De VOORZITTER zegt dat de familie Rommens weliswaar een drietal bouw
percelen krijgt maar die bouwpercelen zijn bestemd voor familieleden zelf. Op de
eerste plaats voor Rommens die zijn bedrijfsgebouwen verlaat en op die bedrijfs
gebouwen komt een zoon, dus dat is een normale zaak. Op de tweede plaats is de
2e bouwplaats voor een zoon van de Heer Rommens die ook in aanmerking zou komen,
hetzij nu hetzij op redelijk korte termijn, als gegadigde voor een kavel in Bavel.
En het 3e perceel is voor een dochter die in Breda woont; dat is een zaak die ter
discussie zou kunnen staan maar het College vond het een acceptabele zaak. In het
verleden is bij grondtransacties de verkoper ook diverse malen de gelegenheid ge
boden een perceel te behouden.
Uiteraard zijn de normale verkoopvoorwaarden op deze transacties van toepassing,
zodat ook in deze gevallen de grond niet binnen 5 jaar overgedragen mag worden.
De Heer VAN GILS zegt dat het hem bekend was dat de normale voorwaarden
golden; hij zegt dit ook als niet meer dan billijk te zien. Maar hij blijft van
mening dat wanneer deze 3 gegadigden zich hadden gemeld tussen alle andere aanvra
gers het niet zo zeker zou zijn geweest dat ze alle 3 in aanmerking zouden zijn
gekomen.
De Heer VERKOOIJEN zegt van mening te zijn dat de gemeente met dit laat
ste perceel grond een beetje klem zat. Nu de eigenaar met zijn toch wel wat forse
eisen kwam zat er voor de gemeente weinig anders op dan hem ter wille te zijn.
Maar ook de Heer VERKOOIJEN vindt het resultaat, 3 woningen voor één familie, wel
een beetje aan de hoge kant.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
5. VOORSTEL TOT AANKOOP VAN EEN PERCEEL GROND VAN DE GEMEENTE BREDA TEN BEHOEVE
VAN DE UITBREIDING VAN HET SPORTCOMPLEX "JEUGDLAND" TE ULVENHOUT;
De Heer PAULUSSEN zegt dat zijn fractie van oordeel is dat de sportbe
oefenaren in Ulvenhout goede accommodatie dienen te hebben evenals in de andere
gemeentedelen het geval is. In het algemeen is zijn fractie dan ook voorstander
van het verwerven van grond voor de uitbreiding van de sportterreinen.
De nu aan te kopen grond ligt echter op een zodanige afstand van Jeugdland en is
zodanig gesitueerd dat er nauwelijks een eenheid met het bestaande complex ont
staat.
De Heer PAULUSSEN zegt verder dat het College zich de afgelopen jaren gekenmerkt
heeft door het steeds laten verrichten van uitvoerige onderzoekingen alvorens met
een voorstel te komen. Dit is echter wat betreft de uitbreiding van de sportter
reinen niet gebeurd. Er ontbreekt een onderzoek naar de sportsoortbehoefte, een
vergelijkend onderzoek naar terreinsitueringen, een onderzoek naar de planologische
aspecten van dit soort bestemmingen; er is geen onderzoek verricht naar verkeers
kundige aspecten van een eventuele situering, er heeft geen afweging plaats ge
vonden tegenover de bestaande accommodatie, de sociale aspecten van een dergelijke
projectie zijn niet belicht, ook niet de psychologische aspecten; er ontbreekt
een inzicht in de verdere financiële consequenties.
Zijn fractie vraagt zich af waarom dit alles niet gebeurd is.
In de toelichting op het voorstel staat dat de Commissie Financiën en Ruimtelijke
Ordening geinformeerd zijn. Dit is slechts ten dele waar want dit punt kwam op de
agenda's van deze commissievergaderingen niet voor maar is tijdens de vergade
ringen toegevoegd.
Daardoor kregen de Commissieleden onvoldoende gelegenheid zich op deze zaak voor
te bereiden. Ze hebben geen studie vooraf kunnen maken en ze hebben alleen nog
maar betrekkelijk gebrekkige informatie gekregen over de acute problematiek die
zich aandient in de vorm van een tennisvereniging in oprichting. Van de Commissie
Ruimtelijke Ordening waren verder slechts 3 van de 5 leden aanwezig.