f
-13-
afdoening mag rekenen, als hij een nieuwe aanvrage indient.
De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten zoals op de agenda
voorgesteld.
22. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER C.A.J.
VAN GESTEL, LANGE VORE 61 TE BAVEL, TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN BOUWVERGUNNING:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op
de agenda voorgesteld.
23. MEDEDELINGEN
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming worden de op de agenda
gedane mededelingen voor kennisgeving aangenomen.
24. RONDVRAAG
De Heer VAN DUN informeert hoe het staat met de Galderse Meren.
De Heer VERKOOIJEN vraagt met het oog op de a.s. kermissen of er al
gunningen hebben plaatsgehad en of ook de Heer De Voer kan mededingen.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt een brief te hebben gekregen van
de Oudercommissie van de openbare basisschool waarin een spoedige beslissing over
de definitieve huisvesting wordt gevraagd. Het leerlingental is van dien aard dat
in augustus een derde leerkracht nodig wordt. Verder is een andere netelige kwes
tie, die van de School Muzische Vorming. Men is hard toe aan een koördinator. Op
de enquête over de blaasinstrumenten is door velen gereageerd maar men kan de
zaak niet afwerken omdat de begroting nog niet in de Raad behandeld is. Wil men
in augustus van start kunnen gaan dan zullen op korte termijn beslissingen genomen
moeten worden. De nood is hoog gestegen De Heer VAN DER WESTERLAKEN konstateert
verder dat er in de Dorpstraat weer een pand gaat verdwijnen. Hij zegt bang te
zijn dat het dorpsbeeld verder ontsierd zal worden en zegt te hopen dat daar toch
iets gebouwd gaat worden wat in het kader van de Dorpstraat thuis hoort. Voorts
zijn er in de Molenstraat plotseling 2 eikebomen verdwenen die zo'n 80 of 90 jaar
oud zijn en die naar zijn mening beslist niet dood waren. Hij vraagt waarom de
gemeente niet zuiniger is op de beplanting het duurt een mensenleven voordat
dergelijke bomen weer terug zijn; het zijn markante beelden in het dorp. In zulk
soort zaken kan men niet zorgvuldig genoeg zijn.
De Heer VAN GILS merkt op, dat alle raadsleden bericht hebben ge
kregen dat de stukken voor de raadsvergadering op de dag van de vergadering niet
meer ter inzage liggen. Hij zegt er wel begrip voor te kunnen hebben, maar ander
zijds is hij het met deze verandering toch niet eens hij zou willen voorstellen
de stukken ter inzage te laten liggen tot en met het einde van de kantoortijd,
zodat de raadsleden overdag nog kunnen zien of er op het laatste moment nog stuk
ken bijgekomen zijn.
De VOORZITTER gaat bij de beantwoording van de sprekers eerst in op
de laatste vraag. De ervaring heeft geleerd dat de stukken voor de vergadering na
inzage door de raadsleden heel vaak door elkaar komen te liggen. Het is meermalen
voorgekomen dat de laatste tien minuten voor de raadsvergadering nog stukken uit
de registratuur gehaald moesten worden omdat er bescheiden uit de agendadossiers
verdwenen bleken te zijn. Daarnaast is het een gegeven dat juist de Voorzitter
de middag voor de raadsvergadering benut om de in de agendadossiers liggende
stukken nog eens extra door te nemen. De VOORZITTER zegt enigszins aan het ver
langen van de Heer van Gils tegemoet te kunnen komen door de mogelijkheid van
inzage nog wel open te houden voor de morgen van de dag der raadsvergadering,
dus tot half één 's-middags.
De Heer VAN GILS zegt hiermede akkoord te kunnen gaan, maar dan
blijft toch nog zijn opmerking dat er soms op het laatste ogenblik stukken bij
worden gevoegd.
De VOORZITTER meent, dat zo'n late toevoeging niet juist is en ook
vrijwel nimmer zal voorkomen. ALS het al gebeurt zal daarvan zeker in de raads-