voor de herinrichting, al is het waar dat toen uitdrukkelijk over de herinrichting
zelf géén besluit is genomen. Dit neemt niet weg dat het krediet voor het geheel ter
beschikking is gesteld.
De VOORZITTER zegt dat de opmerking van de Heer van Gils inderdaad juist is.
Hij laat vervolgens overgaan tot stemming over het voorstel tot herinrichting.
Vóór verklaren zich de Heren PlatzbeeckerHuijben, J.H. van Gils, Aarts, H.M.C.J.
van Gils, Oomen, Willemsen en Pegel. Tégen de Heren van Dun, Bink, Verkooijen, Pau-
lussen en van der Westerlaken. Het is dus aangenomen met 8 tegen 5 stemmen.
De VOORZITTER schorst hierop de vergadering.
Na heropening stelt hij aan de orde:
3. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VIJFDE WIJZIGING VAN DE REGELING STADSGEWEST
BREDA:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE ZESDE WIJZIGING VAN DE REGELING STADSGEWEST BREDA
BETREFFENDE DE CENTRALE POST AMBULANCEVERVOER:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
5. VOORSTEL TOT AANWIJZING VAN GEMEENTELIJKE LIJKSCHOUWERS:
De Heer PAULUSSEN zegt dat de in de gemeente aangewezen lijkschouwers alle
maal huisartsen zijn. In de gemeente wonen zo'n 60 artsen. De in het besluit genoemde
11 artsen zijn geen van allen huisarts, en de Heer PAULUSSEN vraagt zich af of de 5
aangewezen huisartsen niet te zwaar belast worden, mede gezien het aanwezige poten
tieel van 60 artsen.
De VOORZITTER wijst er op dat het optreden als lijkschouwer slechts inciden
teel nodig is. Voor overbelasting lijkt geen gevaar aanwezig, temeer niet nu de 11
artsen van het Stadsgewest ook aangewezen gaan worden. Overigens is het zo dat elk
der aangewezen huisartsen altijd te kennen kunnen geven dat zij niet langer gemeente
lijk lijkschouwer willen zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
6. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN DRIETAL VERORDENINGEN OP GROND VAN DE WINKELSLUI
TINGSWET 1976:
Naar aanleiding van een vraag van de Heer PLATZBEECKER zegt de VOORZITTER
dat met St. Nicolaas wordt bedoeld: 5 december.
Verder vraagt de Heer PLATZBEECKER of nog aandacht wordt geschonken aan de
al eerder gedane suggestie de openingsdagen van de kermis in de nabije toekomst te
bezien.
De VOORZITTER antwoordt dat deze kwestie de aandacht van het College blijft
houden.
Zonder hoofdelijke steiuning wordt besloten zoals de agenda voorgesteld.
7. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE BOUWVERORDENING
(le WIJZIGING)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
8. VOORSTEL TOE TE TREDEN TOT HET BOUWFONDS ZUID-NEDERLAND N.V. DOOR DE AANKOOP VAN
20 AANDELEN 1.000,MET EEN TE STORTEN BEDRAG VAN 2.000,
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
9. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANSCHAF VAN DRANG-
HEKKEN:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.