-2-
weinig beschikbare grondstukjes erg moeilijk steeds de juiste prioriteit te be
palen, maar het college heeft - het geheel aan gegadigden overziende en rekening
houdende met ieders specifieke omstandigheden - een naar zijn mening verant
woorde keuze gedaan.
Bij punt 1 (goedkeuring gegarandeerde geldlening Ulvenhouts Welzijn)
merkt de Heer PLATZBEECKER op, dat Gedeputeerde Staten aandringen op het verlenen
van het recht van eerste hypotheek door genoemde Stichting. Hij vraagt of op deze
suggestie wordt ingegaan.
De VOORZITTER antwoordt, dat terzake overleg gevoerd wordt met Ul
venhouts Welzijn. Medegedeeld kan worden dat in principe reeds overeenstemming
hierover bestaat.
Alle op de agenda vermelde stukken worden vervolgens zonder hoofde
lijke stemming voor kennisgeving aangenomen.
3. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN TWEETAL VERORDENINGEN INZAKE DE BEHANDELING
VAN BEZWAARSCHRIFTEN INGEVOLGE DE WET A.R.O.B.INGEDIEND TEGEN BESCHIKKINGEN
VAN DE RAAD EN VAN DE COMMISSIE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 61 DER GEMEENTEWET
De Heer VERKOOIJEN zegt dat hem niet precies duidelijk is wat de
bedoeling van deze commissie is. Komt bijv. bij afwijzing van bouwvergunningen
zo'n kwestie óók in de commissie voordat de Raad een beslissing neemt
De VOORZITTER antwoordt, dat onderscheid moet worden gemaakt tussen
de bezwaarschriftenprocedure en de beroepsprocedure. Diverse wetten kennen een
normale beroepsprocedure. Wanneer bijv. Burgemeester en Wethouders een bouwver
gunning weigeren staat beroep open op de Raad. Dit staat los van de Wet AROB.
Tegen de beslissing van de Raad kan belanghebbende in beroep komen bij de afde
ling rechtspraak van de Raad van State. Om te voorkomen dat deze nieuwe afdeling
overstroomd wordt door allerlei beroepschriften is de bezwaarschriftenprocedure
in het leven geroepen. Op grond daarvan kan men vóórdat men zich tot de afdeling
rechtspraak wendt eerst nog eens richten tot het overheidsorgaan dat de bestreden
beschikking nam, met de bedoeling dat dit overheidsorgaan het voor en tegen van
die beschikking nog eens terdege afweegt. Het gaat nu om het vaststellen van
procedureregels voor de behandeling van dergelijke bezwaarschriften, gericht te
gen beschikkingen van de gemeenteraad of van een commissie ex artikel 61 gemeente
wet. Bedoeling is dat niet de Raad als geheel, doch een commissie uit de Raad
de eventuele bezwaarmakers zal horen. De commissie brengt vervolgens advies uit
aan de Raad, waarna de Raad beslist. Daarnaast wil het college deze commissie ook
inschakelen bij beroepsproceduresdie dus géén bezwaarschriftprocedures zijn;
niet langer zal dan in zo'n beroepsprocedure het advies uitsluitend uitgaan van
B W, zodat de behandeling van een beroepschrift meer wordt geobjektiveerd. Dit
laatste dus bijv. met name in gevallen, waarbij de Raad moet beslissen op een
beroepschrift tegen weigering van een bouwvergunning door B W. Terugkomend op
de bezwaarschriftenprocedure merkt de VOORZITTER nog op, dat nét de beslissing
door de Raad op het bezwaarschrift voor betrokkene nog beroep open staat op de
afdeling rechtspraak van de Raad van State.
Op een vraag van de Heer VAN DER WESTERLAKEN antwoordt de VOORZITTER
verder, dat het de bedoeling is nu ook de leden van de betreffende raadscommissie
te benoemen.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN vraagt of ook de te benoemen plaatsver
vangende leden de stukken van de te behandelen zaak krijgen.
De VOORZITTER antwoordt, dat zijns inziens volstaan kan worden met
deze stukken toe te zenden aan de leden zelf; bij eventuele verhindering zullen
die ze waarschijnlijk eigener beweging wel doorspelen naar de vervangers.
De Raad gaat zonder hoofdelijke stemming akkoord met het voorstel
tot vaststelling van de op de agenda bedoelde verordeningen.
De VOORZITTER stelt vervolgens voor, dat uit elke fraktie een lid
van de commissie zal worden benoemd. Als leden worden door de verschillende
frakties kandidaat gesteld de Heren Verkooijen, Paulussen, Platzbeecker, J.H. van
Gils en A.J. van Dun en als plaatsvervangende leden resp. de Heren Bink, Van
der Westerlaken, Pegel en H.M.C.J. van Gils. De VOORZITTER laat hierna overgaan
tot schriftelijke stemming.