In het Ontwikkelingsplan van de gemeente wordt vermeld dat de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten nog een onderzoek zal verrichten naar de terreinbehoefte
voor de openluchtsport.
De Heer PAULUSSEN zegt niet te weten of dit rapport er al is; gezien heeft hij
het in ieder geval niet.
Met name betreurt de Heer PAULUSSEN dat het door zijn fractie ingediende plan
voor de aanleg van een ruime sportaccommodatie in een ander deel van de gemeente
weinig of geen aandacht heeft gekregen. De Heer PAULUSSEN vraagt zich af waarom
dit plan niet in de overwegingen is betrokken. Alleen in het rapport van de ste-
debouwkundige is er ten dele op ingegaan.
Op grond van al hetgeen hij heeft opgemerkt zou hij willen voorstellen een goed
oordeel van de Commissies te verlangen over zijn voorstel en het nu aanhangige
voorstel uit te stellen tot een volgende vergadering.
De Heer PLATZBEECKER zegt het met de Heer Paulussen niet eens te zijn
dat er niet voldoende aandacht is besteed aan de behoefte aan uitbreiding van de
sportterreinaccommodatie in Ulvenhout. In de nog niet zo lange pericde van zijn
raadslidmaatschap is er meermalen in de raad over gesproken. De behoefte is duide
lijk onderkend, ook door het College.
Uiteraard is ook kennis genomen van het initiatief van de fractie Leefbaarheid
en zeker bestaat hiervoor bij de Raad-waardering.
Echter is ook kennis genomen van het advies van de Stedebouwkundige en de daarin
aangevoerde argumenten spreken wel aan.
De Heer PLATZBEECKER meent dat het verder een goede zaak is om de sportcomplexen
bij elkaar te houden juist om de afstand tussen de autochtonen en de mensen die
zich van elders in Ulvenhout gevestigd hebben gemakkelijker te kunnen verkleinen.
De Heer PLATZBEECKER wijst verder op punt 10 van de conceptovereenkomst met Breda;
hij proeft hieruit dat Breda nog steeds niet helemaal gerust is ten aanzien van
de plannen van Nieuw-Ginneken met de te verwerven grond. Hij meent dat het een
goede zaak zou zijn als de Raad zou uitspreken voorstander te zijn van een open
toelatingsbeleid.
De Heer J.H. VAN GILS wijst er op dat de onderhavige kwestie in de Com
missie Financiën aan de orde is gesteld met instemming van de Commissie zelf. De
genoemde Commissie heeft deze zaak alleen op de financiële aspecten beoordeeld.
De Commissie meende dat het een goede zaak was deze grond te verwerven en daar
tegenover is de prijs afgewogen. Dit leidde tot een positief advies.
De Heer VAN GILS meent dat het vanavond ook alleen maar gaat om de aankoop van de
grond, niet over de vraag welke sportaccommodatie daar nu moet komen.
Eigenlijk betekent dit dat - nu deze avond niet beslist wordt over de sporten die
er beoefend zullen worden - er ook geen principe-uitspraak over een open toelatings
beleid behoeft te komen. Maar anderzijds is het begrijpelijk dat Breda voor een
dergelijke uitspraak wel belangstelling heeft.
De Heer VERKOOIJEN zegt dat zijn fractie geheel accoord is met de aan
koop van deze grond. Het is de Raad bekend dat het College al geruime tijd over
deze grond in onderhandeling was en de Heer VERKOOIJEN meent dat feitelijk iede
reen wel weet dat een en ander door T.C. Breda en T.C. Ulvenhout is aangekaart.
Het alternatief van de fractie Leefbaarheid ziet er goed uit, maar nu de onder
handelingen met Breda zo ver zijn zou dit alternatief geen beletsel mogen zijn
voor de aankoop van de grond.
De Heer VAN DUN zegt dat ook de fractie Gemeentebelangen Galder zich met
het voorstel van het College kan verenigen. Hij meent dat de voor- en nadelen door
de Commissie Ruimtelijke Ordening voldoende afgewogen zijn.
De VOORZITTER zegt in antwoord op hetgeen door de diverse sprekers is
opgemerkt dat de onderhandelingen met Breda al sinds meer dan een jaar gevoerd
worden. De aanleiding ligt medio 1976 toen bleek dat er behoefte was aan sport
terreinen en met name in de tennissfeer. In de lijn van wat in Bavel gebeurde leek
het een goede zaak ook voor Ulvenhout uitbreiding van de tennisaccommodatie te
zoeken. Het werd als vanzelfsprekend beschouwd hiervoor aansluiting te zoeken bij
het bestaande complex op Jeugdland, dat immers al jarenlang bijzonder goed functio-