-9-
gevallen erg zorgvuldig moet handelen.
Op een vraag van de Heer VAN DER WESTERLAKEN welke sanctie Burgemeester en
Wethouders eventueel kunnen stellen antwoordt de VOORZITTER dat volgens de verkoop
voorwaarden dan een bepaalde boete verschuldigd is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
15. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VERWEERSCHRIFT TEGEN HET AROB-BEROEPSCHRIFT VAN
DE HEER J. DE WERD, VOGELSANCK 24 TE ULVENHOUT:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
16. VOORSTEL MET BETREKKING TOT HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER W. KAUFMAN, CAUWELAERSE-
WEG 20 TE ULVENHOUT, TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN BOUWVERGUNNING:
De VOORZITTER zegt dat het College graag instemt met het advies van de Com
missie voor de beroepschriften om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. Het ver
dere advies van deze Commissie inzake de mogelijkheid van oprichting en uitbreiding
van ambachtelijke en kleine industriële bedrijven echter is voor het College veel
moeilijker te accepteren.
Het College is van mening dat over deze aangelegenheid nog geen uitspraak kan worden
gedaan. Wel is het College bereid dit advies als suggestie mee te nemen.
Al meer dan 3 jaar wordt gewerkt aan een bestemmingsplan Buitengebied en het College
wil dit doen met alle voorzichtigheid teneinde een evenwichtig plan te verkrijgen.
Dan is het een merkwaardige zaak opeens een nieuw element hier als het ware dwars
doorheen te laten gaan.
In ieder geval moet de normale procedure gevolgd worden, dus het horen van de stede-
bouwkundige over deze suggestie, het horen van de Commissie Ruimtelijke Ordening, enz.
Als de Beroepscommissie bedoeld heeft in deze vanavond een beslissing van de Raad te
vragen, dan heeft het College hier grote moeite mee.
De Heer VERKDOIJEN zegt dat de Commissie betrokkene die initiatieven onder
neemt om tot een bedrijf te geraken graag ter wille zou willen zijn. Daarom dat de
commissie gemeend heeft de mogelijkheid van een nader onderzoek te opperen. Uiteraard
is niet de bedoeling dat de Raad zich hierover vandaag vastlegt.
De VOORZITTER zegt dat hij wel kan toezeggen dat de suggestie van de Com
missie bij de verdere ontwikkeling van het plan Buitengebied zal worden meegenomen.
In de eerstvolgende vergadering van de Werkgroep zal dit ter sprake komen. Er rijst
al meteen een aantal vragen: moet het voor alle woningen gelden, wat is de invloed
op de aanwezige agrarische bebouwing, kortom hoe verdraagt zich een en ander met el
kaar.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het bezwaarschrift van
de Heer Kaufman ongegrond te verklaren.
17. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER S.A.M.
VORSTIUS KRUIJFF, KLEINE WOLFSLAAR 2 5 TE BAVEL, TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN BOUW
VERGUNNING:
De Heer PAULUSSEN zegt dat de Heer Vorstius Kruijff op een bepaald moment
een verzoek heeft ingediend om 3 paardeboxen, een kraamkamer, een zadelkamer en 2 op
slagen te bouwen op een terrein naast zijn woning of op een van de terreinen naast
de woning. Het College heeft toen bij brief van 20 juni als voorwaarde gesteld dat de
bouw moet strekken ter vervanging van de bestaande houten hokken en dat de maximale
oppervlakte niet meer mag zijn dan 50 m2. Aan deze voorwaarden heeft de Heer Kruijff
voldaan, maar hij vindt het bezwaarlijk om dit te doen op de plaats die het College
heeft aangegeven, n.l. achter zijn huis.
De Heer Vorstius Kruijff heeft bezwaren tegen die plaats omdat de toerit daar aan de
krappe kant is, hij moet beplanting laten verdwijnen, en het terrein ter plaatse is
zeer laag gelegen.
De beroepscommissie uit de Raad heeft zich met de argumenten van het College verenigd,
maar de Heer PAULUSSEN wil opmerken dat hij ook al in de vergadering van de Commissie
van een andere mening heeft blijk gegeven.
