Zoals reeds gememoreerd is het redelijk in overweging te nemen om
ontstane tekorten in de exploitatie te doen opheffen door verhoging achteraf
van het bedrag per leerling. In Ulvenhout en Galder zijn er reëel aangetoonde
tekorten ontstaan. Informatie bij het schoolbestuur te Bavel heeft aangetoond
dat men geen behoefte heeft aan een bijbetaling achteraf van 19,per leer
ling over 1974. Wij konkluderen hieruit dat er in 1974 in Bavel bij de exploi
tatie van de 2 basisscholen aldaar geen tekorten zijn ontstaan. Wij zijn der
halve van mening dat in situaties waar van exploitatietekorten geen sprake is
ook geen financiële tegemoetkomingen moeten worden verstrekt in de vorm van
een verhoging van het bedrag per leerling.
Ons college meent desondanks een oplossing gevonden te hebben,
welke ertoe zal leiden dat het gehele exploitatietekort 1974 van het schoolbe
stuur Ulvenhout kan worden vereffend. Uitgegaan wordt van het reële tekort te
Ulvenhout ten bedrage van in totaal 16.609,20. Met inachtneming van het ge
middeld aantal leerlingen in 1974 van alle scholen, zijnde 1.302, zal omgerekenc
per leerling een bedrag moeten worden uitbetaald van 12,76 ter dekking van
dit tekort. Omdat de Lager Onderwijswet 1920 zich ertegen verzet dat voor de
onderscheidene scholen voor gewoon lager onderwijs verschillende bedragen per
leerling worden vastgesteld - behoudens de uitdrukkelijk in de wet genoemde
uitzonderingen, die in casu echter niet kunnen worden toegepast - zal voornoemd
extra-bedrag per leerling voor het jaar 1974 ad 12,76, uitsluitend bedoeld
om exploitatietekorten te vereffenen, naar rato van het gemiddeld aantal leer
lingen in 1974 aan zowel het schoolbestuur te Ulvenhout als te Bavel worden
uitbetaald. Indien aan deze formele kant van de Lager Onderwijswet 1920 is
voldaan, zal het schoolbestuur te Bavel volgens zijn mededeling ertoe over
gaan om het door hem ontvangen bedrag uit te betalen aan het schoolbestuur te
Ulvenhout. Deze handelwijze leidt ertoe dat Ulvenhout uiteindelijk tot het
bedrag van het totale exploitatietekort in 1974 vergoeding zal ontvangen. In
dit verband verwijzen wij nog naar een identieke handelwijze ten aanzien van
de verrekening tussen Ulvenhout en Bavel van beschikbaar gestelde bedragen
per leerling over de jaren 1975 en volgende. Wij hebben er op deze plaats be
hoefte aan onze erkentelijkheid uit te spreken voor de bereidwilligheid, zoals
het schoolbestuur van Bavel dat in deze betoont.
In konkreto betekent een en ander dat aan het schoolbestuur te Ul
venhout wordt uitbetaald een bedrag van 876 2/3 x 12,76= 11.181, terwijl
aan het schoolbestuur Bavel toekomt een bedrag van 425 1/3 x 12,76
5.428,
Aangezien het in casu een uitgave betreft die nog betrekking heeft
op het jaar 1974 kan deze uitgave ad 16.609,volledig ten laste worden
gebracht van de saldi-reserve. De hierop betrekking hebbende begrotingswij
ziging is ter vaststelling voor U ter visie gelegd.
Ter nadere adstruktie van ons voorstel vermelden wij onderstaand
nog de bedragen per leerling, zoals die voor het jaar 1974 in enkele nabuur
gemeenten werden vastgesteld. In tenminste één gemeente, te weten Gilze-Rijen,
werd door de Raad achteraf nog tot verhoging overgegaan als gevolg van de
gestegen energieprijzen. Alphen en Riel 210,Baarle Nassau 228,09;
Breda 216,50; Chaam 200,Etten-Leur 228,Gilze-Rijen 235,
Teteringen 225, Terheijden 229,97.
Resumerende stellen wij U voor het voor het jaar 1974 vastgestelde
bedrag per leerling ad 184,ingevolge artikel 101, 5e lid, der Lager
Onderwijswet 1920, alsnog te verhogen met 12,76 per leerling door vaststel
ling van het hierbij gaande ontwerpbesluit.
De commissies van advies en bijstand voor Financiën en voor Wel
zijnszaken hebben terzake advies uitgebracht. Deze adviezen zijn voor U ter
inzage gelegd.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN,
De Secretaris, De Burgemeester,
Th. Bossink.
M. van de Ven.