Ten aanzien van de door appellant geschetste toekomstige behoefte
aan deze woning kan worden medegedeeld, dat deze opmerking thans niet ter
zake doende is. Thans bestaat deze behoefte, blijkens advies van voornoemde
commissie niet, en een toekomstige behoefte zal pas,op het moment dat deze
behoefte zich daadwerkelijk voordoet aan de hand van de dan geldende situatie
moeten worden beoordeeld.
Wij zijn van mening, dat de aangevraagde woning, mede gelet op het
bovenstaande, niet zal gaan behoren tot een agrarisch bedrijf en mitsdien in
strijd is met de bepalingen van voornoemd bestemmingsplan.
Gelet op het bovenstaande stellen wij u voor het beroepschrift van
de Heer J.A. Verdaasdonk, voornoemd, ongegrond te verklaren, waartoe bijge
voegd concept-besluit kan worden gehanteerd.
Het beroepschrift van appellant, het weigeringsbesluit van ons kollegp
d.d. 22 oktober 1976, de bouwaanvrage d.d. 7 juli 1976 met bouwkundige tekening
alsmede het advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen d.d. 29
september 1976, zijn in het agenda-dossier ter inzage gelegd.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN
De Sekretaris, De Burgemeester,
Th. Bossink. M. van de Ven.