Ware dit anders, dan rijst namelijk de vraag welke waarde aan een commissie-advies moet worden toegekend. De fractie Leefbaarheid bepleit voorts het in voorkomende ge vallen instellen van ad hoc-commissies uit raadsleden en burgers-niet-raadsleden De V.V.D.-fractie sluit daarop aan en zegt daarvan dat dit heel nuttige colleges kunnen zijn, die wanneer ze niet te groot zijn samengesteld en voorts een nauw om schreven .vraagstelling te beantwoorden krijgen, ook wel doelmatig kunnen functio neren en met name noemt de fractie van de V.V.D. daarbij het vraagstuk van het Woon wagencentrum. Juist daarbij zou gesproken dienen te worden met verschillende groepen uit de bevolking, die het nauwst bij een dergelijke plaatsbepaling betrokken zijn, eerder dan het instellen van een speciale advies-commissie. Het College heeft het instellen van vaste advies-commissies uitdrukkelijk bevorderd. Adviescommissie ad hoe kunnen worden ingesteld op grond van art. 61 van de gemeentewet en op grond van art. 62 en in het laatste geval betreft het adviezen aan het College zelf en dan berust de bevoegdheid een dergelijke ad hoc-commissie in te stellen alléén bij Bur gemeester en Wethouders, dat wil dus zeggen dat Burgemeester en Wethouders de verant woordelijkheid nemen voor het instellen van zo'n commissie, maar ook voor het niet instellen van die commissie. Dat betekent dus dat U ons als het ware, om het eens even zwart-wit te stellen, geen advies commissie kunt opdringen, als het College daar geen behoefte aan heeft. Als het College wél behoefte daaraan heeft dan kan het College zelf, zonder Uw toestemming, ook een adviescommissie voor het College zelf instellen. Ik heb het hier uitdrukkelijk "dus over de adviescolleges, adviescommissies aan het College van Burgemeester en Wethouders. Artikel 61 opent de mogelijkheid com missies in te stellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen. Daaronder zijn te brengen commissies van advies rechtstreeks aan de Raad en de instelling van zo'n commissie zou dan ook door de Raad moeten gebeuren; dat is dus de bevoegdheid van de gemeenteraad, van U. Ten aanzien van de plaatsbepaling van het woonwagencentrum heeft het College in rui me mate, namelijk vóór de raadsvergadering van 8 november al zesmaal, overleg ge pleegd met de commissie Ruimtelijke Ordening; ook na de vergadering van 8 november is die bedoelde kwestie opnieuw in een vergadering van genoemde commissie aan de or de gesteld. Waar de eisen die aan een woonwagencentrum zijn te stellen volledig be kend zijn en gegeven de algemene en de specifieke problemen die aan welke plaats bepaling dan ook, verbonden zijn, is het College van oordeel dat het niet voor de hand ligt hiervoor een bijzondere commissie ad hoc in te stellen. Wij vinden overi gens wel dat tijdige informatie van de bewoners in de naaste omgeving de aangewezen weg is om te volgen. Graag zijn wij het met de V.V.D.-fractie eens dat het nodig is, steeds te komen tot een nauw omlijnde taakomschrijving van elke commissie om misver standen daarover zoveel mogelijk uit te sluiten. Stadsgewest Breda: De fractie van de V.V.D. wijst er, in aansluiting op hetgeen reeds in vroegere raadsvergaderingen naar voren is gebracht, op dat met betrekking tot het Stadsge west Breda, alleen die bevoegdheden moeten worden overgedragen welke beter gemeen schappelijk kunnen worden uitgevoerd en minder goed door de gemeente zelf. Met dat standpunt is het College het volkomen eens. Ook de Raad heeft zich meerdere malen in die zin uitgesproken. Subsidiebeleid^ Wat het subsidiebeleid betreft menen wij een waarschuwend woord te beluisteren in hetgeen de V.V.D.-fractie wat dat betreft stelt. Daar wordt op gewezen dat er geen sprake zou moeten zijn van automatisme en dat ook het vragen van tegenprestaties zou kunnen worden uitgebreid. In dat verband wijzen wij erop dat de Raad nog onlangs en voor het eerst in de historie van de gemeente een uitvoerige subsidieverordening heeft vastgesteld. De opmerking van de V.V.D.-fractie interpreteren we dan aldus: dat ze bedoelt dat vrij strak moet worden vastgehouden aan de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen, zoals die voorwaarden in de verordening zijn gefor muleerd. Zou de opmerking van de fractie een andere inhoud hebben, dan zouden we dat graag nog een keer vanavond vernemen. Met de opmerking van de V.V.D.-fractie dat de overheid er voor de burgerij is en niet andersom, zijn wij het volkomen eens. Wij menen overigens dat het beleid van het Col-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 355