Het aantal van 8 kinderen moet echter, zoals U duidelijk zal zijn, buiten be
schouwing blijven bij de beoordeling of aan de wettelijke eisen van schoolstich
ting is voldaan, omdat het kinderen betreft die ouder zijn dan 5^ jaar.
Ongeveer eenzelfde beeld wordt verkregen indien als datum van schoolstichting
1 augustus 1978 zou worden aangehouden. Op dat tijdstip is er sprake van een
20-tal kleuters die tenminste 4 jaar en ten hoogste 5^ jaar oud zijn, terwijl
daarnaast eveneens 8 nog niet leerplichtige kinderen de school zouden gaan be
zoeken. Een jaar en twee jaar later, respectievelijk 1 augustus 1979 en 1 augus
tus 1980, wordt dit beeld ongunstigerOns baserende op de werkelijke geboorte
cijfers en de handtekeningenlijsten zullen op die tijdstippen respectievelijk
nog 13 en 5 kleuters de school bezoeken.
Het vorenstaande in aanmerking genomen leidt tot de conclusie dat er
in de eerstkomende jaren sprake is van een niet-geringe daling van het aantal
leerlingen voor het kleuteronderwijs in het gemeentedeel Ulvenhout, dit zowel
blijkende uit de aanmeldingen voor het openbaar kleuteronderwijs als uit de min
dere toeloop naar het bijzonder kleuteronderwijs ten gevolge van het dalende ge
boortecijfer. De toeneming van de bevolking in Ulvenhout, die uitsluitend nog tot
stand zal komen onder invloed van de natuurlijke groei, is mede in verband met de
in afbouw zijnde bestemmingsplannen in casu nagenoeg te verwaarlozen.
Het is moeilijk te becijferen of en in hoeverre er op het moment
dat een openbare kleuterschool kan worden gesticht als onderbouw van de openbare
basisschool een extra belangstelling gaat ontstaan voor het bezoek van een der
gelijke school. Invloeden zoals een duidelijke wijkgebondenheid en een (verder
gaande) deconfessionalisering kunnen hierin, zoals ook in andere gemeenten
blijkt, een rol spelen.
Dezerzijds kan evenmin worden overzien of er, gelet op de hierboven
geschetste leerlingenontwikkeling, aanleiding bestaat om met anticipatie op de
toekomstige integratie van het kleuteronderwijs en het basisonderwijs in één
school - waarvan wordt aangenomen dat een en ander rond het jaar 1980 zijn wette
lijke basis zal hebben verkregen - reeds thans toestemming kan worden gegeven
om tot stichting van een openbare kleuterschool over te gaan, dit met toepassing
van artikel 10, 2e lid, der Kleuteronderwijswet.
Ons college is van mening dat het onderwijskundige motief de stich
ting van een openbare kleuterschool, te integreren in de reeds bestaande basis
school, rechtvaardigt in het licht van de geschetste ontwikkelingen.
Wij stellen U derhalve voor om aan de Kroon een verzoek te richten
tot toepassing van artikel 10, 2e lid, der Kleuteronderwijswet, zulks door vast
stelling van het ter inzage gelegde ontwerp-besluit en ontwerp-verzoekschrift
Het advies van de commissie Welzijn ligt in de raadsstukken ter inzage.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN
De Secretaris, De Burgemeester,
Th. Bossink.
M. van de Ven.