De stedebouwkundige heeft bij de advisering over de gedane suggesties
rekening gehouden met de eisen, die door het woonwagenschap aan een lokatie wor
den gesteld en tevens gelet op de waardering, die aan de diverse gebieden in het
kader van het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan "Buitengebied" zullen wor
den toegekend.
Het advies van de stedebouwkundige is op 11 januari 1978 besproken in
de commissie ruimtelijke ordening en openbare werken.
Voornoemde commissie heeft, alles overwegende, ons College geadviseerd de navol
gende, in alfabetische volgorde vermelde, lokaties voor te stellen aan Uw Raad:
a. Beukenlaan (gelegen op een perceel kadastraal bekend sektie K, nr. 2689)
eigendom van het Bisdom, gelegen nabij de sociale academie - unaniem besluit
commissie
b. Dorstseweg (gelegen op een perceel kadastraal bekend sektie B, nr. 1594)
eigendom van Dhr. Jespers, gelegen tussen de woningen Dorstseweg 8a en 12 -
meerderheidsbesluit commissie;
c. Strijbeekseweg (gelegen op een perceel kadastraal bekend sektie E, nr. 945)
eigendom van de gemeente, gelegen tussen de woningen Strijbeekseweg 23 en
23a - unaniem besluit commissie;
d. Woestenbergseweg (gelegen op de percelen, kadastraal bekend sektie C, nrs.
1757 ged. en 1758 ged.)resp. eigendom van M.A. Oomen en J. Fomme, gelegen
tussen het bos en het viaduct over de rijksweg - unaniem besluit commissie.
Bovengenoemde lokaties zijn op bijgevoegde tekening aangegeven.
Bij dit advies zouden wij willen opmerken, dat ons College de sub a.
genoemde lokatie om planologische en bestuurlijke redenen niet aanvaardbaar acht.
Tegen deze lokatie bestaat ook van de zijde van de gemeente Breda om planologische
redenen bezwaren, hetgeen ons bij brief d.d. 1 juli 1977 reeds is medegedeeld.
De lokatie aan de Dorstseweg is thans niet meer geprojekteerd nabij de
"put van Reef", doch enigszins verschoven in noordelijke richting in verband met
landschappelijke bezwaren van de P.P.D. alsmede de ter plaatse aanwezige woonbebouwing.
Hoewel van de zijde van het Woonwagenschap reeds bezwaren zijn gemaakt
tegen een lokatie aan de Strijbeekseweg, wenst ons College deze lokatie als een
volwaardige keuze-mogelijkheid te handhaven.
Ten aanzien van de lokatie nabij de Woestenbergseweg kan worden gesteld
dat aan deze lokatie planologische bezwaren kleven, omdat dit gebied in het toe
komstige bestemmingsplan "Buitengebied" zal worden bestemd tot natuurwetenschan-
pelijk- en landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
Voorts kunnen wij U mededelen, dat de wijziging van de gemeenschappe
lijke regeling "Woonwagenschap Breda" op 1 februari a.s. in werking zal treden,
hetgeen impliceert, dat Uw Raad vóór 1 mei 1978 tot een plaatsaanwijzing dient
te besluiten.
Wij verzoeken Uw Raad thans, na overweging van bovenstaande gegevens
t.a.v. de genoemde lokaties, uit voornoemde lokaties een keuze te bepalen of een
keuze-volgorde vast te stellen.
Nadat door U te dezer zake een besluit is genomen zal het Woonwagen
centrum het oordeel van het Ministerie van C.R.M. en van het Provinciaal Bestuur
van Noord-Brabant daarover vragen. Na instemming van genoemde instanties zullen
wij de voorbereiding van een bestemmingsplan ter hand nemen.
Volledigheidshalve delen wij U mede, dat wij het onderhavige voorstel
hebben gepubliceerd in "Nieuw-Geluid""Ons Blad" en "Dagblad De Stem", zodat be
langstellenden hiervan kennis hebben kunnen nemen.
Over de onderhavige lokaties is op 16 januari j.l. overleg gepleegd
met het bestuur van het Woonwagenschap. Voor de resultaten van dit overleg verwij
zen wij U naar het verslag van de bespreking, dat in het agendadossier ter inzage
is gelegd.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN
De Secretaris, De Burgemeester,
Th. Bossink. M. van de Ven.
