een vraag van de Heer van Gils op, dat het tarief per strekkende meter ad 1,
ongewijzigd is gebleven vergeleken bij het ontwerp dat in de Commissievergadering
aan de orde is geweest. Gebleken is echter dat een kraam een lengte van 4 meter
heeft en daardoor werd de raming van ontvangsten gunstig beïnvloed. Uitgegaan was
aanvankelijk van een lengte van 3 meter.
De Heer VERKOOIJEN zegt aandacht te willen vragen voor het probleem
van het parkeren wanneer de markt er eenmaal is. Hij vraagt dit aan de orde te
willen stellen in de eerstvolgende vergadering van de verkeerscommissie.
De VOORZITTER zegt dit toe.
De Marktgeldverordening wordt zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd
vastgesteld.
De VOORZITTER konstateert met voldoening dat de noodzakelijke be
sluiten nu genomen zijn. Reeds morgen zal kontakt worden opgenomen met de midden
stand van Bavel en Ulvenhout om tot aanwijzing van een adviescommissie te komen.
De Heer HUIJBEN vraagt of er momenteel nog ventvergunningen lopende
zijn, die in het kader van de nieuwe markten van belang kunnen zijn. Blijven die
gehandhaafd, of lopen die op een bepaalde termijn af
De VOORZITTER antwoordt dat de bestaande kleine "marktjes" uiteraard
verdwijnen; wat de ventvergunningen betreft zou nagegaan moeten worden wat die
in feite inhouden. Kort geleden is bijv. een vergunning afgegeven voor het venten
met parapluies en er zijn enkele voor het venten met ijs. Het is uiteraard niet
de bedoeling dat de markt uitgehold wordt door het bestaan van ventvergunningen.
5. VOORSTEL TOT VERHOGING VAN HET VOOR HET JAAR 1974 VASTGESTELDE BEDRAG PER
LEERLING INGEVOLGE ARTIKEL 101, 5E LID, DER LAGER ONDERWIJSWET 1920
De Heer VERKOOIJEN vindt het merkwaardig dat nu nog een voorstel
wordt gedaan om het bedrag per leerling voor 1974 te verhogen. Het is hem echter
duidelijk dat dit verband houdt met het door de Minister van Onderwijs ingewillig
de verzoek om voor de openbare school artikel 56 quater toe te passen.
De Heer PLATZBEECKER meent, dat de ter motivering van de verhoging
genoemde argumenten voor Bavel evenzeer gelden als voor Ulvenhout. In dat verband
is (behoudens dan de extra kosten voor de Ulvenhoutse scholen als gevolg van de
langdurige ziekte van de werkster) niet zo duidelijk waarom Ulvenhout wel te kort
komt en Bavel niet. Desalniettemin kan hij het voorstel van het college wel steu
nen.
De VOORZITTER wijst er op, dat elk schoolbestuur een eigen beleid
voert; de ene school heeft ook meer reserves dan de andere. Verder is het zo
dat ook na de voorgestelde verhoging het bedrag per leerling in Nieuw-Ginneken
blijft beneden de in naburige gemeenten geldende bedragen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voor
gesteld.
6. -VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET BEDRAG PER LEERLING VOOR HET JAAR 1977 INGE
VOLGE ARTIKEL 55 BIS, IE LID, DER LAGER ONDERWIJSWET 1920
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda voorgesteld.
7. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING OP GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL
72 DER LAGER ONDERWIJSWET 1920 VOOR HET TREFFEN VAN VOORZIENINGEN IN DE MARIA-
BASISSCHOOL TE ULVENHOUT
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda voorgesteld.
8. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 50 DER KLEUTER
ONDERWIJSWET T.B.V. DE AANSCHAF VAN KLEUTERGYMNASTIEKMATERIAAL EN INVENTARIS
VOOR DE KLEUTERSCHOOL "KLEUTERHOF" TE GALDER
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op
de agenda voorgesteld.