momenteel nog in Galder wonen al veel te groot is om het kleine contingent wat nu
gebouwd kan worden toe te delen. Hierbij is al een schifting onvermijdelijk. Het
ziet er naar uit dat er géén mogelijkheid zal zijn bedoelde spijtoptanten te helpen.
De Heer VERKOOIJEN wijst er- op dat zich dan de omstandigheid kan
voordoen dat iemand die de vereiste tijd tevoren b„v. een boerderijtje heeft gekocht
en verbouwd nu wel in aanmerking kan komen en jongelui die noodgedwongen Galder
moest verlaten niet.
Dit komt hem niet juist voor.
De VOORZITTER zegt te erkennen dat dit soms problemen kan opleveren,
maar nu is al zeker dat zelfs niet alle mensen die momenteel in Galder wonen en een
aanvraag hebben gedaan geholpen zullen kunnen worden. Hier komt nog bij dat de pro
vincie uitdrukkelijk gesteld heeft dat aangetoond moet worden dat er een duidelijke
behoefte aan woningen bestaat bij de mensen die nu in Galder wonen. Dat moet keihard
worden gemaakt
Spijtoptanten worden door de provincie niet als "harde" gevallen aangemerkt.
Wellicht zal het mogelijk zijn, maar ook slechts in zéér bescheiden mate, in Bavel
enkele spijtoptanten op te vangen. De werkelijkheid is helaas niet anders I
Dit neemt niet weg dat het College graag bereid is het uiterste te doen om de door
de Heer Verkooijen bedoelde mensen ter wille te zijn. Maar nogmaals de mogelijk
heden zijn uiterst gering I
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten zoals op de agenda voorgesteld.
16. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN GRONDPRIJZEN IN HET BESTEMMINGSPLAN "GALDER 1976"
EN MACHTIGING TOT VERKOOP VAM BOUWGROND AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
De Heer PEGEL merkt op dat de grondprijzen vergeleken bij Beekhoek
en Eikberg erg laag zijn. Wellicht mag er enig verschil zijn met de grondprijzen
van b.v. Ulvenhout, maar de Heer Pegel meent dat het onjuist is wanneer een aantal
voorzieningen die in de totale gemeente op de grondprijs drukken in Galder niet
zouden worden doorberekend.
De VOORZITTER antwoordt dat het plan op zichzelf niet duur is en
daardoor ontstaan de inderdaad lagere grondprijzen. Vorige week is deze kwestie
besproken met de PPD en toen is opgemerkt dat het misschien verstandig zou zijn de
prijzen op te trekken tot het niveau van Beekhoek of eigenlijk van Eikberg. Het
positieve verschil zou dan te reserveren zijn in een fonds dat weer aangewend zou
kunnen worden voor toekomstige ontsluiting in Galder. De bedoeling is wel na de
realisering van de 30 woningen nog verder te gaan en dan kan de gemeente te maken
krijgen met duurdere grond en ook duurdere ontsluiting.
In die tweede fase zouden de grondprijzen dan aanmerkelijk hoger kunnen uitvallen
dein: nu het geval is, omdat het bijv. nodig zou zijn een boerderij te kopen.
Het College is nog niet in de gelegenheid geweest over deze suggestie van de PPD
te discussiëren.
De Raad zou nu de grondprijzen voor Galder toch wel kunnen vaststellen, maar dan als
minimum-prijzen. Het College kan dan nagaan voor welke categorieën het haalbaar is om
de prijzen te verhogen. Voor de woningwetwoningen b.v. kan het nodig zijn de voor
gestelde prijzen te handhaven, maar ook moet nog een voorbehoud worden gemaakt ten
aanzien van de premiebouw. Het principe zou wel kunnen zijn dat het prijsniveau
van Bavel gehanteerd moet worden, nader uit te werken door het College.
Onder de woningwetwoningen van Galder zit relatief veel grond. Wordt die prijs
verhoogd dan kan het zijn dat de woningen te duur worden om te realiseren. Overleg
over dit probleem met de Woningbouwvereniging is zeker nodig om te weten wat haal
baar is. Hetzelfde geldt voor de bejaardenwoningen en de premiekoopwoningen.
Ook daarvoor zijn immers maximale stichtingsgrenzen gesteld door het Rijk.
Voor de individuële, vrije bouw betekent dat dan een optrekken van de prijs tot het
niveau van Eikberg.