Het parkeeronderzoek heeft duidelijk gemaakt dat 7% van de geparkeerde auto's 73% van de totale parkeérruimte inneemt; parkeerduurbeperking ligt dus zonder meer voor de hand; gebeurt dat dan is in feite sprake van vermeerdering van het aantal parkeer plaatsen. Filevorming behoeft volgens de Heer VAN GURP niet gevreesd te worden. Bij de voorgestelde oplossing bedraagt de capaciteit 800 A 1.000 motorvoertuigen per uur1 per richting, dat is erg hoog. Ongetwijfeld zal het voorkomen dat een links af slaande automobilist het verkeer achter hem ophoudt, maar dit komt ten goede aan een stukje specifiek belang van de Dorpstraat, zoals belichaamd in vrij liggende rijwiel paden, gemakkelijker oversteken door de voetganger, enz. Het vertoeven in de Dorpstraat wordt door dit plan in gunstige zin beïnvloed, en dit zal ongetwijfeld een duidelijk positief effect hebben op de mensen die daar willen winkelen. Wat de suggestie Van een tegenrapport door de verkeersdeskundige van de Middenstand betreft wil de Heer VAN GURP er op wijzen dat hij al diverse jaren in dit vakgebied meeloopt, al wil dit niet zeggen dat er geen andere opvattingen kunnen bestaan. De suggestie alleen bepaalde elementen uit het plan over te nemen geeft de Heer VAN GURP aanleiding tot de opmerking dat het conflict fietsers/stilstaande of rijdende auto's daardoor niet opgelost wordt. Door het aanleggen van vrijliggende rijwielpaden zou dat wèl opgelost worden. De VOORZITTER zegt dat het volstaan met het aanbrengen van kleine verbete ringen nu niet aaft de orde is. Het fundamentele probleem is het conflict snelverkeer- langzaam verkeer. Zou het plan uitgevoerd worden dan betekent dit zeker dat er groen gaat verdwijnen; wordt het gerealiseerd over 4 of 5 jaar, dan is dit probleem hetzelf de. De Raad ontkomt er niet aan een fundamentele keuze te doen. Niet-uitvoeren is géén oplossing; wèl uitvoeren is een bijdrage tot een oplossing. De Heer PAULUSSEN meent dat het probleem over 5 jaar minder groot zal zijn dan nu: als de omlegging dan inmiddels gerealiseerd is heeft men immers hoofdzakelijk te maken met het bestemmingsverkeer, wat volgens metingen van de provincie ongeveer 50% zal zijn van het huidige verkeer. De VOORZITTER vraagt aan de Heer Paulussen te willen aangeven waarom het probleem van het conflict snelverkeer/langzaam verkeer dan minder zal zijn. De Heer PAULUSSEN antwoordt dat dit een gevolg is van het simpele feit dat de helft van het verkeer er dan uit is; dit zal zo ongeveer 50% minder conflictsitua ties geven. Verder meent de Heer PAULUSSEN dat op de versmalde bijbaan door het snelverkeer gewoon niet voorgesorteerd kan worden. Dat moet dus wel opstoppingen veroorzaken. De heer van Gürp concludeert dat een lagere doorstroomsnelheid niet betekent dat het verkeer langer in de Dorpstraat vertoeft, en hij vermeldt dat er een capaciteit is van 800 1.000 voertuigen per uur per richting. Uitgaande van 1.600 per uur betekent dit een 13.000 voertuigen per 8 a 9 uur. Dat is een getal waarbij Rijks- en provincia le waterstaat van mening zijn dat overgegaan moet worden tot het vervangen van een be staande weg door een andere weg die dan op kan lopen tot een capaciteit van 30.000 40.000 voertuigen per dag. In Ulvenhout betreft het een rijbaan waarop zich gemengd verkeer gaat voortbewegen. Hoe, zo vraagt de Heer PAULUSSEN zich af, moet dit gaan als een ambulance-auto of een brandweerauto zich door de Dorpstraat moeten wringen De Heer PAULUSSEN meent in tegenstelling tot de Heer van Gurp dat er géén sprake van is dat het profiel van de Dorpstraat op sommige plaatsen verruimd is, ook niet door de onderscheiden stroken voor de diverse soorten weggebruikers. De Heer VERKOOIJEN merkt op dat momenteel in de Dorpstraat praktisch géén ongelukken gebeuren. De kans bestaat dat de Dorpstraat door de herinrichting onveiliger wordt. Hij wijst er op dat ook Gedeputeerde Staten benadrukken dat de Dorpstraat nog steeds een verkeersstraat is. Hij zegt te betwijfelen of de provincie zo gelukkig bal zijn met de beoogde herinrichting. De Heer VERKOOIJEN wil nogmaals benadrukken dat de Middenstand niet blij is met het ontworpen plan. Hij meent dat daarmede toch rekening moet worden gehouden. Het is nu eenmaal de tijd van inspraak Namens zijn fraktie blijft hij er bij dat momenteel niet met de herinrichting kan wor den ingestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 184