-5- De Heer VERKOOIJEN wijst er op dat b.v. de werkgelegenheid in verband met het in dustrieterrein Moerdijk erg is tegengevallen; ook behoeft West-Brabant niet staan te juichen als er een nationaal of een regionaal vliegveld zou komen. Het is ook niet goed de dagelijkse pendel naar de Randstad nog verder te vergro ten. Hij zou er daarom vóór zijn in het geheel géén stedelijke woonwijk bij Ba- vel/Dorst te accepteren. Als er toch enige overloop moet zijn, breng die dan nog onder bij De Bunder. De Heer PAULUSSEN zegt er geen behoefte aan te hebben te gaan herhalen wat de beide vorige sprekers ook al gezegd hebben. Zijn fractie is het eens met de voorliggende voorstellen met deze bemerking dat volgens voorstel 3, onderdeel 2, Bavel maximaal 8.000 inwoners mag hebben. Hij benadrukt dat dit echt wel de bovengrens moet zijn. Hij zou het College in overweging willen geven dit aantal zoveel mogelijk te drukken. De Heer PEGEL zegt dat de overloop iets is wat het totale gebied aan gaat, niet alleen Nieuw-Ginneken. De overloop op zichzelf is helemaal niet zo'n gunstige zaak. Eerder een ongewenste zaak, o.a. vanwege de werkgelegenheid en van wege de verpaupering van de Randstad. Niet alleen het provinciaal bestuur van Noord-Brabant is tegen deze overloop, maar ook het provinciaal bestuur van Zuid- Holland. Hij merkt op dat zijn fractie op zichzelf tegen de overloop is. Maar de beslissing hierover wordt genomen op een zeer centraal niveau, in Den Haag. In het Streek plan 1970 wordt gesproken over een stedelijke woonwijk; ook nog eens in de Ver- stedelijkingsnota, en dan gaat het om 10.000 woningen. Dein komt er een ETlN-rap- port dat berekent dat er maar 4.000 woningen behoeven te komen. De Heer PEGEL wijst er op dat aan dit ETIN-rapport óók een aantal "maren" zitten. Basis zijn ge gevens van ambtenaren, niet van de beleidsorganen. Straks komt misschien weer een andere nota uit op 6.000 woningen. Op zichzelf, aldus de Heer PEGEL, zijn die getallen niet 't meest interessant. Heel anders is de vraag: als er een stedelijke woonwijk moet komen, zijn wij daar dan voorstander van. In eerste instantie lijkt het hem een onding een woonwijk van 4.000 - 10.000 wo ningen te projecteren richting Bavel/Dorst. De Heer PEGEL meent dat een wijk van deze omvang da macht van Nieuw-Ginneken en ook die van Oosterhout te boven gaat. De Raad van Nieuw-Ginneken zou kunnen zeggen dat hij helemaal niet voor zo'n woonwijk voelt en dat beter zou zijn die woningen te verdelen onder de omliggende gemeenten. Dit dus zoals ook het College in zijn nota tot uitdrukking brengt. De Heer PEGEL meent dat als Bavel al in het plan De Bunder met zo'n 900 woningen groeit en daardoor het aantal inwoners op 5,000 komt men zo ongeveer aan de grens van het mogelijke is. Anders wordt het wezen van Bavel zeker aangetast. Het College concludeert dat Nieuw-Ginneken geen overloop moet accepteren. De Heer PEGEL zegt van oordeel te zijn dat er weinig te accepteren is. Beter lijkt hem te stellen dat Nieuw-Ginneken geen heil ziet in overloop of iets dergelijks en dat ter bereiking hiervan alle gemeenten in het Stadsgewest eenzelfde pakket van maat regelen zouden moeten hanteren om de overloop tegen te gaan. De Heer PEGEL zegt te vinden dat de overloop na 1980 moet worden afgeremd. Van een gemeente als Breda kan niet verlangd worden dat ze alleen maar bouwt voor de eigen inwoners De VOORZITTER zegt het er mee eens te zijn dat Breda een groeifunctie heeft ten behoeve van de omgeving. Maar anders ligt het ten aanzien van de over loop uit de Randstad. Hij concludeert dat de mening van de Raad is dat overloop niet wenselijk is. De nota van het Stadsgewest doet duidelijk uitkomen dat de nadelen van de overloop groter zijn dan de voordelen; des te merkwaardiger is het dan dat het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest toch voor de overloop kiest en dat nu de gemeenten ge vraagd wordt hierover een uitspraak, te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 260