Indien de klager te laat is met zijn bezwaarschrift, is hij toch
ontvankelijk indien hij aantoont het bezwaarschrift ingediend te
hebben zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden.
2.Op een bezwaarschrift moet binnen 30 dagen worden beslist.
Hierop zijn twee uitzonderingen
a. indien aan een commissie is opgedragen over bezwaarschriften te
adviseren (dus niet alleen het horen) is de beslissingstermijn
60 dagen na ontvangst
b. degene, die de beslissing op het bezwaarschrift moet nemen kan
-evenwel binnen de oorspronkelijke termijn- de beslissing met ten
hoogtste 30 dagen verdagen, hetgeen aan de indiener van het be
zwaarschrift moet worden medegedeeld.
3.Ingevolge artikel 80 van de Wet op de Raad van State heeft het indienen
van een bezwaarschrift geen schorsende werking. Elke belanghebbende
(dus b.v. ook iemands buurman) kan evenwel aan de voorzitter van de
Raad van State om schorsing van het besluit vragen. Het besluit mag dan
niet ten uitvoer worden gelegd. M.a.w. zodra iemand b.v. merkt,dat zijn
buurman begint te bouwen, kan hij tegen de bouwvergunning een bezwaar
schrift indienen, en tegelijk schorsing van de vergunning vragen. De
houder van de vergunning mag dan -ondanks zijn vergunning- niet verder
bouwen.
Ons kollege heeft zich beraden over hetgeen in het kader van de
wet AROB voor Nieuw-Ginneken zou moeten gebeuren.
Tot dusverre heeft onze gemeente nog nauwelijks met deze wet
te maken gekregen. Er loopt momenteel één beroep bij de Afdeling Recht
spraak van de Raad van State en wel van een bewoner van de Cauwelaerseweg,
tegen een door uw raad in beroep bevestigde beschikking van ons kollege
inzake het slopen van een te hoge scheidingsmuur.
Omdat voor betr okkene beroep op Uw raad heeft opengestaan (van
welke mogelijkheid hij dus gebruik heeft gemaakt)was de bezwaarschriften
procedure niet meer van toepassing, doch moest hij zich rechtstreeks tot
de Afdeling Rechtspraak wenden. Genoemde Afdeling heeft in dit geval ver
zocht voorlopig af te zien van de sloop, daar anders schorsing van de aan
schrijving gevolgd zou zijn. Ons kollege heeft aan dit verzoek voldaan.
De bezwaarschriftenprocedure is in onze gemeente denkbaar ten aan
zien van beslisingen van de Raad, van een zgn. beheerscommissie, van Burge
meester en Wethouders en van de Burgemeester.
Ons kollege en ook de Burgemeester zijn overgegaan tot het vast
stellen van regels die bij het horen van bezwaarmakers gevolgd moeten worden.
Bedoelde regelingen zijn te Uwer informatie in het agendadossier ter inzage
(jelegd.
Het lijkt ons nodig dat ook regels worden gesteld ten aanzien
van het houden van hoorzittingen, wanneer een bezwaarschrift zou worden
ingediend tegen beslissingen van Uw Raad e.g. van een beheerscommissie.
In beide gevallen verdient het o.i. aanbeveling, dat de beslis
sing op het bezwaarschrift blijft in handen van uw Raad zelf, c.q. van de
beheerscommissie zelf.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft modelverordeningen
opgesteld die ten deze gevolgd zouden kunnen worden.
Ons kollege is van oordeel dat het aanbeveling verdient een
Commissie uit Uw Raad te belasten met het horen van de bezwaarmakers (of
hun gemachtigden)Wij menen dat in deze commissie één lid van elke in
Uw Raad vertegenwoordigende fraktie zitting zou moeten nemen en dat leden
van ons kollege daarvoor niet in aanmerking komen.
Wij willen u voorstellen een en ander te regelen overeenkomstig
de bijgevoegde ontwerp-verordening. Het leek ons het beste dat onzerzijds
géén aanbevelingen worden gedaan omtrent de als lid van deze bezwaarschriften
commissie te benoemen raadsleden. Wij willen deze commissie ook inschakelen
voor beroepskwesties bij uw Raad, die niet vallen binnen de werking van de
AROB-wet