-14- De VOORZITTER onderstreept dat de feitelijke situatie nu zo is dat géén noodlokaal geplaatst behoeft te worden. De Heer PEGEL antwoordt dat dit wel betekent een splitsing van de openbare school. Daar was ook het College enkele maanden geleden nog fel op tegen. De VOORZITTER zegt dat het College in eerste instantie is gekomen met het voorstel een noodlokaal te plaatsen. Het Oudercomité van De Klokkebei echter heeft actie ondernomen om dit ongedaan te maken en om dus 3 lokalen in 't Weitje te krijgen. Het Oudercomité heeft nog verdere actie ondernomen, via Kamervragen, via de Minister. Dat is het goed recht van het Oudercomité, want in een democratisch land mag iedereen de middelen gebruiken die er zijn. Nu echter de zaak zo ligt dat ook de Inspecteur zich tegen het noodlokaal heeft verklaard omdat dit verspilling van gemeenschapsgel den betekent, nu is er geen enkele mogelijkheid meer om toch een noodlokaal te bouwen. De VOORZITTER merkt verder op dat ook als het bijzonder schoolbestuur het beroep op de Minister verliest het nog de mogelijkheid heeft "neen" te zeggen tegen de vraag de twee lokalen die dan leeg blijven over te dragen. Juridisch staat het dan nog in zijn recht. De VOORZITTER wijst er op dat dit alles voortvloeit uit de verhouding tussen een qroep personen die openbaar onderwijs voorstaat en een groep personen die bijzonder onder wijs wil. Daarom gebruikt het bijzonder schoolbestuur ook het argument van de rust in UIvenhout. De Heer PEGEL meent dat er toch ook wettelijke bepalingen moeten zijn om de positie van het bijzonder schoolbestuur juridisch aan te tasten. Hij zegt het een nare situatie te vinden wanneer zo in groepen van mensen gedacht wordt. De VOORZITTER zegt dat ook het College opteert voor het harmoniemodel en niet voor het conflictmodelDaar is geduld voor nodig en inschikkelijkheid; het is een kwestie van geven en nemen. De Heer PEGEL zegt dat dit een aangelegenheid is die best nog eens in de volgende raadsvergadering aan de orde zou mogen komen en dan wat uitvoeriger toe gelicht. Hij zegt bang te zijn dat men nu toch in een soort conflict-situatie terecht komt. De VOORZITTER zegt dat dit ook afhangt van degene die vindt dat hij in zijn recht wordt aangetast en dat hij daartegen actie moet voeren. Het is niet al tijd het meest verstandig om voor de korte termijn het uiterste te eisen. De Heer Pegel heeft zelf 4 uur met het bijzonder schoolbestuur gesproken en kent dus diens argumenten en motieven. Het is dus overbodig die de volgende keer nog eens op tafel te brengen. Nu ook de Inspecteur het met het ene lokaal in 't Weitje eens is, is er niet zoveel meer om over te stoeien. Natuurlijk heeft iedereen het recht het er niet mee eens te zijn maar de vraag is of je hier nog veel aan kunt doen en of je dat ook moet doen, gezien de belangen die hier verder spelen. De Heer PEGEL merkt op dat de laatste informatie ook zo kersvers is dat het College niet eens tijd heeft gehad om er over te praten. Daarom dacht hij dat het toch zin had er nog eens op terug te komen. De VOORZITTER zegt dat het College nog steeds bereid is om met ieder een een gesprek te voeren en ook bereid is om te proberen voor het openbaar onderwijs op lange termijn het meest haalbare binnen te halen. Hij merkt op dat het College hier feitelijk twee petten op heeft; een als gemeentebestuur, behartigend de belangen van alle bevolkingsgroepen, en een als bestuur van de openbare school, behartigend de be langen van een deel der bevolking. Dit maakt de zaak niet gemakkelijker. De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt neg een kleine opmerking te willen maken: als binnenkort ook een openbare kleuterschool zal worden opgericht ontstaat op nieuw narigheid: waar moet die dan gevestigd worden Hij zegt mét de Heer Pegel te hopen dat er geen polarisatie zal plaats vinden in de Nieuw-Ginnekense gemeenschap en dat binnen afzienbare tijd voor het hele probleem een definitieve oplossing zal worden gevonden. De Heer J.H. VAN GILS zegt al zijn collega's van de raad te willen aanraden zich in deze dagen ten aanzien van dit onderwerp te onthouden van alle dingen die het vuurtje aan beide kanten nog zou kunnen aanwakkeren. Hij zou de mensen die hier tegenover elkaar staan willen toevoegen: zet de andere bril eens op; misschien ziet men de zaken dan wat anders dan nu het geval is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 168