Met de nodige inventiviteit zijn wij er van overtuigd, dat binnen onze gemeente
zinvolle arbeid, zeker in de additionele sfeer, gecreëerd kan worden.
Arbeid van de door U bedoelde bevolkingsgroep brengt niet alleen inkomstenwerving
mee, maar is ook van betekenis voor het tot gelding brengen van capaciteiten, per
soonlijke ontplooiing, verruiming van de sociale contacten, maatschappelijk ge
richte tijdvulling, mogelijkheden van arbeidsvreugde en zingeving aan het arbeids-
handelen. De laatste aspecten onderstrepen het belang van vervangende werkgelegen
heid voor degenen, die geen werk kunnen vinden. Dat die arbeid ook in economisch
opzicht van direkte betekenis is behoeft daarbij niet altijd als eis te gelden.
Stel dat een economisch herstel de vraag naar arbeidskrachten licht zou doen stij
gen, dan zal men toch uit het aanbod de best gekwalificeerde werknemers nemen om
de openstaande arbeidsplaatsen op te vullen. Het vermoeden bestaat dan ook, dat
de groep mentaal gehandicapten en mensen met karakterologische en medische beper
kingen helemaal niet aan bod komen. Gezien de ernst van deze zaak en Uw zorg delen
de meenden wij, meneer de Voorzitter, hierop wat uitvoeriger te moeten zijn inge
gaan.
Bejaarden
Tijdens de algemene beschouwingen in 1975 hebben wij, meneer de Voorzitter, in mis
schien wat scherpere bewoordingen - onze teleurstelling - die toen kennelijk niet
in dank door wethouder Willemsen en door de fractie Bavel's Belang werden afgeno
men - kenbaar gemaakt ten aanzien van de uitwerking van Uw uitgangspunten met be
trekking tot de ouderen en ouder wordende mens. U kunt zich voorstellen, meneer de
Voorzitter, dat zeker onze fractie met"grote interesse deze paragraaf gelezen
heeft, waaruit blijkt dat met een grote voortvarendheid in een goed overleg met
de Stichting Bejaardenwerk deze zorg wordt aangepakt. Het siert dan ook wethouder
Willemsen, dat zijn portefeuille met deze belangrijke zaak nu misschien wel aan het
overlopen is
Wij vertrouwen erop, dat de wethouder binnen afzienbare tijd komt tot de instelling
van een stichting voor Gecoördineerd Open Bejaardenwerk.
Voorzieningen op o.a. kultureel, sport-, recreatief en sociaal gebied bestemd voor
alle burgers, moeten ook benut kunnen worden door ouderen, zonder dat dat proble
men oproept. Het beleid moet naar onze opvatting erop gericht zijn de ouderen zo
lang en zoveel mogelijk aan het maatschappelijk leven te laten deelnemen.
Wij noemen hier:
- bejaardenwoningen opnemen in en verspreid tussen de overige woningen;
- adequate voorzieningen voor zelfstandig gehuisveste bejaarden (bejaardenverzor
ging, maaltijdenvoorziening)
- bij de aanleg van verkeersvoorzieningendenk aan de ouderen
(bij verkeerslichten voldoende "groentijd" om over te steken; dit zou een welkome
zaak zijn)
- inschakeling van vrijwilligers om eenzaam zijn tegen te gaan, alsmede ter onder
steuning van de dienstverlening;
- streven naar vereenvoudiging van en begrijpelijkheid bij ambtelijke instanties en
regelingen. Ouderen moeten daar vaak met te veel moeite een weg in zoeken;
- het geven van ruime kansen aan het particulier initiatief binnen de door de wet
ten opgelegde taken.
De Heer VERKOOIJEN besluit aldus:
Meneer de Voorzitter, alvorens ons een oordeel over dit beleidsplan af te ronden
zouden wij twee zaken onder Uw aandacht willen brengen:
1. het openbaar maken van de vergaderingen van de raadscommissie1s
2. voor Uw antwoord op de algemene beschouwingen heeft U zeer terecht enige dagen
ruimte genomen. Zelfs heeft U besloten aan de beantwoording een raadsvergadering
daarop volgende aan te besteden. Wij stellen U voor óók de fracties meer ruimte
te geven.
Gezien de zorgvuldigheid, waarmede wij dit beleidsplan hebben benaderd achten wij
het niet juist van ons te verlangen zonder enige voorbereiding staande de vergade
ring op Uw antwoorden te reageren.
Wij menen dat het juist en gerechtvaarigd is op deze plaats Uw ambtenaren onze er
kentelijkheid te betuigen voor het vele werk, besteed aan dit beleidsplan. Gezien
de vele problemen, die ook aan onze gemeenschap niet voorbijgaan, zijn wij als