Geen van de raadsleden verlangt discussie over het door de AROB-Commissie
uitgebrachte rapport, waarin uiteindelijk voorgesteld wordt het bestreden raadsbe
sluit van 21 maart 1978 te handhaven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus door de Raad besloten.
18. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN NIEUWE ALGEMENE POLITIEVERORDENING VOOR DE GE
MEENTE NIEUW-GINNEKEN
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda
voorgesteld.
19. MEDEDELINGEN:
Er zijn geen mededelingen te doen.
20. SCHRIFTELIJKE VRAGEN:
Deze zijn niet ingekomen.
21. RONDVRAAG EN SLUITING:
De Heer PEGEL zegt geconstateerd te hebben dat de ezel bij de Pekhoeve verdwe
nen is.
WETHOUDER OOMEN zegt dat dit dier verkocht is; het veroorzaakte nogal overlast
aan de schapen.
De Heer PAULUSSEN zegt uit berichten begrepen te hebben dat de omleiding Ulven-
hout weer een jaar uitgesteld is als gevolg van onderhandelingen tussen Wethouder
Van Dun en Gedeputeerde De Geus. Graag zou hij hierover wat meer horen; al dit uit
stel veroorzaakt toch wel ernstige wrevel bij de bewoners van Dorpstraat en Molen
straat.
Hij vraagt of het zo langzamerhand geen aanbeveling verdient zelf een overeenkomstig
bestemmingsplan vast te stellen en nogmaals druk uit te oefenen op de provincie om
althans de omleiding Ulvenhout te bespoedigen.
De VOORZITTER wijst er op dat deze weg loopt over het gebied van twee gemeenten;
voor welk tracé danook is in zo'n geval ook de medewerking van beide gemeenten nodig,
tenzij men kortsluitingen wil gaan maken op eigen gebied die eigenlijk geen oplossing
zijn.
De VOORZITTER meent dat niet verwacht mag worden dat in deze raadsvergadering wordt
ingegaan op de verhalen rond de Bieberg.
Drie jaren geleden heeft de Raad van Nieuw-Ginneken zich vóór een Markdalweg uitge
sproken; over de inpassing wil Nieuw-Ginneken graag meepraten; ze zou moeten gebeu
ren op een manier die zo min mogelijk schade toebrengt aan wat danook.
De Provinciale Waterstaat is al geruime tijd bezig met het onderzoek naar de conse
quenties van de inpassing van de weg in het Markdal; daartoe is aan de Grontmij op
dracht gegeven om in de eerste plaats de landschapoelijke inventarisatie te maken
en om voorstellen te doen ten aanzien van het verloop van het tracé.
De vervanging van de Heer Brockx door de Heer De Geus heeft in dit opzicht géén ver
anderingen teweeg gebracht.
Intussen moet Nieuw-Ginneken de studies afwachten; de verwachting is dat binnen enke
le maanden ook de Raad van Nieuw-Ginneken in de gelegenheid zal worden gesteld er
zijn mening over te geven.
Provinciale Waterstaat houdt het College vrij regelmatig op de hoogte van de interne
stand van zaken, maar dat is allemaal ambtelijk overleg en helemaal nog niet op be
stuurlijk niveau te tillen.
Bij het College bestaat zo een stukje kennis omtrent de landschappelijke waarden die
men aantreft in het Markdal en omtrent de alternatieven die er zijn voor inpassina
van een tracé, maar er zal eerst afgewacht moeten worden wat Gedeputeerde Staten
van al die gedachten zullen overnemen. Het College heeft wel steeds benadrukt dat
de Raad van Nieuw-Ginneken de volledige vrijheid moet hebben om nog te kunnen stu
ren en dus niet voor een voldongen feit mag worden gesteld.
