-2-
Het vrij aanzienlijke verschil tussen de geraamde exploitatie-uit
gaven voor het jaar 1976 voor aan de ene kant de openbare basisschool en aan
de andere kant de bijzondere basisscholen in deze gemeente en zulks omgerekend
per leerling was aanleiding tot indiening van bovengenoemd verzoek ex artikel
55 quater.
In afwachting van de beslissing van de Minister op dit verzoek
meenden wij vooralsnog niet af te moeten wijken van het sedert enkele jaren
gegroeide gebruik om in overleg met de beide bijzondere schoolbesturen in deze
gemeente op basis van ingediende exploitatiebegrotingen te komen tot de jaar
lijkse vaststelling van het bedrag per leerling. Zou nl. het verzoek door de
Minister worden afgewezen en eventueel in hoger beroep door de Kroon worden
bevestigd, dan zou volgens de bepalingen van de Lager Onderwijswet 1920 de
noodzaak ontstaan om op grond van artikel 55 bis van de Lager Onderwijswet
1920 alsnog en achteraf over 1976 het bedrag per leerling te bepalen voor de
openbare basisschool, welk bedrag dan tevens ter beschikking moet worden ge
steld aan het bijzonder onderwijs. In het systeem van de wet zou in deze situa
tie het bedrag per leerling.dienen te worden bepaald dat uitgangspunt was voor
het verzoek aan de Minister, in casu 317,56 per leerling. Indien deze situa
tie zich zou hebben voorgedaan dan zouden de tekorten op de exploitatie 1974
van de scholen te Ulvenhout en Galder door een bijbetaling per leerling over
1976 van het verschil tussen 317,56 en 289,69, zijnde 27,87, zijn weg- jfl-
gewerkt.
Tegen de achtergrond van het vorenstaande hebben wij het schoolbe
stuur te Ulvenhout medegedeeld met eventuele voorstellen aan Uw Raad ter be
slissing op het onderhavige verzoek te zullen wachten totdat de beslissing
van de Minister op het verzoek ex artikel 55 quater bekend is. Het schoolbe
stuur kon zich met deze opvatting verenigen.
Zoals wij in ons voorstel tot vaststelling van het bedrag per leer
ling voor het jaar 1977 reeds mededeelden, heeft de Minister van Onderwijs en
Wetenschappen bij beschikking d.d. 4 februari 1977, KBO/BSO-III-532.916 be
sloten om het verzoek van Uw Raad tot toepassing van artikel 55 quater ten
aanzien van de openbare basisschool "de Klokkebei" te Ulvenhout voor het jaar
1976 in te willigen. Behoudens de mogelijkheid die Uw Raad en elk van de be
sturen van de in deze gemeente gevestigde bijzondere basisscholen heeft om
tegen deze beschikking binnen 30 vrije dagen, te rekenen van de dag, waarop
het afschrift is toegezonden, in beroep te komen bij de Kroon, betekent dit
Ministerieel besluit in konkreto dat niet alsnog achteraf tot een gewijzigde
vaststelling van het bedrag per leerling voor het jaar 1976 behoeft te worden
overgegaan. Voor het bijzonder onderwijs blijft derhalve het bedrag ad
289,69 per leerling gehandhaafd. W
Het schoolbestuur Ulvenhout heeft in aansluiting op de gemaakte af
spraken bij brief van 10 februari 1977 aan ons college verzocht om binnen de
wettelijke termijn die hem is gegeven om eventueel tegen de beschikking van de
Minister ex artikel 55 quater beroep in te stellen bij de Kroon in kennis te
worden gesteld van de beslissing op het verzoek tot verhoging achteraf van het
bedrag per leerling voor het jaar 1974 tot een zodanig bedrag, dat de in dat
jaar ontstane exploitatietekorten kunnen worden weggewerkt.
Kennisnemende van de oorzaken, die in 1974 tot de exploitatiete
korten van de basisscholen te Ulvenhout en Galder aanleiding hebben gegeven,
zijn wij van oordeel, dat er alleszins redenen aanwezig zijn om het schoolbe
stuur in deze financieel tegemoet te komen.
Aan Uw Raad komt volgens het bepaalde in artikel 101, 5e lid, de
bevoegdheid toe om het vastgestelde bedrag per leerling achteraf te verhogen.
Met toepassing van dit artikel zou dus het besluit kunnen worden genomen om
het bedrag per leerling voor het jaar 1974, dat door Uw Raad bij besluit van
14 december 1973 werd vastgesteld op 184,per leerling, alsnog te verhogen
met een bedrag van 19,per leerling. Een dergelijk besluit geldt echter
voor alle bijzondere scholen die in de gemeente zijn gevestigd. Met inachtne
ming van het gemiddeld aantal leerlingen van alle scholen in 1974, zijnde
1.302, zou een en ander een uitgave vergen van 24.738,