De Heer PLATZBEECKER vraagt hoe lang de werkzaamheden aan de riolering zul
len duren.
De VOORZITTER raadpleegt voor het antwoord de op de publieke tribune aanwe
zige Heer van Damme, waarnemend Hoofd van Openbare Werken en Bouwtoezicht, en zegt dan
dat de werkzaamheden 6 I 7 weken zullen duren, waarna er een periode van circa 6 we
ken komt gedurende welke het wegdek kan bezinken. Alles bijeen dus 12 A 13 weken.
De Heer PLATZBEECKER vraagt of het dan niet beter is de Middenstand gelegen
heid te geven in de tussentijd met een tegenrapport te komen en dus vandaag géén de
finitieve beslissing over wel of niet herinrichten te nemen.
De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt bij deze vraag van de Heer Platzbeecker te
willen aansluiten.
De VOORZITTER wijst er op dat er géén tijdsbestek van 12 weken beschikbaar
is. Een aantal weken van te voren moet de aannemer weten wat er gaat gebeuren; daar
voor moet een werkprogramma opgesteld worden, het plan moet uitgewerkt worden in een
bestek. Na overleg met de Heer van Damme deelt de VOORZITTER mede dat hiervoor toch
wel een periode van 6 weken nodig is. Dit betekent dat vanaf nu toch binnen 6 weken
een definitieve beslissing moet worden genomen.
De Heer PLATZBEECKER merkt op dat het vanaf heden dus ongeveer 12 weken
duurt voordat de herstrating kan beginnen. Dan is het wel zo ongeveer december, de
drukste maand van het jaar voor de winkeliers. Hij vraagt zich af of het niet ver
standiger is er mee te wachten tot de maand januari.
De VOORZITTER antwoordt dat de reconstructie uitgevoerd wordt als D.A.C.W.-
object. Dat betekent ook dat de uitvoering gebonden is aan een bepaalde termijn en wel
licht aan nog andere voorwaarden. Hij kan niet bezien of uitstel tot na de december
maand mogelijk is.
Feit blijft wel dat de aannemer tijdig moet weten hoe de herstrating straks uitgevoerd
moet worden.
De Heer PEGEL zegt dat er in het plan heel goede dingen zitten; maar er zijn
ook zaken waar men nog eens over zou willen nadenken. Er is een raadsvergadering ge
pland voor 3 oktober. Hij meent dat 3 oktober nog tijd genoeg is om een definitieve
belissing over het totale plan te nemen, en daarom zou hij willen voorstellen de be
slissing tot dan uit te stellen.
De VOORZITTER merkt op dat de Heer Paulussen nog een vraag gesteld heeft
over het effect van de Markdalweg straks. De Heer van Gurp zou op die vraag nog ant
woord kunnen geven.
De Heer VAN GURP zegt dat er een onderzoek is gehouden o.a. naar de omvang
van het doorgaand verkeer. Gezegd kan worden dat de omvang daarvan na realisering van
de Markdalweg sterk afhankelijk is van de plaats waar men Ulvenhout op de Markdalweg
gaat aansluiten.
Hij meent echter te kunnen stellen dat 40% tot 60% van het huidige verkeer door de
Dorpstraat zal blijven tijden. Verder zegt hij dat de rijbaanbreedte niet beïnvloed
wordt door het aantal auto's dat er door blijft gaan, 4.000 of 6.000. Immers een auto
heeft een breedte, en ook een rijstrook heeft een breedte. Beide breedten blijven het
zelfde ongeacht het aantal passerende auto's. Voor de maatvoering maakt het duÉ' niets
uit.
De Heer VAN GURP wijst er verder op dat het een misverstand is te menen dat er een
evenredigheid bestaat tussen het aantal ongevallen en de verkeersintensiteit. Het is
niet zo dat een weg die 2 x zo druk is ook 2 x zoveel ongevallen te zien geeft. Zo
wijst hij op de oude weg Breda-Tilburg, waar toen een grote hoeveelheid verkeer er
af ging veel meer opgevallen van ernstige aard gebeurden.
Hij onderstreept dat het feit dat het verkeer langer in de Dorpstraat zal blijven (als
gevolg van de lagere snelheid) géén grotere problemen behoeft te veroorzaken.
Hierbij wijst hij op de situatie bij woonerven: karakteristiek daarvan is dat de auto
rekening houdt met zijn omgeving daar. Natuurlijk zal zo'n auto er langer over doen
voordat hij het woonerf uit is, maar dit wil toch niet zeggen dat men terugkeer naar
de oude woonstraten bepleit omdat de auto daar sneller doorheen was 1
Verder zegt de Heer VAN GURP dat de capaciteit van een weg het grootst is bij een snel
heid tussen 34 en 42 kilometer per uur. Misschien kan men zich dat het beste voorstel
len als men bedenkt dat de afstand tussen de auto's dan kleiner is; er kunnen dus
méér auto's op een stuk weg dan bij een grotere snelheid op die weg.