gemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering
18 januari 197 7
Agenda nr. 3.
Onderwerp
Klass. nr. -2.07.516.
Voorstel tot vaststelling van de vergoedings
regeling raads- en commissieleden, alsmede tot
een eventuele vaststelling van een vergoedings
regeling voor raadsfrakties
Ulvenhout, 5 januari 1977.
Aan de Raad
Bij wet van 6 mei 1976 is de gemeentewet gewijzigd op het gebied
van de vergoedingsregeling voor raads- en commissieleden. Deze wijziging houdt
o.a. in, dat de raadsleden, welke geen lid zijn van het college van burgemeester
en wethouders, met ingang van 1 januari 1975 een vaste jaarlijkse vergoeding
voor hun werkzaamheden, alsmede eerr tegemoetkoming in de onkosten, ontvangen.
Bij besluit van 20 november 1976 Staatsblad nr. 621) heeft de
Minister van Binnenlandse Zaken de bedragen voor 1975,alsmede de uitvoerings
voorschriften, bekend gemaakt.
Voor de gemeente Nieuw-Ginneken zijn deze bedragen als volgt
A. maximum vergoeding wegens verrichte werkzaamheden 2.697,
B. maximum tegemoetkoming in gemaakte onkosten 625,
C. maximum presentiegeld voor commissieleden, die geen raads
lid zijn 50,
Om meer recht te doen aan de plaatselijke autonomie is in het
besluit de mogelijkheid geopend om van de bedragen, genoemd onder A. en B.
naar beneden af te wijken tot een maximum van 20%. De minimum vergoeding
moet dus 2.657,60 per raadslid per jaar bedragen.
Bovendien kan Uw raad bepalen, dat een gedeelte van de ver
goeding voor verrichte werkzaamheden (A)tot een maximum van 20%, wordt uit
gekeerd berekend naar het aantal gehouden vergader inga r.Deze uitkerinc geschiedt
dan op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen.
De bedragen van de vergoedingen en de tegemoetkoming worden per
1 janauri van elk jaar door de minister herzien respektievelijk aan de hand
van het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers op 31 okto
ber daaraan voorafgaand en het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie,
geldende voor de maand oktober.
Voor 1976 zijn de bedragen voor gemeenten behorende tot klasse 4
(aantal inwoners 10.001 - 12.000) vastgesteld op 3.047,687,en 56,
Mede gelet op het steeds toenemende raadswerk hebben wij geen
aanleiding gevonden Uw raad voor te stellen van de mogelijkheid tot afwijking
naar beneden tot een maximum van 20% gebruik te naken.
Eveneens willen wij U voorstellen geen gebruik te maken van de
mogelijkheid om een gedeelte van de vergoeding wegens verrichte werkzaamheden,
tot een maximum van 20%, in de vorm van een presentiegeld uit te betalen. Wij
achten een financiële stimulans om de raadsvergaderingen bij te wonen door toe
kenning van een presentiegeld overbodig.