Fietspaden Strijbeekseweg/Gilzeweg: We kunnen de Heer Paulussen mededelen dat bij de aanleg van vrijliggende fietspaden zal worden getracht zoveel mogelijk bestaand groen te respecteren en een suggestie om extra grond aan te kopen of te reserveren voor het aanbrengen van vervangende boombeplanting zullen wij in overweging nemen. Wij zijn het eens met de Heer van Dun als hij aandringt op een spoedige aanleg van fietspaden langs de Strijbeekseweg waardoor de verkeersveiligheid zal worden verhoogd. Wij delen U mede dat de aanvraag ter verkrijging van een D.A.C.W.-subsidie voor de aanleg van die fietspaden al is ingediend en er is ook al aan de Grontmij opdracht gegeven om een plan voor die fietspaden langs de Strijbeekseweg te ontwerpen. Afhankelijk van het verkrijgen van de subsidie, het tijdstip waarop het plan gereed zal zijn en het tempo waarmee de benodigde grond in eigendom kan worden verworven zal met de aanleg van die fietspa den een aanvang kunnen worden gemaakt. Ten aanzien van de wens van de Heer Platzbeecker om ook in de richting van Breda een grotere verkeersveiligheid te be werkstelligen zijn wij van mening dat dit op dit moment een moeilijke zaak is gelet op de grote verkeersstroom die deze weg dagelijks te verwerken heeft. De veiligheid kan wel worden gerealiseerd maar dan pas op het moment als de Markdalweg zal zijn voltooid. Fi et spad_ langs _de_Markj_ Naar aanleiding van de vraag van de Heer Bink te wiens laste het onderhoud van het fietspad langs de Mark zal komen delen wij mede dat volgens het statuut van de inter gemeentelijke organisatie "De Baronie van Breda" de kostenverdeling als volgt is: de helft van de kosten in evenredigheid van het aantal kilometers in iedere gemeente tot het totale aantal kilometers rijwielpad en de helft van de onderhoudskosten in evenredigheid tot het aantal inwoners. Rij ksweg_en_Markdalweg2_ De Heren J. van Gils en C. Verkooijen hebben aangedrongen op een snelle uitvoering van Rijksweg 58 en Markdalweg terwijl de Heer Paulussen aandringt op een snelle uit voering van de Markdalweg. Ten aanzien van de Rijksweg 58 delen we mede dat we aan onze stedebouwkundige opdracht hebben gegeven om voor die Rijksweg een bestemmings plan te ontwerpen. Over enkele principiële zaken als de landschappelijke inpassing van de Rijksweg moet met Rijkswaterstaat nog nader overleg worden gevoerd; we veron derstellen dat het ontwerp-bestemmingsplan in het vroege voorjaar van 1978 ter voor overleg naar de P.P.D. zal worden gezonden. We zijn met de Heer Paulussen van mening dat een goede inpassing van de Rijksweg noodzakelijk is vooral voor wat betreft de zicht- en geluidshinderaspecten. Vandaar ook dat wij op korte termijn met Rijkswater staat nader overleg wensen te voeren over die zaken. Ten aanzien van de Markdalweg kunnen wij U mededelen dat we Provinciale Waterstaat en de Grontmij opdracht hebben verstrekt om een studie te verrichten betreffende situering van het landschap en ge luidshinder van het tracé op het Breda's gebied. De fase van onderzoek is afgerond en inmiddels is opdracht verstrekt om zo'n studie te verrichten voor het verdere tracé in het Markdal op ons eigen gebied. Deze studie zal zoals ons is medegedeeld in januari zijn afgerond en op basis van die studie zal het inpassingsplan voor de Markdalweg worden opgesteld en aan ons worden toegestuurd én aan Breda en uiteraard betreft dat ook het gedeelte op Breda's gebied, met het verzoek om met dat plan in te stemmen. Dan zal er een voorstel aan Gedeputeerde Staten volgen en dan zal de zaak zover zijn dat het plan ter visie kan worden gelegd en dat we weten waar we aan toe zijn. De Heer Paulussen vraagt wat dient te worden verstaan onder stedebouwkundige rand voorwaarden; daar wordt onder verstaan het scheppen van zodanige voorwaarden dat de uitvoering van het tracé uit sociaal en milieutechnisch oogpunt verantwoord en aan vaardbaar is, terwijl dan tevens ook aandacht wordt besteed aan de veiligheid van het langzame verkeer. In dat verband kunnen wij de Heer van Dun geruststellen; hij heeft gewezen op de verbinding Galder/Breda. Die verbinding blijft in stand, zij het dat er uiteraard weer een bult bij komt want het zal wel gaan via een viaduct. Al in een erg vroeg stadium van het overleg met Rijkswaterstaat hebben wij daar name lijk voor gepleit; niet voor het viaduct, maar wel voor het behoud van de verbinding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 364