-18-
Een van de eisen zal zijn dat er een subsidieverordening komt waar we geen moeite
mee zullen hebben, en een inspraakprocedure of inspraakverordening. Nu is inspraak
op zichzelf een goede zaak die echter erg moeilijk in verordeningen en procedures
is vast te leggen. Wanneer we in vroeger jaren een bestemmingsplannetje wilden gaan
maken, of een weg wilden veranderen, of iets van dien aard, dan fietste het hoofd
Openbare Werken de omgeving eens rond, sprak gemoedelijk hier en daar met omwonen
den en betrokkenen en wanneer dan uiteindelijk de plannen werden uitgewerkt en aan
de Raad werden voorgelegd, dan waren er weinig bezwaren meer tegen in te brengen
omdat een ieder al de gelegenheid had gehad er het zijne op te zeggen en er met
ernstige bezwaren en moeilijkheden rekening gehouden was.
Meneer de voorzitter, dit was een vorm van inspraak die zich afspeelde min of meer
in het verborgene en misschien in strijd was met de tegenwoordig zo volop geprezen
openbaarheid, maar hij was voor een groot deel wel effectief. Nu is onze gemeente
ondertussen groter geworden, onze plannen zijn ook ingewikkelder en dat kan niet
meer op deze wijze; bovendien geloof ik dat in 1978 deze wijze van werken niet
meer past in het huidige bestel.
Wij menen echter wel, dat wanneer we een inspraakprocedure zouden gaan maken die
verder gaat dan de algemene vaststelling dat we een zo groot mogelijk deel van de
bewoners en belanghebbenden informeren, hun mening beluisteren en rekening houden
met hun opmerkingen en belangen; wanneer een procedure verdergaat dan deze alge
meenheden vrezen wij, dat we snel op het punt komen waarbij de procedures belang
rijker worden dan de zaken zelf.
In ditzelfde vlak ligt de vraag of we vopr bepaalde plannen commissies van advies
moeten instellen volgens art. 62, waarbij dus ook deskundigen en belanghebbenden
uit de gemeente kunnen worden ingeschakeld. Op zichzelf kunnen dit heel nuttige col
leges zijn, die wanneer zij niet te groot zijn samengesteld en een nauw omschreven
vraagstelling te beantwoorden krijgen ook zeer wel doelmatig kunnen functioneren.
Uitvoerig samengestelde commissies met een vage taakomschrijving en vage vraagstel
lingen zullen over het algemeen weinig bijdragen aan de oplossing van problemen of
het vaststellen van plannen.
Dus als we dergelijke commissies instellen dan graag duidelijke taakomschrijving als
voorwaarde stellen.
In dit verband is het misschien nuttig nog eens te denken aan de vaststelling van
plaatsen voor woonwagens. Ook in dit geval wordt van diverse zijden gevraagd om het
instellen van een adviescommissie ad art. 62.
Wij geloven dat bij het vaststellen van mogelijke plaatsen met verschillende groepen
uit de bevolking die het nauwst bij een dergelijke vaststelling zijn betrokken, ge
sproken dient te worden en dat dit heel goed mogelijk is zonder dat daarvoor een
adviescommissie wordt ingesteld.
Een ander geval zou het eventueel zijn wanneer er een deskundig advies zou moeten
worden gevraagd over de wijze van aanpassing of inpassing van een dergelijke kleine
groep in de gemeente; wij geloven echter dat dit laatste in dit geval nauwelijks van
toepassing is.
Overigens zijn er natuurlijk adviescommissies ad art. 62 die heel goed op zijn
plaats zouden zijn en ook zijn, zoals b.v. de adviezen die we steeds vragen over
de verdeling van subsidies voor sport en jeugd, cultureel werk e.d., terwijl we ons
ook kunnen voorstellen dat er adviescolleges zijn met betrekking tot ad hoe akti-
viteiten en problemen. Ik geloof dat we moeten stellen dat er onzerzijds geen enkel
bezwaar is tegen adviescommissies en ze in een aantal gevallen zelfs zullen toe
juichen, mits het uitdrukkelijk vaststaat dat er geen adviescommissies worden be
noemd om problemen en beslissingen te ontwijken, of op de lange baan te schuiven.
In dit verband is het misschien ook nuttig om nog eens enkele woorden te wijden aan
de werking van de raadscommissies. Eigenlijk kan ik daarvoor het best verwijzen
naar datgene wat we hierover vorig jaar al hebben gezegd. Het is een goede zaak dat
er een aantal commissies is ingesteld die het gemeentebestuur, i.e. het college zul
len adviseren. Nog steeds is het zo dat die adviezen vaak gegeven moeten worden op
inlichtingen en stukken die de commissie of de raadsleden pas op het laatste moment
bereiken. Het gevolg is dat deze stukken niet goed genoeg zijn bestudeerd, dat er
geen tijd is geweest om wat dieper op de zaak in te gaan en overleg te plegen met
anderen. Verder zijn ook de gevolgen vaak niet altijd even goed te overzien en komt
het voor dat het advies dat de commissie uitbrengt een niet goed genoeg gefundeerd