gelijke termijn daarna hierover opnieuw kontakt op te zullen nemen met ons
college.
In de derde plaats tenslotte is gesproken over de mate waarin de
uitbreiding van het Instituut Muzische Vorming zijn beslag moet krijgen, dit
tegen de achtergrond van de konklusie in ons voorstel van 9 juni 1976 omtrent
een geleidelijke uitbouw, rekening houdend met de vraag vanuit de bevolking
en de budgettaire mogelijkheden van de gemeente. Ons college is van mening
dat de door de Stichting School voor Muzische Vorming onder de inwoners van
de gemeente gehouden enquête omtrent de animo voor het volgen van muziekop
leidingen (pagina 30 van de "Beleidsgedachten") voor wat betreft de oplei
dingen trompet, trombone, saxofoon, klarinet en dwarsfluit, in totaal 53
deelnemers, gehonoreerd dient te worden indien en voorzover blijkt dat deze
behoefte er ingaande het kursusjaar 1977/1978 nog steeds is. Dezelfde mening
zijn wij toegedaan ten aanzien van het overhevelen naar Muzische Vorming van
de leerlingenopleiding van de Harmonie "St. Caecilia" te Bavel en de Fanfare
"Voor Eer en Deugd" te Galder/Meerseldreef 25 leerlingen)
Het zal U duidelijk zijn, dat deze door ons college gesteunde uit
breiding van de afdeling muziek eerst dan werkelijk kan worden gerealiseerd
indien er voldoende bevoegde docenten - zo mogelijk via de Bredase Muziek
school - voor het geven van deze muzieklessen kunnen worden aangetrokken.
Onvoldoende hierin kunnen slagen zal noodzakelijkerwijze tot gevolg hebben
dat leerlingen op de wachtlijst zullen moeten worden geplaatst. Voor het jaar
1978 en met name dat gedeelte van het jaar waarin nieuwe kursussen aanvangen,
te weten 1 september 1978, zal bezien moeten worden of aan de hand van de zich
dan manifesterende vraag uit de bevolking verdere uitbreiding kan worden toe
gestaan van zowel de afdeling muziek als de afdeling beeldende vorming. In de
beoordeling door Uw Raad van de door de Beheerscommissie Muzische Vorming
voor 1978 in te dienen begroting zal uiteraard het te vragen budget moeten
worden geplaatst tegen de achtergrond van het financieel haalbare in de ge
meentebegroting 1978.
In het hiervoor genoemde overleg met de Heer Schrama is onzerzijds
aan de orde gesteld dat het aanbeveling verdient dat op enkele onderdelen in
het toelatingsbeleid van de Bredase Muziekschool - mutatis mutandis geldt
zulks ook ten aanzien van De Beeldenaar - nadere afspraken worden gemaakt. In
tegenstelling tot een door ons college eerder ingenomen standpunt zijn wij
bij nadere overweging van mening dat niet onbeperkt leerlingen vanuit Nieuw-
Ginneken dienen te worden toegelaten indien zij ter plaatse de gewenste op
leiding niet kunnen volgen, hetzij doordat een bepaalde opleiding in het ge
heel niet wordt geheven, hetzij doordat voor een bepaalde opleiding een wacht
lijst is aangelegd. Volgens het lopende gentlemans agreement zou nl. voor al
deze mensen 50% van de variabele kosten aan Breda worden voldaan. Met enkele
leden van Uw Raad zijn wij van mening dat een en ander onvoorziene kosten-
verzwaring voor Nieuw-Ginneken tot gevolg zou kunnen hebben waarvan op termijn
de gevolgen nauwelijks zijn te overzien.
Omgekeerd zouden er ook nadere regels moeten worden opgesteld ten
aanzien van mensen uit Breda die in Nieuw-Ginneken aan het Instituut Muzi
sche Vorming een opleiding volgen terwijl er in Breda ook mogelijkheden zijn.
Uit de diskussies op 3 mei jl. is tenslotte gebleken, dat de voor
keur uitgaat naar de vaststelling van een budget voor Muzische Vorming, in-
klusief een post bijdragen in de variabele kosten voor door leerlingen uit
Nieuw-Ginneken elders genoten opleidingen. De besteding van het uit dezen
hoofde beschikbaar te stellen budget zou in nauw overleg tussen de binnenkort
optredende Commissie Muzische Vorming en ons college dienen plaats te vinden.
Uit mondeling verkregen informatie van de zijde van de gemeente
Breda is ons gebleken dat de in de gemeentebegroting 1977 opgenomen raming,
groot 13.000,voor bijdragen in de variabele kosten naar verwachting
voldoende is om de op basis van het gesloten gentlemans agreement bestaande
verplichtingen van Nieuw-Ginneken na te komen.
Inzake het vanaf 1 september 1977 aan de Beheerscommissie Muzische
Vorming beschikbaar te stellen budget, dit op basis van onze vorenstaande