gemeente nieuw-gmneken
Raadsvergadering
19 april 1977
Agenda Nr5
Klass.nr. -1.754.213.1.
Onderwerp
Voorstel tot het wijzigen van de gemeenschappelijke
regeling tot stichting en exploitatie van het regio
naal woonwagencentrum overeenkomstig de tekst van
de gemeenschappelijke regeling "Woonwagenschap Breda'
d.d. 26 oktober 1976.
Ulvenhout, 6 april 1977.
Aam de Raad,
Het woonwagencentrum Breda kampt sinds verscheidene jaren met ruim
tegebrek. Het woonwagencentrum is ingericnt voor 90 wagens, terwijl reeds in '74
de gemiddelde bezetting 130 bedroeg. Ruimtelijk gezien kan het centrum niet
worden uitgebreid, terwijl het zek^r is dat voor een centrum van 130 wagens
geen rijksbijdrage wordt verleend.
In zijn brief van 19 juni 1975 heeft het dagelijks bestuur van het
Woonwagencentrum Breda op deze problematiek gewezen. In aansluiting hierop heeft
het algemeen bestuur van het Woonwagencentrum Breda, waarin ook de gemeente
Nieuw-Ginneken zitting heeft, zich unaniem uitgesproken voor een regionaal
spreidingsplan, inhoudende - konform het advies van de adviescommissie decen
tralisatie die i.v.m. vorenstaande problematiek in het leven is geroepen - één
standplaats per 1.500 inwoners. Voor de gemeente Nieuw-Ginneken betekent dit
7 woonwagens.
Bovenstaande spreidingsgedachte is mede ingegeven door het terzake
gewijzigde rijksbeleid t.a.v. de woonwagencentra, dat thans gericht is op de
vorming van een groot centrum van maximaal 60 woonwagens en meerdere kleinere
centra.
Bij nota d.d. 15 oktober 1975 verzochten wij Uw Raad tot het bepa
len van een standpunt over het door voornoemd algemeen bestuur voorgesteld re
gionaal spreidingsplan woonwagens. Uw Raad onderkende de noodzaak van het sprei
dingsplan met dien verstande dat Uw Raad zich uitsprak voor het principe van
de spreidingsgedachte zonder dit nader te preciseren.
Aangezien thans alle gemeentebesturen die aan de thans geldende
gemeenschappelijke regeling Woonwagencentrum Breda deelnemen, in principe in
stemmen met het voorgestelde regionaal snreidingsplankan de huidige gemeen
schappelijke regeling, die uit '68 dateert en welke slechts één centrum mogelijk
maakt, worden aangepast. Indien op basis van het te voeren beleid meer centra
moeten worden gesticht, dan zal krachtens de Woonwagenwet de gemeenschappelijke
regeling de plaatsen moeten aanwijzen waar deze centra zich bevinden onder ver
melding van de kapaciteit. Het voorliggende ontwerp voorziet daarin. In het
ontwerp is tevens de procedure opgenomen om tot vermelding van de nog door de
onderscheiden Raden aan te wijzen standplaatsen te geraken. Het thans voorlig
gend ontwerp is formeel een wijziging van de bestaande regeling en materieel
een nieuwe. Met betrekking tot dit aspekt zij verwezen naar blz. 1 van de toe
lichting bij het onderhavige ontwerp.
Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor te besluiten over
eenkomstig het ter inzage gelegde ontwerp, voorzover Uw Raad aangaat, tot wij
ziging van de gemeenschappelijke regeling tot stichting en exploitatie van
het regionaal Woonwagencentrum te Breda (Nederlandse Staatscourant d.d. 8
februari 1968, nr. 28) overeenkomstig de ter inzage gelegde tekst van de ge
meenschappelijke regeling "Woonwagencentrum Breda", gedateerd 26 oktober 1976.