nemens, nota's en wetsontwerpen van de Centrale Overheid, terwijl een vertaling naar
de plaatselijke situatie nog maar nauwelijks zichtbaar is. Wij vinden dat het wel de
moeite waard is om daarop te anticiperen. Het signaleren namelijk van bestaande be-
beleidsvoornemens in een beleidsplan, dat lijkt ons verantwoord, óók wanneer nog niet
kan worden aangegeven hoe tezijnertijd de concrete vertaling van het een en ander
voor onze gemeente zal zijn. Er is een goede kar.s, dat het tot uitwerking van die
voornemens zal komen in de jaren waarover het beleidsplan loopt, 5 jaren dus, en zou
den we hier aan voorbij zijn gegaan, dan zou U terecht het verwijt hebben kunnen ma
ken aan ons, dat het College geen oog heeft voor komende ontwikkelingen, voor zaken
dus, die vrijwel zeker komen gaan. Hoe dat overigens de politieke verhoudingen in
vloed hebben op datgene wat we op dit moment onderhanden hebben, is natuurlijk nooit
te voorzien, maar wij lopen bewust het risico dat dit voornemen, dit regeringsvoor
nemen, dat dat niet de eindstreep haalt. Wij vonden het gewoon vanuit de aktuali-
teit nodig dat wij over een aantal belangrijke onderwerpen toch U informeerden, het
is een stuk informatie; het is helemaal nog geen kwestie dat U hier standpunten moet
innemen, maar wel informatie, dat U weet op welke hoofdlijnen van het te voeren be
leid voor de komende jaren U kunt rekenen en het heeft geen andere pretentie gehad
dan alleen maar een stuk informatie naar U toe.
Commissies^
De Ulvenhoutse fractie bepleit verder, evenals de fractie Leefbaarheid, het openbaar
maken van commissievergaderingen. Het moge de Raad bekend zijn dat ons College gro
te waarde hecht aan openbaarheid. In de momenteel lopende zittingsperiode is bijv.
overgegaan tot uitgave van het informatieblad. Wij zijn wat dat betreft trouwens van
mening dat de frequentie te laag is en we zouden die graag willen brengen op 3 tot
4 maal per jaar. Verder is het College ook al begonnen met het houden van informa
tie-avonden rondom belangrijke onderwerpen. Commissies krijgen vaak zaken te behar
tigen, die op dat moment nog in het stadium zijn van aftasten van gedachten, het
vormen van een voorlopige mening, het doen van keuzen uit meerdere mogelijkheden en
je kunt dat populair vertalen door te stellen dat je dan met "keukenwerk" bezig
bent, waarbij openbaarheid in de zin van toegankelijkheid voor eenieder wat ons be
treft, minder voor de hand ligt, omdat dat een rem kan betekenen voor het uiten van
de eerste gevoelens, gedachten, opvattingen en meningen. Die eerste opvattingen, die
eerste gedachten, die moet je kunnen spuien zonder geremd te zijn door een stuk pu
bliciteit. Datgene wat je vandaag zegt uit een opwelling, moet niet morgen in de
krant komen, vinden wij, en vandaar dat wij het echt keukenwerk vinden en in de fase
van het keukenwerk, vindt het College, dat die openbaarheid niet past, nóg niet past.
Dat wil dus niet zeggen dat we tegen openbaarheid zijn, maar juist in die eerste fa
se, waarin het gaat echt om een brainstorming, om het ontwikkelen van nieuwe gedach
ten, daar vinden we dat nog niet op zijn plaats. Bovendien zou ons College in een
openbare commissievergadering in zo'n situatie dus, dan heb ik het dus uitdrukkelijk
over die keukensituatie, minder ter sprake kunnen brengen dan in een besloten com
missievergadering. Dat is jammer, want sommige zaken lenen zich niet voor de open
baarheid en wanneer U niettemin zou besluiten tot openbaarheid van de commissiever
gaderingen (en U hebt daar het recht toe, dat is vanzelfsprekend) dan betekent dat
wel dat wij de consequenties daarvan voor ons zelf vertalen en dat wij dus een zeef
zullen moeten hanteren, voor die zaken die we wel in de openbaarheid kunnen brengen
en die zaken die we nog niet in de openbaarheid willen brengen, gelet op de belangen
die daarmee verbonden zijn. In verband hiermede blijven wij van mening dus, dat
openbare commissievergaderingen in dat stadium afbreuk doen aan een openhartige me
ningsvorming. Wanneer zo'n commissie advies uitbrengt aan het College en het College
verwerkt dit advies in voorstellen aan de Raad, dan is het overigens voor de hand
liggend, dat die commissieleden, die een bepaald standpunt naar voren hebben gebracht
in de commissievergadering, dat ook in de raadsvergadering kunnen doen.
Afwijkende standpunten kan men blijven innemen; U hoeft zich niet aan de meerderheid
van de commissie te conformeren. Behoudens uiteraard wanneer zich na de commissiever
gadering nieuwe omstandigheden hebben voorgedaan, die tot een ander standpunt zouden
kunnen leiden. Dan wordt het hele advies van de commissies overruled en dat gaat van
tafel en dan is de zaak weer helemaal open.