Vanmorgen is over een en ander van gedachten gewisseld met het hoofd van de openbare
school. Het is duidelijk dat de splitsing voor hem een teleurstelling betekent.
De Heer PEGEL zegt in deze korte mededeling van de Voorzitter toch een
heleboel zaken te missen. Volkomen vreemd of volkomen nieuw is voor hem na het ge
sprek van bijzonder schoolbestuur en raadsleden dat plotseling eon lokaal van de kleu
terschool beschikbaar gesteld kan worden. Op zich is het verheugend dat een klas in t
Weitje kan worden geplaatst, maar iets anders is dat ook de Inspecteur zegt dat deze
splitsing geen ideale zaak is. In het betoog heeft de Heer PEGEL dan ook gemist het
feit dat er nog 2 klassen in 't Weitje vrij zijn. Hij zegt begrepen te hebben dat de
zelfde inspecteur destijds heeft gezegd: er zijn ruimten genoeg in de Rosmolenschool
om daar 11 klassen in onder te brengen, twee klassen in de dépendance is genoeg. Dat
betekent dat er in hetzelfde Weitje nóg 2 lokalen vrij zijn. De Heer PEGEL vraagt zich
af waarom daar de twee lokalen van de Annevillelaan niet ondergebracht kunnen worden.
De VOORZITTER antwoordt dat de Inspecteur vorig jaar aan het bijzonder
schoolbestuur ontheffing heeft gegeven om 4 klassen in de dépendance te betrekken.
Vorige week heeft hij de beslissing genomen voor het komende schooljaar slechts voor
twee lokalen ontheffing te geven. Het bijzonder schoolbestuur gaat echter van deze be
slissing in beroep bij de Minister van Onderwijs. Die beroepsprocedure kan 3 a 4 maan
den duren
Los daarvan stelt het bijzonder schoolbestuur om hem regarderende motieven dat het
slechts bereid is één lokaal ter beschikking te stellen, en niet 3 lokalen.
De VOORZITTER citeert de brief van het bijzonder schoolbestuur: "In
antwoord op Uw verzoek na te gaan in hoeverre het mogelijk zou zijn 1 leslokaal bin
nen 1 van onze scholen in Ulvenhout ter beschikking te stellen van het openbaar onder
wijs, berichten wij U het volgende: wij zijn van mening, ons mede baserend op de op
vattingen van onze schoolteams en oudercommissie, dat huisvesting zowel van de open
bare school als de bijzondere school in één schoolgebouw thans de rust in het onder
wijs in Ulvenhout niet ten goede komt".
Daar enig rumoer ontstaat op de publieke tribune verzoekt de VOORZITTER de dames en
heren op de tribune uitdrukkelijk zich van commentaar te onthouden. Het is een zaak var
de Raad, niet van het publiek.
De VOORZITTER vervolgt zijn citaat uit de brief van het bijzonder schoolbestuur aldus:
"Dit houdt echter niet in dat zolang voor het gehele openbare onderwijs nog geen huis
vesting geboden kan worden binnen onze scholen zonder aantasting van de voor onze
scholen gekozen organisatie, wij niet bereid zijn mee te werken aan een tussentijdse
oplossing"
Die tussenoplossing, alsdus de VOORZITTER, is dan het beschikbaar stellen van een
speel/werklokaal van de kleuterschool. Mondeling is nog medegedeeld dat het komende
schooljaar het bijzonder schoolbestuur zich met het schoolteam en met het Oudercomité
bezint over de eindsituatie die zal ontstaan als er nog meer klaslokalen leeg staan en
leeg komen.
De eindsituatie, die zoals bekend is gericht op definitieve huisvesting van de open
bare school in een van de 3 complexen van het bijzonder onderwijs.
De Heer PEGEL zegt een en ander toch niet goed te begrijpen. In feite
zijn er 3 lokalen in 't Weitje vrij. Als het beroep van het bijzonder schoolbestuur
wordt afgewezen ziet hij geen enkele reden meer waarom die 2 lokalen niet gebruikt
zouden kunnen worden voor het openbaar onderwijs.
De VOORZITTER zegt niet geroepen te zijn het standpunt van het bijzon
der schoolbestuur te verdedigen. Het is de verantwoordelijkheid van dat bestuur zelf.
Na het overleg tussen bijzonder schoolbestuur en raadsleden is de kwestie nog inten
sief besproken met dat bestuur en met de Inspecteur. Het resultaat is nu de bereidheid
1 lokaal ter beschikking te stellen.
Wil de Heer Pegel een uitputtende motivering, dan zal hij zich tot het bijzonder schooi
bestuur moeten wenden.
De Heer PEGEL zegt dat het duidelijk is dat het gemeentebestuur de mo
tieven van het bijzonder schoolbestuur niet behoeft te verdedigen. Van de kant van liet
gemeentebestuur zou echter al wel nagedacht moeten worden welke maatregelen genomen
dienen te worden als toch twee lokalen méér vrij komen.