegen tussen begin juni 1976 en heden hebben
wij Uw Raad uitvoerig ingelicht over de wijze waarop het Instituut School
voor Muzische Vorming onzes inziens in de nabije toekomst in deze gemeente
zou moeten gaan funktioneren. De principe-uitspraken van Uw Raad d.d. 22 juni
1976 zijn door de huidige Stichting School voor Muzische Vorming uitgewerkt
in de "Beleidsgedachten tot de School voor Muzische Vorming te Nieuw-Ginneken"
Deze "Beleidsgedachten", aan U ter voorlopige kennisneming aangeboden bij onze
brief van 6 december 1976, hebben onderwerp van bespreking uitgemaakt in een
informele bijeenkomst van Uw Raad met het bestuur van de Stichting School voor
Muzische Vorming op 3 mei jl. Het verslag van deze bijeenkomst gaat hierbij.
Na de gevoerde diskussies zijn enkele zaken duidelijk naar voren
gekomenIn de eerste plaats is toch wel komen vast te staan dat een plaatse
lijk bestuur zelfstandig verantwoordelijkheid kan dragen voor het te voeren
beleid op het terrein van de kruistzinnige vorming, zij het dat het ter veilig
stelling van het blijven ontvangen, c.q. het verkrijgen van rijks- of provin
ciale subsidies nodig en wenselijk is dat een en ander gestalte wordt gegeven
middels een nauwe samenwerking met een groter verzorgingsgebied, zijnde bijv.
Breda. Een nadere precisering van een dergelijke samenwerking met een groter
verzorgingsgebied kan op dit moment moeilijk worden gegeven. In dit verband
is het van belang op welke wijze van vooral rijkswege nadere voorschriften
en richtlijnen dienaangaande worden gegeven in de in voorbereiding zijnde
Rijksbijdrageregeling Sociaal, Kulturee1 en Edukatief Werkwelke regeling
op haart beurt een uitvloeisel is van de medio 1976 verschenen nota "Kunst en
Kunstbeleid" van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.
In de tweede plaats is ons gebleken dat er voorkeur uitgaat naar
een samenwerking met Breda voor wat betreft het kunnen inzetten van docenten
van de Bredase Muziekschool voor ter plaatse te geven muziekonderricht. Deze
gedachte volgend heeft ons college op 11 mei 1977 in aanwezigheid van enkele
bestuursleden van de Stichting School voor Muzische Vorming en van de Heer J.
Braun, provinciaal muziekconsulent, een gesprek gehad met de Heer N. Schrama,
direkteur van de Bredase Muziekschool en met een medewerker van buro Culturele
Zaken van de gemeente Breda. Nagegaan is in hoeverre er mogelijkheden kunnen
worden gekreëerd om bij Breda in dienst zijnde docenten muzieklessen te laten
geven bij het Instituut Muzische Vorming door middel van een zgn. dienstver
leningskon trakt. Behoudens instemming van het Bredase gemeentebestuur is van
een bereidheid tot samenwerking terzake gebleken. Konkrete punten hiermede
verband houdend, zoals waar liggen precies de verantwoordelijkheden ten op
zichte van het in te zetten personeel, hoe hoog zijn de kosten per klokuur,
zal er sprake zijn van door Breda in rekening te brengen overheadkosten, zal
Breda het per klokuur muziekonderricht te ontvangen rijkssubsidie in mindering
brengen op de onderscheidene salarissen van ingezette docenten enz., zullen
nog een nadere praktische uitwerking behoeven. De Heer Schrama heeft toegezegd
deze kwesties te zullen voorleggen aan zijn gemeentebestuur en op zo kort mo-