-14-
Tharis ligt er een petitie van dezelfde aard van een groot deel van de Bavelse be
volking, die dit welzijnsbelang overduidelijk naar voren brengt.
Natuurlijk zullen zij dit verzoek van harte steunen.
3. Financiën:
a. Opstellen komplannen.
In zijn algemeenheid willen wij de waarschuwing laten horen, dat het college attent
dient te zijn op de overschrijding van de geraamde kosten voor de adviezen van
externe adviseurs. Met name bij de opstelling komplannen le en 2e fase was dit het
geval; bij de 3e en 4e fase dienen de kosten binnen de ramingen te blijven.
b. Bestemming school.
Graag ontvangen wij een nadere precisering van Uw zinsnede "dat wij voornemens zijn
de voormalige Aloysiusschool een passende bestemming te geven in het op te stellen
komplan voor Bavel".
cAlgemeen
Uit Uw budget-prognose blijkt dat de financiering van onze gemeente geen zorgen
geeft voor de eerstkomende 5 jaren.
Er zijn geen aanvullende dekkingsmiddelen nodig voor de jaren 1978 tot en met 1982,
in tegenstelling tot berichten in het vorige beleidsplan.
Wij spraken daar toen onze verontrusting over uit en we zijn dan ook verheugd dat
dit ten goede gekeerd is.
Belastingverhogingen zijn dan ook niet in het vooruitzicht gesteld.
Tot slot, meneer de Voorzitter, zeggen wij U en Uw college en Uw ambtenarencorps
dank voor de zorgvuldige wijze van opstelling en presentatie van beleidsplan en be
grotingsstukken. Ook dank voor de wijze waarop Uw ambtenaren ons raadsleden terzij
de staan.
De VOORZITTER verleent vervolgens het woord aan de fractie van de V.V.D.
De Heer PLATZBEECKER spreekt als volgt:
Meneer de voorzitter, evenals beide voorgaande jaren, biedt U ons de gelegenheid
om algemene beschouwingen te houden naar aanleiding van de begroting 1978 en het be
leidsplan 1978/1982.
In het algemeen kan de V.V.D.-fractie instemmen met de voorstellen en suggesties
die in deze stukken naar voren komen én dus ook in grote lijnen met het voorgestelde
beleid.
Een aantal kanttekeningen met daarbij behorende suggesties wilden wij hierbij wel
maken en we zullen trachten daarbij zoveel mogelijk de opbouw van het beleidsplan
te volgen. Vooraf enkele algemene opmerkingen.
Enkele maanden geleden schreef professor Scholten van de N.E.H. in Rotterdam een
artikel over de toekomst van de parlementaire democratie waarin een aantal passages
voorkwamen die mij als raadslid uit het hart waren gegrepen. Een van deze passages
wil ik U voorlezen:
"Teleurstelling over het falen van de overheid wordt onvermijdelijk zodra men van
de overheid gaat verwachten dat deze een oplossing geeft voor problemen die alleen
door de inspanning van individuen en kleine groepen door deze zelf opgelost kunnen
worden. Geluk en welzijn kunnen alleen mede door eigen inspanning en instelling
veroverd worden. De overheid kan niet meer doen dan het daartoe noodzakelijke voor
waarden scheppen en hulp bieden". Einde citaat.
Voor een agrarische gemeenschap zoals Nieuw-Ginneken voor een groot deel eigenlijk
nog steeds is, moet dit citaat bijzonder aanspreken, immers op het oog moge het
lijken dat alle gewassen op het land vanzelf groeien en de veestapel zichzelf ver
zorgt, maar wie beter dan onze inwoners weten hoeveel eigen inspanning en instelling
er nodig is om dit tot een goed einde te brengen.
Het komt ook bij ons in de gemeente tot uitdrukking door de vele aktiviteiten die
op diverse gebieden door diverse verenigingen, ondernemers en particulieren worden
ontplooid. Het lijkt ons daarom goed, duidelijk te stellen dat ondersteuning van
dergelijke aktiviteiten en initiatieven een uitgangspunt dient te zijn van het ge
meentelijk beleid; het is niet het geven van subsidies die daarbij in de eerste
plaats komen te staan, maar vooral ook de ondersteuning, activering en stimulering.
Niet dat subsidie onbelangrijk is, allerminst. Vele aktiviteiten en initiatieven
zouden zonder financiële steun niet mogelijk zijn. Maar nog belangrijker dan deze
financiële steun is het scheppen van een klimaat dat het eigen particulier initia-