-6-
12. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE WARME
MAALTIJDENVOORZIENING IN NIEUW-GINNEKEN;
De Heer VERKOOIJEN vraagt of al bekend is of er mensen zijn die van
deze voorziening gebruik willen maken.
WETHOUDER WILLEMSEN antwoordt dat dit nog niet precies bekend is.
Het is een kwestie van afwachten. Voorlopig wordt er echter van uitgegaan dat voor
7 alleenstaanden of echtparen gezorgd moet worden. Er is een aparte commissie die de
aanmeldingen verzamelt en bekijkt.
De VOORZITTER constateert dat deze voorziening is voortgekomen uit
het contact van wethouders van sociale zajcen. Het betekent een belangrijke uitbrei
ding van het voorzieningenpakket voor de bejaarden. Moeilijk te voorspellen is welke
vlucht dit zal gaan nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
13. VOORSTEL TOT OVERNAME VAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN IN NIEUW-GINNEKEN DOOR HET
HOOGHEEMRAADSCHAP "WEST-BRABANT"TE BREDA-"
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voor-
gesteld.
14. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "GALDER 1976";
De Heer AARTS merkt op dat bestemmingsplannen vaak lang,te lang,duren.
Maar wat Galder betreft constateert hij tot zijn genoegen dat het voortvarend tot
stand is gekomen.
De VOORZITTER zegt dat het inderdaad een goede zaak is dat het
plan Galder reeds (en ongeschonden) in dit stadium verkeert. Er zijn(bezwaarschriften
tegen ingediend en bovendien doet zich de gelukkige omstandigheid voor dat de gemeen
te al voorlopige koopcontracten heeft kunnen sluiten waardoor de gemeente nagenoeg
zeker is van het verwerven van vrijwel alle grond in eigendom. Over één perceel wordt
nog onderhandeld. Mits maar aangetoond kan worden dat het plan in een reële behoefte
voorziet is ook de goedkeuring van de provincie op korte termijn te verwachten.
Er is ter plaatse een enquête gehouden en die heeft de behoefte aan grond overduide
lijk aangetoond. Bedoeling is op die behoefte in te spelen via woningwetbouw, bouw
bejaardenwoningen, premie-koopwoningen en individuele bouw.
Verwacht mag worden dat vroeg in het voorjaar de bouwaktiviteiten een aanvang zullen
kunnen nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
15. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN "RICHTLIJNEN VOOR DE VERKOOP VAN BOUtJGROND IN HET
BESTEMMINGSPLAN GALDER 1976";
De Heer AARTS meent dat onder punt 4. Van de richtlijnen bedoeld
worden de bewoners van huurwoningen die eigendom zijn van de woningbouwvereniging.
Zijns inziens verdient het aanbeveling toe te voegen dat ook aan de Woningbouwvereni
ging zelf grond verkocht kan worden; formeel zou dat anders ook niet kunnen.
De VOORZITTER antwoordt dat de Heer Aarts gelijk heeft, maar uiter
aard moet hier gelet worden op de geest van de richtlijnen; als er sprake is van
bouw van woningwetwoningen dan moet wel grond verkocht worden aan de Bouwvereniging.
Overigens zullen ook eventueel mensen die in een particuliere huurwoning zitten
een kans moeten krijgen om zelf te bouwen c.q. een woning van de bouwvereniging te
huren, wanneer zij overigens voldoen aan de te stellen richtlijnen.
De Heer PEGEL vraagt waarom in de categorieën 12 en 5 sprake is
van 5 of zelfs 10 jaar, terwijl men in catogarie 4 maar één jaar bewoner van een
huurwoning behoeft te zijn. De VOORZITTER antwoordt dat dit bewust gedaan is, omdat
men bij huurwoningen twee situaties in een keer oplost: de aanvrager die uit de
huurwoning gaat en een van de nieuwe woningen betrekt, en de aanvrager die door het
vrij komen van die huurwoning daarin kan gehuisvest worden.
De Heer VERKOOIJEN zegt in deze 5 punten gemist te hebben de mensen
die zich de laatste jaren buiten Galder gevestigd hebben omdat ze in Galder geen
woning konden krijgen, de zgn. spijtoptanten.
De VOORZITTER antwoordt dat het aantal aanvragen van hen die