-11-
De Heer BINK zegt dat de gemeente een verordening heeft vastgesteld inzake
het voorkomen van te hoge begroeiing van perceelsscheidingen op hoeken van straten.
Maar hoe staat dit wanneer iemand zijn struiken tot ver over het trottoir laat uit
groeien
De VOORZITTER zegt in antwoord op de gestelde vragen dat één van de 4 aspi
rantbouwers in Beekhoek juist vandaag begonnen is. In twee andere gevallen is inmid
dels een bouwvergunning verleend; voor het laatste geval dat er wel een bouwaanvrage
is ingediend maar dat er nog geen vergunning is verleend.
Het College zal informeren hoe de stand van zaken precies is; duidelijk is dat deze
bouwpercelen niet zomaar kunnen blijven liggen.
Op de vraag ten aanzien van het subsidie voor de Stichting Peutercontact
antwoordt WETHOUDER OOMEN dat deze aangelegenheid 14 dagen geleden in het College is
geweest; het antwoord is vermoedelijk onderweg.
Ten aanzien van de vraag over de spijtoptanten antwoordt de VOORZITTER dat
het aantal aanvragen om huurwoningen van inwoners van de gemeente zo groot is dat het
College geen kans ziet de aanvragen van de spijtoptanten te honoreren. Om die reden
is hen in een overigens zeer vriendelijke brief medegedeeld dat zij afgevoerd zijn
van de lijst van woningzoekenden. Het College vond het beter deze brief te schrijven
dan irreële verwachtingen te blijven wekken.
Het College is overigens voornemens een soortgelijke brief uit te zenden aan mensen
van buiten de gemeente die om bouwgrond hebben gevraagd. Als zij niet binnen de door
de Raad vastgestelde richtlijnen vallen heeft het geen zin ze op een lijst te hand
haven.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN vraagt of dit betekent dat die mensen defini
tief afgevoerd zijn. Hij denkt b.v. aan het plan De Bunder.
De VOORZITTER benadrukt dat het College onder de huidige omstandigheden geen
kans ziet hen te helpen; dat zal ook voor het plan De Bunder gelden.
Met de 90 woningen die de gemeente elk jaar mag bouwen kan nauwelijks of zelfs hele
maal niet in de eigen behoefte worden voorzien.
Wat het overhangende groen betreft merkt de VOORZITTER op dat bezwaarlijk een soort
heksenjacht kan worden georganiseerd. Wel wil hét College uitdrukkelijk reageren op
reële klachten. De moeilijkheid is: waar ligt de grens. Mag één tegel overgroeien wel,
en tegel niet Duidelijk is dat excessen zullen worden tegengegaan. Wanneer iemand
meent dat ergens zich zo'n exces voordoet, doet men er goed aan dit aan Openbare Wer
ken te laten weten. Overigens kan er in de Informatiekrant van de gemeente ook nog
eens op gewezen worden dat men maatregelen moet nemen tegen overhangende beplanting.
Naar aanleiding van de beschikking van Gedeputeerde Staten over de ontgron
dingsvergunning Tervoort merkt de Heer H.M.C.J. VAN GILS op dat hij mist de voorwaar
de die de wegen veilig moet stellen, en ook een eventuele schadevergoedingsregeling
in dit verband.
De VOORZITTER antwoordt dat hierover een afspraak is met de Grontmij. In
verband daarmede zijn juist sommige wegen ook op een grotere breedte gebracht.
Schadevergoeding is een privaatrechtelijke aangelegenheid; als er schade geleden wordt
zal de gemeente ongetwijfeld een schadeclaim deponeren. Duidelijk is wel dat de Gront
mij dan bereid zal zijn die te honoreren.
De beschikking van Gedeputeerde Staten wordt zonder hoofdelijke stemming
voor kennisgeving aangenomen.
De VOORZITTER vestigt verder de aandacht van de raadsleden nog op de raads
vergadering van 26 augustus, ter gelegenheid van de heropening van het uitgebreide
gemeentehuis en tevens het afscheid van een aantal raadsleden. Hij merkt ten over
vloede nog op dat ook de echtgenoten van de raadsleden hierbij uitgenodigd zijn.
De Heer VERKOOIJEN zegt nog een vraag te willen stellen over Beekhoek II;
zijn daar al vorderingen gemaakt ten aanzien van de aankoop van grond
De VOORZITTER antwoordt dat het College nu uitdrukkelijk een einddatum heeft
bepaald waarbinnen belanghebbende een beslissing moet hebben genomen. Wat de onteige
ningsprocedure betreft wordt gehoopt dat een versnelde procedure gevolgd zal kunnen
worden. Aanknopingspunt hierbij zou kunnen zijn de mening van de Staatssecretaris dat
er te weinig woningwetwoningen worden gebouwd.